Aangepaste snelkoppelingen

Aangepaste snelkoppelingen

Subhashish Pradhan

T.C. Hollingsworth

Vertaler/Nalezer: Freek de Kruijf
herziening Plasma 5.8 (2017-01-22)

Permission is granted to copy, distribute and/or modify this document under the terms of the GNU Free Documentation License, Version 1.2 or any later version published by the Free Software Foundation; with zonder invariante paragrafen, with zonder vooromslagteksten, and with zonder achteromslagteksten. A copy of the license is included in de paragraaf "GNU vrije-documentatielicentie".


Inleiding

De module van Systeeminstellingen Aangepaste sneltoetsen staat u ook in staat om aangepaste sneltoetsen en muisgebaren in te stellen. U kunt ze gebruiken om toepassingen te besturen, specifieke commando's uit te voeren en meer.

Sneltoetsen en groepen beheren

Sneltoetsen en groepen beheren

Groepen toevoegen

De module stelt u in staat om gerelateerde sneltoetsen in groepen in te delen. Als u bijvoorbeeld enige sneltoetsen hebt die verbonden zijn met uw muziekspeler, dan kunt u hiervoor een groep maken en deze Muziekspeler noemen.

Om een nieuwe groep toe te voegen, klik op de knop Bewerken onder het linker paneel en selecteer de optie Nieuwe groep.

Sneltoetsen toevoegen

Om een nieuwe sneltoets toe te voegen, klik op de knop Bewerken onder het linker paneel en selecteer de optie Nieuw.

Het eerst te verschijnen menu stelt u in staat het type startsignaal te selecteren. De volgende opties zijn beschikbaar:

Globale sneltoets

Dit zijn de standaard sneltoetsen van het toetsenbord die overal herkend zullen worden, zolang een KDE Plasma werkruimte actief is.

Vensteractie

Vensteracties zijn startsignalen die plaatsvinden wanneer er iets gebeurt met een specifiek venster, zoals wanneer het verschijnt, focus krijgt of wordt gesloten.

Muisgebaaractie

Een muisgebaaractie wordt gestart wanneer en bepaalde beweging met de muis (of touchpad of aanraakscherm) wordt uitgevoerd.

Nadat u het type startsignaal hebt geselecteerd, zal er een ander submenu verschijnen dat u in staat stelt om een actietype te selecteren. De volgende types zijn beschikbaar:

Commando/URL

Deze actie zal een commando uitvoeren of een URL openen wanneer de sneltoets wordt geactiveerd.

D-Bus-commando

Deze actie roept een D-Bus-methode aan in een actieve toepassing of systeemdaemon. Voor meer informatie over D-Bus, zie de Introductie tot D-Bus in KDE TechBase.

Verzendt toetsenbordinvoer

Deze actie zal toetsenbordinvoer naar de nu actieve toepassing sturen, net alsof u het zelf hebt ingetypt.

Nadat u het actietype hebt geselecteerd kunt u daarna de sneltoets naar believen bewerken. Zie de paragraaf met de naam “Sneltoetsen wijzigen” voor meer informatie.

Sneltoetsen en groepen verwijderen

Om een sneltoets of groep te verwijderen, klik op de knop Bewerken onder het linker paneel en selecteer de optie Verwijderen.

Groepen exporteren

U kunt een groep exporteren, op die manier kunt u de sneltoetsen hierin opslaan en ze gebruiken op een andere computer of een reservekopie maken.

Om een groep te exporteren, selecteer de te exporteren groep, klik daarna op de knop Bewerken onder het linker paneel en selecteer de optie Groep exporteren..., die een nieuw venster opent, waarin u enige opties over de te exporteren groep kunt definiëren. De volgende opties zijn beschikbaar:

Acties exporteren

Dit stelt u in staat om de status van de sneltoetsen te selecteren waarin ze ze zullen zijn wanneer ze later geïmporteerd worden. Selecteer Huidige status om hun huidige status te behouden, Ingeschakeld om te verzekeren dat ze allen zijn ingeschakeld of Uitgeschakeld om te verzekeren dat ze uitgeschakeld zijn.

Id

Hier kunt u tekst invoeren om de groep te identificeren. Als de groep behoort bij standaard, dan wordt deze tekst standaard gevuld.

Sta samenvoegen toe

Dit definieert wat er gebeurt als de groep al op het systeem bestaat waarnaar de geëxporteerde groep wordt geïmporteerd. Indien ingeschakeld zullen elke nieuwe acties worden toegevoegd aan de groep op het doelsysteem, terwijl acties die dezelfde naam hebben maar een verschillende configuratie zullen worden bijgewerkt met de configuratie uit het geïmporteerde bestand. Indien uitgeschakeld, zal de module weigeren om het bestand te importeren.

Bestandsnaam

Hier kunt u de bestandsnaam invoeren waarnaar u de sneltoets wilt exporteren. U kunt ook de knop rechts van het tekstvak selecteren om de Bestandendialoog te openen en vandaar een bestand te selecteren.

Tip

Geëxporteerde bestanden gebruiken standaard de extensie .khotkeys.

De dialoog Groep exporteren.

Een groep sneltoetsen exporteren.

Groepen importeren

Om een groep te importeren, klik op de knop Bewerken onder het linker paneel en selecteer Importeren.... Een bestandsselectiedialoog opent zich waarmee u een eerder met de Export-functie gemaakt bestand kunt lokaliseren.

Groepen wijzigen

Groepen wijzigen

In het linker gedeelte van het venster zijn de standaard sneltoetsen in groepen gecategoriseerd. Deze groepen kunnen uitgevouwen worden door op de pijl ernaast te klikken om de sneltoetsen te tonen.

Wanneer u klikt op een groep, dan krijgt u twee tabbladen om de groep zelf in te stellen. Het Commentaar stelt u in staat om notities over de groep op te slaan en worden niet echt door het systeem voor iets gebruikt. Het tabblad Condities stelt u in staat om te beperken binnen welke vensters een groep werkt.

Het tabblad Commentaar in een groep.

Het commentaar bij een groep wijzigen.

Condities worden getoond in een boomstructuur, aan de top bevindt zich En. Aan alle condities onder En moet worden voldaan om sneltoetsen in de groep te laten starten.

U kunt extra groepen condities toevoegen door te klikken op het afrolvak Nieuw rechts van de boomstructuur met condities. Soorten groepen inclusief de eerder genoemde En, Of, waarin aan slechts één lid van de groep moet worden voldaan of Niet, waarin het omgekeerde van alle leden de sneltoetsen in de groep zullen starten.

Om een vensterdefinitie aan de lijst toe te voegen, druk op de knop Nieuw. U kunt Actieve venster... selecteren als u de sneltoets alleen wilt activeren als het gespecificeerde venster nu focus heeft of u kunt Bestaand venster... selecteren als u de te activeren sneltoets wilt laten starten zolang dat venster open is, onafhankelijk van of u het gebruikt of niet. Een van deze opties opent een venster waar u de vensterdefinities kunt bewerken.

Klik op de knop Bewerken... om een bestaande set van vensterdefinities te bewerken. Een vensters opent zich met de bewerker voor vensterdefinities. Voor meer informatie, zie de paragraaf met de naam “Vensters definiëren”.

Om een vensterdefinitie uit de lijst condities te verwijderen, klik op de knop Verwijderen.

Sneltoetsen wijzigen

Sneltoetsen wijzigen

In het linker gedeelte van het venster zijn de standaard sneltoetsen in groepen gecategoriseerd. Deze groepen kunnen uitgevouwen worden door op de pijl ernaast te klikken om de sneltoetsen te tonen.

Standaard worden de groepen KMenuEdit, Konqueror-gebaren en Voorbeelden geïnstalleerd. Toepassingen kunnen extra sneltoetsen leveren, bijv. Spectacle voegt een groep Schermafdrukken toe. Deze groep onthult bij uitvouwen verschillende sneltoetsconfiguraties zoals Schermafdrukhulpmiddel starten die, indien geselecteerd, een sectie aan de rechterkant onthult, met drie tabbladen:

Het tabblad Commentaar

Het tabblad Commentaar stelt u in staat om te beschrijven hoe de sneltoets te gebruiken, wat het doet of al het andere dat u in wilt voegen.

Het tabblad Trigger (startsignaal)

Het tabblad Trigger bevat de triggerconfiguratie, die afhangt van het gespecificeerde type trigger:

Globale sneltoets

Om een sneltoets te wijzigen, klik op de knop die een werktuig bevat en voer de gewenste sneltoets in. Om de sneltoets te verwijderen, klik op de knop met het pictogram rechts van de knop Sneltoets wijzigen.

Het tabblad Trigger voor een sneltoets op het toetsenbord.

Een trigger voor een sneltoets op het toetsenbord wijzigen.

Vensteractie

Vensteracties bevatten verschillende opties:

Starter wanneer

Dit stelt de specifieke vensteractie in die gedaan moet worden om de sneltoets te laten activeren. De volgende opties zijn beschikbaar:

  • Venster verschijnt - gestart wanneer een venster wordt geopend.

  • Venster verdwijnt - gestart wanneer een venster wordt gesloten.

  • Venster krijgt focus - gestart wanneer u naar een venster schakelt.

  • Venster verliest focus - gestart wanneer u van een venster weg schakelt.

Venster

Hier definieert u het actuele venster of vesnters waarop het startsignaal van toepassing is. Voor meer informatie, zie de paragraaf met de naam “Vensters definiëren”

Muisgebaar

Een muisgebaar kan gewijzigd worden door te klikken op de knop Bewerken onder het gebied dat het muisgebaar toont, waarmee een venster zal worden geopend. Houdt de linkermuisknop neer en teken het gewenste muisgebaar in het geboden gebied. Het gebaar zal opgeslagen worden wanneer u de linkermuisknop loslaat.

Het tabblad Trigger voor een muisgebaar-sneltoets.

Trigger voor een muisgebaar wijzigen.

Het tabblad Actie

Het tabblad Actie is waar u de actie instelt die uitgevoerd zal worden wanneer de sneltoets wordt gestart. Er zijn verschillende typen acties die verschillende configuratieopties hebben:

Commando/URL

Bij het gebruik van een Commando of URL als trigger, wordt een tekstvak getoond waarin u het uit te voeren commando of de te openen URL kunt invoeren wanneer de sneltoets wordt getriggerd. U kunt ook op de knop Bladeren klikken rechts van het tekstvak om een bestandsselectiedialoog te openen waarin u een bestand kunt selecteren op uw lokale system of een op afstand.

Het tabblad Actie voor een commando.

Een Commando-actie wijzigen.

D-Bus-commando
Het tabblad Actie voor een D-Bus-opdracht.

Een D-Bus-actie wijzigen.

De volgende opties zijn beschikbaar om u in staat te stellen een D-Bus-methode uit te laten voeren:

Toepassing op afstand

De servicenaam van de toepassing op afstand, waarop de methode moet worden uitgevoerd, bijvoorbeeld org.kde.spectacle als u het wilt laten uitvoeren op het hulpmiddel voor schermafdrukken Spectacle.

Object op afstand

Het pad naar het object op afstand waarop de methode moet worden uitgevoerd, bijvoorbeeld / voor schermafdrukacties met Spectacle of /Document/1, als u het wilt uitvoeren op het eerst geopende document in Kate.

Functie

De naam van de aan te roepen D-Bus-methode, bijvoorbeeld Volledig scherm als u een schermafdruk van het volledige scherm wilt of print als u het document wilt afdrukken.

Argumenten

Extra argumenten invoeren voor de aan te roepen D-Bus methode.

Aanroep

Deze knop gebruiken om na te gaan dat de actie werkt zoals verwacht.

D-Bus-browser starten

Start de toepassing QDBusViewer en blader door de D-Bus-methoden en argumenten voor een actieve toepassing.

Voor meer informatie over D-Bus, zie de Introductie tot D-Bus in KDE TechBase.

Toetsenbordinvoer verzenden

Bovenaan het tabblad Actie, is een groot veld voor tekstinvoer waar u de toetsaanslagen in kunt voeren die u wilt verzenden wanneer de sneltoets wordt gestart.

De meeste toetsen bevatten een enkel teken en om ze hier in te voeren voert u gewoon dat teken in. Om bijvoorbeeld een A te typen, voert u een A in. Sommige toetsen hebben langere namen en u kunt ook die namen gebruiken. Om de de Alt-toets in te drukken, voert u Alt in.

Individuele toetsaanslagen moeten gescheiden worden door een dubbelepunt (:). Om bijvoorbeeld foo in te voeren, voert u F:O:O in.

Toetsen die tegelijk ingedrukt moeten worden moeten gescheiden worden met een plusteken. Om bijvoorbeeld Ctrl+C in te drukken, voert u Ctrl+C in.

Tip

Bedenk dat u hier toetsaanslagen in moet voeren exact zoals u zou doen op een toetsenbord. Om hoofdletters te krijgen moet u de Shift-toets invoeren. Om bijvoorbeeld Hallo te typen, voer Shift+H:E:L:L:O in.

Dit is ook van toepassing op speciale tekens. Om bijvoorbeeld het at-teken op de indeling van het V.S.-Engelse toetsenbord, voer Shift+2 in.

Waarschuwing

De uit te voeren actie is afhankelijk van de nu geselecteerde indeling van het toetsenbord. Als u van indeling van toetsenbord wijzigt en een sneltoets start, dan kan dat ongewenste consequenties hebben.

Onder het tekstinvoerveld kunt u selecteren naar welk venster de toetsaanslagen gericht zullen zijn. U kunt kiezen uit de volgende opties:

  • Actief venster - het venster dat nu open is.

  • Specifiek venster - het venster dat u beschrijft met het onderstaande formulier. Voor meer informatie over het beschrijven van vensters, zie de paragraaf met de naam “Vensters definiëren”.

  • Actievenster - bij het gebruik van het type Trigger van vensteracties, voer de toetsaanslagen in het venster in dat de sneltoets activeerde.

Het tabblad Actie voor toetsenbordinvoer.

De toetsenbordinvoeractie voor een sneltoets wijzigen.

Vensters definiëren

Vensters definiëren

Verschillende gebieden van de module stellen u in staat een lijst met vensters te definiëren. Ze hebben allemaal hetzelfde interface, die de volgende opties bevatten:

Toelichting

Dit is meer een informeel tekstvak dat u kunt gebruiken om uit te leggen waar de trigger op van toepassing is of andere nuttige informatie. Het wordt niet echt voor iets door het systeem gebruikt.

Vensterlijst

Onder het veld Commentaar links is de lijst van alle vensterdefinities nu aanwezig in de trigger. Klik er gewoon op om er een bewerking op uit te voeren.

Bewerken...

Druk op deze knop om de nu geselecteerde vensterdefinitie te wijzigen. Een nieuw venster wordt geopend dat u in staat stelt het te bewerken. Dit venster bevat de volgende opties:

Venstergegevens

Dit is waar u het venster beschrijft waarop de trigger van toepassing is.

Bovenaan is een veld Commentaar, dat alleen informatief is net als die in het hoofdtabblad Trigger.

Er zijn drie vensterkarakteristieken beschikbaar:

  • Venstertitel - de titel die bovenaan het venster verschijnt.

  • Vensterklasse - gewoonlijk de naam van de toepassing.

  • Vensterrol - gewoonlijk de naam van de Qt™-klasse van het venster.

Elke vensterkarakteristiek biedt een afrolvak en een tekstvak eronder. Voer de te testen waarde van het venster in voor in het tekstvak. Uit het afrolvak, selecteer welk soort test u wilt toepassen. U kunt Is gebruiken om een exacte overeenkomst te krijgen, Bevat om krijgen dat de ingevoerde tekst ergens tussen de volledige waarde zit of Komt overeen met een reguliere expressie om een reguliere expressie te gebruiken om de overeenkomst te definiëren. U kunt ook het omgekeerde van al deze bewerkingen doen. Selecteer Is niet belangrijk als u niet wilt dat die specifieke karakteristiek wordt onderzocht.

De gemakkelijkste manier om deze informatie in te vullen is om het gewenste venster te openen, klik dan op de knop Autodetect onderaan deze sectie en klik tenslotte op het gewenste triggervenster. Alle drie vensterkarakteristieken zullen gevuld worden met de informatie uit dat venster en u kunt dan de instellingen naar behoefte aanpassen.

Venstertype

Dit laat u de overeenkomst beperken tot een specifiek type venster. De volgende opties zijn beschikbaar:

  • Normaal - een regulier toepassingsvenster.

  • Bureaublad - het hoofdbureaublad is in werkelijkheid een speciaal venster op zichzelf.

  • Dialoog - een klein venster dat onderdeel is van een normale toepassing, zoals een berichtvak of een instellingenscherm.

  • Vastzetter - een klein venster dat aangehecht of losgemaakt kan worden van een hoofdtoepassingsvenster.

Nieuw...

Maak een nieuwe vensterdefinitie. Dit opent de bewerkingsdialoog boven beschreven.

Dupliceren...

Dit maakt een nieuwe vensterdefinitie met exact dezelfde specificaties als de nu geselecteerde vensterdefinitie. Het opent de boven beschreven bewerkingsdialoog zodat u verdere wijzigingen kunt maken.

Verwijderen

Verwijdert de nu geselecteerde vensterdefinitie.

Instellingen

Instellingen

Wanneer u voor het eerst de module binnenkomt of wanneer u klikt op de knop Instellingen onder het linker paneel, dan zijn er verschillende instellingenopties in het rechter paneel:

De invoeractie-daemon bij het aanmelden laten starten

Dit stelt in of de achtergrondtoepassing die monitort op sneltoetsen van het toetsenbord en de geconfigureerde acties wel of niet actief wordt. Het is standaard ingeschakeld.

Gebaren

Dit keuzevakje activeren om muisgebaren in te schakelen.

Er zijn twee opties specifiek voor muisgebaren:

Tijdsoverschrijding

Dit specificeert het maximale tijdinterval, in milliseconden, gedurende welke het muisgebaar zal worden bekeken en herkend door het systeem.

Muisknop

Dit specificeert de te gebruiken muisknop voor muisgebaren. Gewoonlijk is 1 de linkermuisknop, 2 is de rechtermuisknop en 3 is de middelste of wielknop. Als uw muis meer knoppen heeft kunt u die in plaats daarvan ook gebruiken.

Opmerking

Knop 1 is niet beschikbaar, dus muisgebaren interfereren niet met de normale werking van uw systeem.

Het venster Instellingen.

Bewerken van Aangepaste sneltoetsinstellingen.

Dankbetuigingen en licentie

Dankbetuigingen en licentie

Speciale dank gaat naar de deelnemer van Google Code-In 2011 Subhashish Pradhan voor het grotendeels schrijven dit artikel.

Op- of aanmerkingen over de vertalingen van de toepassing en haar documentatie kunt u melden op http://www.kde.nl/bugs.

Dit document is vertaald in het Nederlands door Freek de Kruijf.

Deze documentatie valt onder de bepalingen van de GNU vrije-documentatie-licentie.

Deze toepassing valt onder de bepalingen van de GNU General Public License.