Het handboek van KatePart

Het handboek van KatePart

Thad McGinnis

Anne-Marie Mahfouf

Anders Lund

T.C. Hollingsworth

developer: Christoph Cullmann
reviewer: Lauri Watts
Vertaling van het handboek: Niels Reedijk
Vertaler/Nalezer: Tom Albers
Vertaler/Nalezer: Hannie Lafeber-Dumoleyn
herziening Frameworks 5.46 (2018-05-21)

KatePart is een editorcomponent vol met functies door Qt™ voor KDE toepassingen.


Inhoudsopgave

1. Inleiding
2. Enige basisbeginselen
Slepen en neerzetten
Sneltoetsen
3. Werken met de editor van KatePart
Overzicht
Door de tekst navigeren
Werken met de selectie
Blokselectie gebruiken
Selectie overschrijven
Blijvende selectie
Tekst kopiëren en plakken
Tekst zoeken en vervangen
De balken voor zoeken en vervangen
Tekst vinden
Tekst vervangen
Bladwijzers gebruiken
Automatische regelafbreking
Automatisch inspringen gebruiken
Markeringen voor wijzigingen in regels
De schuifbalk met mini-map
4. Het menu Items
Het menu Bestand
Het menu Bewerken
Het menu Beeld
Menu Bladwijzers
Het menu Hulpmiddelen
De menu's Instellingen en Help
5. Geavanceerde hulpmiddelen voor bewerking
Commentaar toevoegen/verwijderen
De commandoregel in de editor
Standaard commandoregel opdrachten
Code-invouwing gebruiken
6. KatePart uitbreiden
Inleiding
Werken met syntaxisaccentuering
Overzicht
Het systeem voor syntaxisaccentuering van KatePart
Het XML-formaat voor definitie van accentuering
Detectieregels accentueren
Scripting met JavaScript
Inspringscripts
Commandoregelscripts
API voor scripts
7. KatePart instellen
De instellingen voor de tekstbewerkercomponent
Uiterlijk
Lettertypen & kleuren
Bewerking
Openen/opslaan
Configureren met documentvariabelen
Hoe KatePart variabelen gebruikt
Beschikbare variabelen
Uitgebreide opties in .kateconfig bestanden
8. Dankbetuigingen en licentie
9. De VI-invoermethode
VI-invoermethode
Incompatibiliteiten met Vim
Modi omschakelen
Integratie met wat Kate kan
Ondersteunde commando's in normale/visuele modus
Ondersteunde verplaatsingen
Ondersteunde tekstobjecten
Ondersteunde commando's in invoegmodus
Het kommatekstobject
Ontbrekende functies
A. Reguliere expressies
Inleiding
Patronen
Escape-tekens
Tekenklassen en afkortingen
Alternatieven: overeenkomen met één van
Subpatronen
Tekens met een speciale betekenis in patronen
Aantallen
Happig
In voorbeelden van context
Toekenningen
Hoofdstuk 1. Inleiding

Hoofdstuk 1. Inleiding

KatePart is een tekstverwerkercomponent gebruikt door vele Qt™ en KDE toepassingen. KatePart is meer dan een tekstverwerker; het is bedoeld als editor voor programmeurs en zou kunnen worden beschouwd als op zijn minst deels een alternatief voor krachtigere editors. Eén van de hoofdfuncties van KatePart is de gekleurde syntaxis, aangepast voor veel verschillende programmeertalen zoals: C/C++, Java™, Python, Perl, Bash, Modula 2, HTML en Ada.

KWrite is een eenvoudige tekstverwerker gebaseerd op KatePart. Het heeft een interface voor een enkel document (SDI) waarmee u één bestand per keer per venster kunt bewerken. Omdat KWrite een erg eenvoudige implementatie is van KatePart, vereist het geen eigen documentatie. Als u weet hoe KWrite te gebruiken, dan kunt u KatePart overal gebruiken!

Hoofdstuk 2. Enige basisbeginselen

Hoofdstuk 2. Enige basisbeginselen

KWrite en vele andere gebruikers van KatePart zijn erg eenvoudig te gebruiken. Iedereen die ooit een tekstverwerker heeft gebruikt, zal geen problemen ervaren.

Slepen en neerzetten

KatePart gebruikt het protocol voor slepen en neerzetten van KDE. Bestanden kunnen vanuit het bureaublad, de bestandsbeheerder Dolphin of vanaf een externe FTP-site, geopend in een venster van Dolphin, naar KatePart gesleept worden.

Sneltoetsen

Sneltoetsen

De meeste sneltoetsen zijn in te stellen via het menu Instellingen. Standaard biedt KatePart de volgende sneltoetsen:

Ins

Wissel tussen de modi Invoegen en Overschrijven. Wanneer de modus Invoegen geactiveerd is, zullen getypte tekens ingevoegd worden op de plaats waar u deze typt. Wanneer de modus Overschrijven gekozen is, zal elk teken dat u typt het teken direct rechts van de tekstcursor overschrijven.

Left

Verplaats de cursor één positie naar links

Right

Verplaats de cursor één positie naar rechts

Up

Verplaats de cursor één regel naar boven

Down

Verplaats de cursor één regel naar beneden

Ctrl+E

Naar vorige bewerkingsregel

Ctrl+Shift+E

Naar volgende bewerkingsregel

Alt+Shift+Up

Cursor verplaatsen naar vorig overeenkomend inspringen

Alt+Shift+Down

Cursor verplaatsen naar vorig overeenkomend inspringen

Ctrl+6

Ga naar bijhorend haakje

PgUp

Verplaats de cursor één pagina naar boven

PgDn

Verplaats de cursor één pagina naar beneden

Home

Ga naar het begin van de regel

End

Ga naar het einde van de regel

Ctrl+Home

Ga naar begin van document

Ctrl+End

Ga naar einde van document

Ctrl+Up

Een regel naar boven

Ctrl+Down

Een regel naar beneden

Ctrl+Right

Woord naar rechts

Ctrl+Left

Woord naar links

Ctrl+Shift+Up

Regels naar boven verplaatsen

Ctrl+Shift+Down

Regels naar beneden verplaatsen

Ctrl+Alt+Up

Geselecteerde regels naar boven dupliceren

Ctrl+Alt+Down

Geselecteerde regels naar beneden dupliceren

Ctrl+B

Bladwijzer instellen

Alt+PgUp

Vorige bladwijzer

Alt+PgDn

Volgende bladwijzer

Del

Verwijder het teken rechts van de cursor (of de geselecteerde tekst)

Backspace

Verwijder het teken links van de cursor

Ctrl+Del

Rechter woord verwijderen

Ctrl+Backspace

Linker woord verwijderen

Ctrl+K

Regel verwijderen

Shift+Enter

Voeg een nieuwe regel in, inclusief tekens uit de huidige zin anders dan letters of cijfers. Het is bijv. nuttig bij het schrijven van commentaar in de code: druk op de sneltoets aan het einde van de regel // mijn tekst en de volgende regel begint al met // . U hoeft dus niet meer de commentaar-tekens in te typen aan het begin van elke nieuwe regel met commentaar.

Shift+Left

Selecteer het teken links van de cursor

Shift+Right

Selecteer het teken rechts van de cursor

Ctrl+F

Zoeken

F3

Volgende zoeken

Shift+F3

Vorige zoeken

Ctrl+H

Selectie zoeken

Ctrl+Shift+H

Selectie achterwaarts zoeken

Ctrl+Shift+Right

Woord rechts selecteren

Ctrl+Shift+Left

Woord links selecteren

Shift+Home

Tot begin van regel selecteren

Shift+End

Tot einde van regel selecteren

Shift+Up

Tot vorige regel selecteren

Shift+Down

Tot volgende regel selecteren

Ctrl+Shift+6

Selecteren tot bijhorend haakje

Ctrl+Shift+PgUp

Selecteren tot bovenzijde van weergave

Ctrl+Shift+PgDn

Selecteren tot onderzijde van weergave

Shift+PgUp

Een pagina omhoog selecteren

Shift+PgDn

Pagina omlaag selecteren

Ctrl+Shift+Home

Tot begin van document selecteren

Ctrl+Shift+End

Tot einde document selecteren

Ctrl+Home

Alles selecteren

Ctrl+Shift+A

Selectie opheffen

Ctrl+Shift+B

Blokselectiemodus

Ctrl+C / Ctrl+Ins

Kopieer de geselecteerde tekst naar het klembord.

Ctrl+D

Commentaar

Ctrl+Shift+D

Commentaar verwijderen

Ctrl+G

Ga naar regel...

Ctrl+I

Inspringen

Ctrl+Shift+I

Insprong verwijderen

Ctrl+J

Regels samenvoegen

Ctrl+P

Afdrukken

Ctrl+R

Vervangen

Ctrl+S

Roept de opdracht Opslaan aan.

Ctrl+Shift+S

Opslaan als

Ctrl+U

Omzetten naar hoofdletters

Ctrl+Shift+U

Omzetten naar kleine letters

Ctrl+Alt+U

Elk woord met hoofdletter beginnen

Ctrl+V / Shift+Ins

Plak de tekst van het klembord in de regel.

Ctrl+X / Shift+Ins

Kopieer de geselecteerde tekst naar het klembord en verwijder deze uit de tekst.

Ctrl+Z

Ongedaan maken

Ctrl+Shift+Z

Opnieuw

Ctrl+-

Lettertekens verkleinen

Ctrl++Ctrl+=

Lettertekens vergroten

Ctrl+Shift+-

Bovenste niveau van nodes invouwen

Ctrl+Shift++

Bovenste niveau van nodes uitvouwen

Ctrl+Space

Code-aanvulling aanroepen

F5

Herladen

F6

Pictogramrand tonen/verbergen

F7

Overschakelen naar commandoregel

F9

Vouwmarkeringen tonen/verbergen

F10

Dynamische regelafbreking

F11

Regelnummering tonen/verbergen

Ctrl+T

Lettertekens verplaatsen

Ctrl+Shift+O

Automatische spellingcontrole

Ctrl+Shift+V

Naar volgende invoermodus omschakelen

Ctrl+8

Bovenstaand woord hergebruiken

Ctrl+9

Onderstaand woord hergebruiken

Ctrl+Alt+#

Afkortingen uitbreiden

Hoofdstuk 3. Werken met de editor van KatePart

Hoofdstuk 3. Werken met de editor van KatePart

Anders Lund

Dominik Haumann

Vertaler/Nalezer: Natalie Koning
Vertaler/Nalezer: Freek de Kruijf

Overzicht

De editor van KatePart is het editor-gedeelte in het venster van KatePart. Deze editor wordt gedeeld tussen Kate en KWrite en kan ook in Konqueror gebruikt worden om tekstbestanden, vanaf de lokale computer of vanaf het netwerk, weer te geven.

De editor bestaat uit de volgende componenten:

Het bewerkgebied

Hier bevindt zich de tekst van uw document.

De schuifbalken

De schuifbalken tonen de positie van het zichtbare gedeelte in het document en kunnen gebruikt worden om door het document te navigeren. De tekstcursor wordt niet verplaatst als de tekst door middel van de schuifbalken verplaatst wordt.

De schuifbalken worden alleen getoond als dit noodzakelijk is, als dit niet noodzakelijk is blijven ze verborgen.

De pictogramrand

De pictogramrand is een smalle rand aan de linkerkant van de editor, hierop worden naast gemarkeerde regels (regels met een bladwijzer) kleine pictogrammen geplaatst.

U kunt bladwijzers bij zichtbare regels plaatsen of verwijderen door met de linkermuisknop op de pictogramrand naast die regel te klikken.

De pictogramrand kan in- of uitgeschakeld worden in het menu BeeldPictogramrand tonen.

De regelnummering

De regelnummers van alle zichtbare regels worden in een rand aan de linkerkant van de editor geplaatst.

Het tonen van regelnummers kan in- en uitgeschakeld worden in het menu BeeldRegelnummering tonen.

Het invouwpaneel

Het opvouwpaneel stelt u in staat om opvouwbare blokken regels in of uit te vouwen. De berekening van de opvouwbare gebieden wordt gedaan volgens de regels in de syntaxis voor definities voor accentuering in het document.

Door de tekst navigeren

Door de tekst navigeren

Door de tekst lopen in KatePart is vergelijkbaar met de meeste grafische tekstbewerkers. U beweegt de cursor door de pijltjestoetsen en de toetsen Page Up, Page Down, Home en End in combinatie met de Ctrl and Shift om de functie te wijzigen. De Shift-toets wordt altijd gebruikt om een selectie te maken, terwijl de Ctrl-toets verschillende effecten heeft op verschillende toetsen:

  • Voor de Omhoog en Omlaag pijltjestoetsen betekent het schuiven van het beeld in plaats van verplaatsen van de cursor.

  • Voor de Links en Rechts pijltjestoetsen betekent het sla woorden over in plaats van tekens.

  • Voor de Page Up en Page Down toetsen betekent het ga naar de zichtbare rand van het beeld in plaats van bladeren.

  • Voor de Home en End toetsen betekent het verplaatsen naar het begin of eind van het document in plaats van het begin of eind van de regel.

KatePart biedt u ook een manier om snel naar een overeenkomstige accolade of haakje te gaan: plaats de cursor aan de binnenkant van een haakje of accolade, en druk op Ctrl+6 om naar het overeenkomstige haakje of de accolade te springen.

U kunt ook bladwijzers plaatsen om snel naar posities te springen die u zelf definieert.

Werken met de selectie

Werken met de selectie

Er zijn twee manieren om tekst in KatePart te selecteren: met de muis en met het toetsenbord.

Om met de muis te selecteren houdt u de linkermuisknop ingedrukt terwijl u de muiswijzer van het begin van de te selecteren tekst tot het einde ervan sleept. De tekst wordt geselecteerd terwijl u sleept.

Een dubbelklik op een woord selecteert dat woord.

Een drievoudige klik in een regel selecteert de gehele regel.

Als u de Shift-toets ingedrukt houdt terwijl u klikt, wordt tekst op de volgende manier geselecteerd:

  • Als er nog niets geselecteerd is, vanaf de positie van de tekstcursor tot de positie van de muiswijzer.

  • Als er al tekst geselecteerd is, vanaf het begin van die selectie tot de positie van de muiswijzer.

Opmerking

Wanneer u tekst selecteert door met de muis te slepen, wordt de geselecteerde tekst naar het klembord gekopieerd. De selectie kan geplakt worden door met de middelste muisknop in de editor of in een andere toepassing te klikken.

Om met het toetsenbord te selecteren houdt u de Shift-toets ingedrukt terwijl u de navigatietoetsen (de pijltoetsen, PageUp, PageDown, Home en End) gebruikt, eventueel in combinatie met de Ctrl-toets om het verplaatsen van de cursor uit te breiden.

Zie ook Door de tekst navigeren in dit hoofdstuk.

Om de huidige selectie te Kopiëren kunt u het menu BewerkenKopiëren of de sneltoetsen Ctrl+C gebruiken.

Om de selectie te Deselecteren kunt u het menu BewerkenDeselecteren, of de sneltoetsen Ctrl+Shift+A gebruiken, of met de linkermuisknop in de editor klikken.

Blokselectie gebruiken

Wanneer "Blokselectie" ingeschakeld is, kunt u verticale selecties in de tekst maken, dit betekent dat u een aantal kolommen uit meerdere regels kunt selecteren. Dit kan handig zijn als u met tekst werkt die opgemaakt is in kolommen.

Blokselectie kan in-/uitgeschakeld worden door het menu BewerkenBlokselectiemodus te gebruiken. De standaard sneltoets is Ctrl+Shift+B.

Selectie overschrijven

Als "Selectie overschrijven" ingeschakeld is, wordt de geselecteerde tekst vervangen door de tekst die u intypt of plakt. Als het niet ingeschakeld is, wordt nieuwe tekst op de cursorpositie ingevoegd.

Selectie overschrijven is standaard ingeschakeld.

De instellingen voor deze optie kunt u wijzigen door gebruik van de pagina Cursor & selectie in het dialoogvenster Instellingendialoog.

Blijvende selectie

Wanneer "Blijvende selectie" ingeschakeld is, wordt de selectie niet ongedaan gemaakt wanneer u tekst typt of de cursor verplaatst. Dit betekent dat u de cursor ergens anders heen kunt verplaatsen en daar tekst kunt intypen.

Blijvende selectie is standaard uitgeschakeld.

Blijvende selectie kan ingesteld worden op de pagina Cursor & selectie in Instellingendialoog.

Waarschuwing

Als "Blijvende selectie" en "Selectie overschrijven" beide ingeschakeld zijn, wordt de selectie gedeselecteerd en vervangen door getypte of geplakte tekst wanneer de tekstcursor zich binnen de selectie bevindt.

Tekst kopiëren en plakken

Tekst kopiëren en plakken

Om tekst te kopiëren selecteert u de tekst en daarna gebruikt u het menu BewerkenKopiëren. Bovendien wordt met de muis geselecteerde tekst naar de X-selectie gekopieerd.

Om tekst van het klembord te plakken gebruikt u het menu BewerkenPlakken.

Bovendien kan tekst die met de muis is geselecteerd, geplakt worden door met de middelste muisknop op de gewenste positie te klikken.

Tip

Als u het KDE-bureaublad gebruikt, kunt u tekst die al eerder vanuit andere toepassingen gekopieerd is, ophalen door het Klipper-pictogram in het systeemvak te gebruiken.

Tekst zoeken en vervangen

Tekst zoeken en vervangen

De balken voor zoeken en vervangen

KatePart heeft een incrementele zoekbalk en een krachtige zoek- en vervangbalk, die de mogelijkheid biedt om vervangende tekst in te voeren samen met enkele extra opties.

De balken bieden de volgende gezamenlijke opties:

Zoeken

Hier typt u de tekenreeks in die gezocht moet worden. De interpretatie ervan is afhankelijk van enkele opties die hieronder beschreven worden.

Hoofdlettergevoelig

Indien geactiveerd, kunt u kiezen of bij het zoeken rekening gehouden moet worden met hoofdletters of kleine letters.

De krachtige zoek- eb vervangbalk biedt enkele extra opties:

Platte tekst

De te zoeken tekenreeks moet letterlijk overeenkomen.

Hele woorden

Als deze optie geactiveerd is, wordt alleen een overeenkomst gevonden er een woordgrens aan beide kanten van de tekenreeks staat, wat betekent geen alfanumeriek teken of een ander zichtbaar teken of een einde regel.

Escape Sequences

Als deze optie geactiveerd is, komt er een menuitem Toevoegen aan het eind van het contextmenu van de tekstvakken beschikbaar, die u in staat stelt om uit een voorgedefinieerde lijst "escape-reeksen" toe te voegen.

Reguliere expressie

Als deze optie geactiveerd is, wordt de zoektekenreeks als een reguliere expressie geïnterpreteerd. Het menuitem Toevoegen komt aan het eind van het contextmenu van de tekstvakken beschikbaar,die u in staat stelt om uit een voorgedefinieerde lijst "reguliere expressies" toe te voegen aan het zoekpatroon.

Zie Reguliere expressies voor meer informatie hierover.

Alleen in de selectie zoeken

Indien geactiveerd, zal zoeken en vervangen alleen worden uitgevoerd binnen de geselecteerd tekst.

Allen zoeken

op deze knop drukken accentueert alle overeenkomsten in het document en toont het aantal gevonden overeenkomsten in een kleine popup.

Tekst vinden

Om tekst te vinden start u de incrementele zoekbalk met Ctrl+F of met het menuitem BewerkenZoeken....

Dit opent de zoekbalk onder in het venster van de editor. Links in de balk bevindt zich een knop met een pictogram om de balk te sluiten, gevolgd door een klein invoerveld voor het opgeven van het zoekpatroon.

Het zoeken begint onmiddellijk nadat u de eerste letters van uw zoekpatroon intypt. Als er een overeenkomst is in de tekst, wordt deze gemarkeerd en verandert de achtergrondkleur van de invoer in lichtgroen. Als er geen overeenkomst gevonden wordt in de tekst wordt dit aangegeven door een lichtrode achtergrondkleur van het invoerveld.

Gebruik de knop of om naar de volgende of vorige overeenkomst in het document te gaan.

Overeenkomsten in het document zijn geaccentueerd zelfs wanneer u de zoekbalk sluit. Om deze accentuering te wissen drukt u op de Esc-toets.

U kunt kiezen of bij het zoeken rekening gehouden moet worden met hoofdletters of kleine letters. Kiest u , dan krijgt u alleen de tekst die precies overeenkomt met de hoofd- en kleine letters in het zoekpatroon.

Klik op de knop rechts van de incrementele zoekbalk om over te schakelen naar het balk geavanceerd zoeken en vervangen.

Om de laatste zoekbewerking te herhalen, indien aanwezig, zonder de incrementele zoekbalk op te roepen, gebruikt u BewerkenVolgende zoeken (F3) of BewerkenVorige zoeken (Shift+F3).

Tekst vervangen

Om tekst te vervangen, start u de krachtige zoek- en vervangbalk met het commando Bewerkenvervangen of de sneltoets Ctrl+R.

Links op de balk bevindt zich een knop met een pictogram om de balk te sluiten, gevolgd door een klein tekstinvoerveld om het zoekpatroon in te voeren.

U kunt de zoekmodus aanpassen door uit het afrolvak te kiezen voor Platte tekst, Hele woorden, Escape-sequences of Reguliere expressie.

Als Escape sequences of Reguliere expressie geselecteerd is, zal het menu-itemToevoegen... onderaan het contextmenu van de tekstinvoervelden geactiveerd worden. Hierdoor kunt u escape sequences of reguliere expressie-items toevoegen aan het zoek- of vervangpatroon vanuit voorgedefinieerde lijsten.

Gebruik de knop of om naar de volgende of vorige overeenkomst in het document te gaan.

Typ de vervangende tekst in in het tekstinvoerveld met de naam Vervangen en klik op de knop Vervangen om alleen de geaccentueerde tekst te vervangen, of de knop Alles vervangen om de gezochte tekst in het hele document te vervangen.

U kunt het gedrag van zoeken en vervangen wijzigen door onderin de balk verschillende opties te kiezen. Het kiezen van resulteert in alleen die tekenreeksen waarvan elke letter overeenkomt met de hoofdletter of kleine letter zoals opgegeven in de zoekopdracht. zal alleen binnen de huidige selectie zoeken en vervangen. De knop Alles zoeken accentueert alle overeenkomsten in het document en toont het aantal gevonden resultaten in een klein popup-venster.

Klik op de knop rechts in de balk zoeken en vervangen om over te schakelen naar de incrementele zoekbalk.

Tip

Als u reguliere expressies gebruikt om de te vervangen tekst te zoeken, kunt u gebruik maken van terugverwijzingen om tekst die tussen haakjes in subpatronen staat opnieuw te gebruiken.

Zie Reguliere expressies voor meer informatie hierover.

Tip

U kunt de commando's find, replace en ifind (incrementeel zoeken) vanaf de commandoregel.

Bladwijzers gebruiken

Bladwijzers gebruiken

Door middel van bladwijzers kunt u bepaalde regels markeren om ze snel terug te kunnen vinden.

U kunt op twee manieren bladwijzers instellen of verwijderen:

  • Beweeg de invoegcursor naar de regel en activeer het commando BladwijzersBladwijzer instellen (Ctrl+B).

  • Klik in de pictogramrand naast de regel.

Het menu Bladwijzers bevat een lijst met alle bladwijzers. Elke bladwijzer is herkenbaar aan het regelnummer en het begin van de tekst op de regel. Om de tekstcursor naar het begin van een gemarkeerde regel te verplaatsen selecteert u de gewenste bladwijzer in het menu.

Om snel van bladwijzer naar bladwijzer te bewegen of naar de volgende/vorige bladwijzer, gebruikt u de comando's Bladwijzersvolgende (Alt+PgDown) of BladwijzersVorige (Alt+PgUp).

Automatische regelafbreking

Automatische regelafbreking

Met behulp van deze functie kan tekst op een eenvoudige manier opgemaakt worden: de regels worden afgebroken op de ingestelde regellengte. Dit gebeurt echter niet bij aaneengesloten tekenreeksen die langer zijn dan de ingestelde regellengte.

U kunt deze functie in- en uitschakelen door het keuzevakje Statische regelafbreking in de bewerkingspagina van de configuratiedialoog aan of uit te zetten.

Om de maximale regellengte in te stellen (het maximum aantal tekens per regel), gebruikt u de optie Regels afbreken op in de pagina Bewerking van de configuratiedialoog.

Ingeschakeld heeft deze optie de volgende effecten:

  • Terwijl u typt, zal de editor automatisch een regeleinde invoegen na de laatste witruimte (bijboorbeeld een spatie of tabstop) vóór de maximale regellengte is bereikt.

  • Terwijl een document geladen wordt, zal de editor de tekst ook afbreken, indien de witruimte in de regels dit mogelijk maakt, zodat de regels niet langer zijn dan de maximale regellengte.

Opmerking

Het is momenteel niet mogelijk om regelafbreking per documenttype in te stellen; ook kan regelafbreking niet per document in- of uitgeschakeld worden. Dit zal wel mogelijk zijn in een toekomstige versie van KatePart.

Automatisch inspringen gebruiken

Automatisch inspringen gebruiken

De editor-component van KatePart ondersteunt diverse modi om tekst automatisch in te laten springen, ontworpen voor verschillende soorten tekstbestanden. In het menu HulpmiddelenInspringen kunt u kiezen uit de beschikbare modi. Met behulp van de de functie HulpmiddelenUitlijnen kunt u de inspringbreedte van de geselecteerde regels of van de huidige regel laten herberekenen. U kunt dus in uw gehele document het inspringen opnieuw doen door alle tekst te selecteren en deze actie te activeren.

Alle inspringmodi gebruiken het inspringen gerelateerd aan de instellingen in het actieve document.

Tip

U kunt allerlei soorten configuratievariabelen instellen, inclusief die zijn gerelateerd aan inspringen met Documentvariabelen en Bestandstypen.

Beschikbare modi bij automatisch inspringen

Geen

In deze modus wordt automatisch inspringen uitgeschakeld.

Normaal

Bij deze modus wordt de regel op dezelfde manier ingesprongen als de voorgaande regel. U kunt dit combineren met de opties "Inspringen" en "Inspringing verwijderen" om de tekst naar eigen inzicht in te laten springen.

C-stijl

Een programma voor indentering dat de regels laat inspringen op de manier zoals gebruikt wordt in C en gelijksoortige talen, C++, C#, java, javascript, enzovoort. Dit werkt niet voor scripttalen zoals Perl of PHP.

Haskell

Een programma voor indentering dat specifiek is voor de Haskell taal.

Lilypond

Een programma voor indentering dat specifiek is voor de Lilypond notatietaal voor muziek.

Lisp

Een programma voor indentering dat specifiek is voor de Lisp scripttaal en Lisp dialecten.

Python

Een programma voor indentering dat specifiek is voor de python scripttaal.

XML-stijl

Een programma voor indentering dat specifiek is voor talen die lijken op XML.

Markeringen voor wijzigingen in regels

Markeringen voor wijzigingen in regels

De markeringen voor wijzigingen in regels van KatePart laten u gemakkelijk zien wat u recent in een bestand hebt gewijzigd. Opgeslagen wijzigingen worden standaard aangegeven door een groene balk links van een document, terwijl niet opgeslagen wijzigingen aangegeven worden door een oranje balk.

Markeringen voor wijzigingen in regels in actie.

U kunt de kleuren gebruikt in het instellingenpaneel Lettertypes & kleuren wijzigen of u kunt deze mogelijkheid volledig uitschakelen in het tabblad Randen van het instellingenpaneel Uiterlijk.

De schuifbalk met mini-map

De schuifbalk met mini-map

De schuifbalk met mini-map van KatePart toont voorbeelden van documenten in plaats van de schuifbalk. Het nu zichtbare deel van het document is geaccentueerd.

De schuifbalk met mini-map toont een voorbeeld van de broncode van Kate.

U kunt de mini-map tijdelijk in- of uitschakelen door BeeldSchuifbalk met mini-map tonen te selecteren of permanent in de sectie Uiterlijk van de instellingen van KatePart.

Hoofdstuk 4. Het menu Items

Hoofdstuk 4. Het menu Items

Het menu Bestand

BestandNieuw (Ctrl+N)

Hiermee opent u een nieuw document in een nieuw en onafhankelijk editorvenster.

BestandOpenen... (Ctrl+O)

Toont een standaard KDE Bestand openen-dialoogvenster. Gebruik het bestandsoverzicht om het te openen bestand te selecteren en klik op de knop Openen om het te openen.

BestandRecent geopend

Dit geeft een lijst van bestanden die u recent hebt opgeslagen. Door op een bepaald bestand te klikken wordt het geopend in KatePart. Dit kan uiteraard alleen als het bestand nog bestaat op de aangegeven locatie.

BestandOpslaan (Ctrl+S)

Slaat het huidige document op. Indien dit bestand al eerder is opgeslagen met deze naam, dan zal het bestand zonder verdere vragen worden opgeslagen. Indien dit de eerste keer is dat een nieuw document wordt opgeslagen zal het dialoogvenster "opslaan als" worden getoond. Dit venster wordt hieronder verder beschreven.

BestandOpslaan als... (Ctrl+Shift+S)

Dit maakt het mogelijk om een document op te slaan onder een nieuwe bestandsnaam. De nieuwe naam kunt u opgeven in het venster dat identiek is aan het venster zoals dat in de sectie Openen reeds is beschreven.

BestandOpslaan met codering

Een document opslaan met een nieuwe bestandsnaam in een andere codering.

BestandKopie opslaan als...

Een kopie van een document opslaan met een nieuwe bestandsnaam en doorgaan met bewerken in het originele document.

BestandHerladen (Ctrl+F5)

Laadt het actieve bestand opnieuw van de schijf. Deze opdracht is nuttig wanneer een ander programma of proces het bestand heeft gewijzigd terwijl u het open hebt staan in KatePart.

BestandAfdrukken... (Ctrl+P)

Opent het afdrukvenster waarin u kunt aangeven wat, waar en hoe er afgedrukt moet worden.

BestandAls HTML exporteren

Sla het huidige open document op als een HTML-bestand, die opgemaakt wordt met de huidige accentuering van syntaxis en instellingen van het kleurschema.

BestandSluiten (Ctrl+W)

Sluit het actieve venster met deze opdracht. Als u wijzigingen hebt aangebracht, zal u gevraagd worden het bestand op te slaan voordat KatePart het sluit.

BestandAfsluiten (Ctrl+Q)

Sluit het huidige venster. Indien u via de menu-items Nieuw of Nieuw venstermeerdere KWrite-vensters geopend hebt, zullen die niet worden gesloten.

Het menu Bewerken

Het menu Bewerken

BewerkenOngedaan maken (Ctrl+Z)

Maakt de laatste bewerking ongedaan (typen, kopiëren, knippen, enz.)

Opmerking

Dit kan verscheidene bewerkingen, zoals het intypen van tekst, tegelijk ongedaan maken.

BewerkenOpnieuw (Ctrl+Shift+Z)

Dit draait de gevolgen van "Ongedaan maken" weer terug.

BewerkenKnippen (Ctrl+X)

Deze opdracht verwijdert de huidige selectie en plaatst het op het klembord. Het klembord werkt onzichtbaar en maakt het mogelijk gegevens over te brengen tussen toepassingen.

BewerkenKopiëren (Ctrl+C)

Dit kopieert de huidige selectie naar het klembord zodat die elders kan worden geplakt. Het klembord werkt onzichtbaar en maakt het mogelijk gegevens over te brengen tussen toepassingen.

BewerkenPlakken (Ctrl+V)

Dit plakt het eerste item in het klembord op de plaats van de cursor. Het klembord werkt onzichtbaar en maakt het mogelijk gegevens over te brengen tussen toepassingen.

Opmerking

Als de optie "Selectie overschrijven" ingeschakeld is, zal de geplakte tekst eventueel geselecteerde tekst overschrijven.

BewerkenKlembordgeschiedenis

Dit submenu zal het begin van delen van tekst tonen die recent naar het klembord zijn gekopieerd. Selecteer een item uit dit menu om het in het nu geopende bestand te plakken.

BewerkenAls HTML kopiëren

Kopieer de selectie als HTML, opgemaakt volgens de huidige accentuering van de syntaxis en instellingen van het kleurschema.

BewerkenAlles selecteren (Ctrl+A)

Dit selecteert het hele document. Op deze manier kunt u op een handige manier alle tekst kopiëren naar een andere toepassing.

BewerkenDeselecteren (Ctrl+Shift+A)

Als er tekst in de editor geselecteerd is, wordt de selectie opgeheven.

BewerkenBlokselectiemodus (Ctrl+Shift+B)

Wisselt van selectiemodus. Wanneer de selectiemodus BLOK is, de statusbalk toont de tekenreeks [BLOK] en u kunt verticaal selecteren, bijv. selecteer kolom 5 tot 10 in regel 9 tot 15.

BewerkenInvoer-modi

Schakel tussen een normale en een vi-achtige modale bewerkingsmethode. De vi-invoermodus ondersteunt de meestgebruikte opdrachten en bewegingen van de normale en visuele modus van vim en heeft een optionele vi-modus statusbalk. Deze statusbalk toont opdrachten terwijl ze worden ingevoerd, uitvoer van opdrachten en de huidige modus. Het gedrag van deze modus kan aangepast worden op het tabblad Vi-invoermethode in het tabblad Bewerking van de instellingendialoog van KatePart.

BewerkenOverschrijfmodus (Ins)

Schakelt de overschrijfmodus in of uit. Wanneer de modus INS is, worden tekens ingevoegd op de plaats van de cursor. Wanneer de modus OVR is, zullen de tekens die u typt de huidige tekens rechts van de cursor vervangen. De statusbalk toont de huidige status van de overschrijfmodus, of INS of OVR.

BewerkenZoeken... (Ctrl+F)

Dit opent de zoekbalk onder in het venster van de editor. Links in de balk bevindt zich een een knop met een pictogram om de balk te sluiten, gevolgd door een klein invoerveld voor het opgeven van het zoekpatroon.

Het zoeken begint onmiddellijk nadat u de eerste letters van uw zoekpatroon intypt. Als er een overeenkomst is in de tekst, wordt deze gemarkeerd en verandert de achtergrondkleur van de invoer in lichtgroen. Als er geen overeenkomst gevonden wordt in de tekst wordt dit aangegeven door een lichtrode achtergrondkleur van het invoerveld.

Gebruik de knop of om naar de volgende of vorige overeenkomst in het document te gaan.

Overeenkomsten in het document worden geaccentueerd zelfs wanneer u de zoekbalk sluit. Om deze accentuering te wissen, druk op de toetst Esc.

U kunt kiezen of bij het zoeken rekening gehouden moet worden met hoofdletters of kleine letters. Kiest u , dan krijgt u alleen de tekst die precies overeenkomt met de hoofd- en kleine letters in het zoekpatroon.

Klik op de knop rechts van de incrementele zoekbalk om over te schakelen naar het balk geavanceerd zoeken en vervangen.

BewerkenVarianten zoekenVolgende zoeken (F3)

Hiermee herhaalt u de laatste zoekhandeling, indien aanwezig, zonder de incrementele zoekbalk te activeren, waarbij voorwaarts gezocht wordt in het document vanaf de positie van de cursor.

BewerkenVarianten zoekenVorige zoeken (Shift+F3)

Hiermee herhaalt u de laatste zoekhandeling, indien aanwezig, zonder de zoekbalk te activeren, waarbij achterwaarts in plaats van voorwaarts gezocht wordt in het document.

BewerkenVarianten zoekenSelectie zoeken (Ctrl+H)

Vindt het volgende stuk geselecteerde tekst.

BewerkenVarianten zoekenSelectie achterwaarts zoeken (Ctrl+Shift+H)

Vindt het vorige stuk geselecteerde tekst.

BewerkenVervangen... (Ctrl+R)

Deze opdracht opent het venster "geavanceerd zoeken en vervangen". Links boven in het venster bevindt zich een knop met een pictogram om het venster te sluiten, gevolgd door een klein tekstinvoerveld om het zoekpatroon in te voeren.

U kunt de zoekmodus aanpassen door uit de lijst te kiezen voor Platte tekst, Hele woorden, Escape sequences of Reguliere expressie.

Als Escape sequences of Reguliere expressie geselecteerd is, zal het menu-itemToevoegen... onderaan het contextmenu van de tekstinvoervelden geactiveerd worden. Hierdoor kunt u escape sequences of reguliere expressie-items toevoegen aan het zoek- of vervangpatroon vanuit voorgedefinieerde lijsten.

Gebruik de knop of om naar de volgende of vorige overeenkomst in het document te gaan.

Typ de vervangende tekst in in het tekstinvoerveld met de naam Vervangen en klik op de knop Vervangen om alleen de geaccentueerde tekst te vervangen, of de knop Alles vervangen om de gezochte tekst in het hele document te vervangen.

U kunt het gedrag van zoeken en vervangen wijzigen door onderin de balk verschillende opties te kiezen. Het kiezen van resulteert in alleen die tekenreeksen waarvan elke letter overeenkomt met de hoofdletter of kleine letter zoals opgegeven in de zoekopdracht. zal alleen binnen de huidige selectie zoeken en vervangen. De knop Alles zoeken accentueert alle overeenkomsten in het document en toont het aantal gevonden resultaten in een klein popup-venster.

Klik op de knop rechts in de balk zoeken en vervangen om over te schakelen naar de incrementele zoekbalk.

BewerkenGa naarNaar overeenkomend haakje verplaatsen (Ctrl+6)

Beweeg de cursor naar het bijbehorende openings- of sluithaakje.

BewerkenGa naarTot het overeenkomstige haakje selecteren (Ctrl+Shift+6)

Selecteert de tekst tussen het overeenkomstige openings- en sluithaakje.

BewerkenGa naarNaar vorige gewijzigde regel springen

Regels die zijn gewijzigd na het openen van het bestand worden gewijzigde regels genoemd. Deze actie springt naar de vorige gewijzigde regel.

BewerkenGa naarNaar volgende gewijzigde regel springen

Regels die zijn gewijzigd na het openen van het bestand worden gewijzigde regels genoemd. Deze actie springt naar de volgende gewijzigde regel.

BewerkenGa naarGa naar regel (Ctrl+G)

Dit opent onderaan het venster de balk Ga naar regel, waarmee u de cursor een sprong kunt laten maken naar een bepaalde regel (door een getal op te geven) in het document. U kunt het regelnummer direct invoeren in het tekstinvoerveld of u kunt klikken op de pijltjes naar boven en beneden naast het tekstinvoerveld. Het pijltje naar boven verhoogt het regelnummer, en het pijltje naar beneden verlaagt het. U sluit de balk door te klikken op de knop met het pictogram links op de balk.

Het menu Beeld

Het menu Beeld

BeeldNieuw venster

Maak een nieuw venster aan met het huidige document als inhoud. Alle wijzigingen in het document in het ene venster worden meegenomen in het andere en vice versa.

BeeldOverschakelen naar commandoregel (F7)

Toont de commandoregel van KatePart onderaan het venster. Typ help op de commandoregel om hulp te krijgen en help list voor een lijst met commando's. Voor meer informatie over de commandoregel, zie De commandoregel van de bewerkingscomponent.

BeeldLettertype vergroten (Ctrl++)

Dit vergroot de lettertekens die getoond worden.

BeeldLettertype verkleinen (Ctrl+-)

Dit verkleint de lettertekens die getoond worden.

BeeldSchema

Dit menu toont de beschikbare kleurschema's. U kunt hier het schema wijzigen voor de huidige weergave, om het standaard schema te wijzigen moet u de pagina Lettertypen & kleuren van de instellingendialoog gebruiken.

BeeldRegelafbrekingDynamische regelafbreking (F10)

Schakelt dynamisch regelafbreking in/uit in de huidige weergave. Dynamische regelafbreking maakt alle tekst in een weergave zichtbaar zonder de noodzaak voor horizontaal schuiven door een actuele regel, indien nodig, op meer zichtbare regels af te beelden.

BeeldRegelafbrekingDynamische-regelafbreking-indicatoren

Kies wanneer en hoe de dynamische-regelafbreking-indicators moeten worden getoond. Dit is alleen beschikbaar wanneer de optie Dynamische regelafbreking is aangevinkt.

BeeldRegelafbrekingStatische regelafbrekingmarkering tonen

Wanneer deze optie is aangevinkt, verschijnt er een verticale lijn in de regelafbrekingkolom zoals gedefinieerd op het tabblad Bewerking van de InstellingenEditor instellen. Merk op dat de regelafbrekingmarkering alleen getoond wordt wanneer u een niet-proportioneel lettertype gebruikt.

BeeldRandenPictogramrand tonen (F6)

Dit is een wissel-item. Als het is aangevinkt wordt de pictogramrand zichtbaar links van de actieve editor en omgekeerd. De pictogramrand geeft de positie weer van de gemarkeerde lijnen in de bewerker.

BeeldRandenRegelnummering tonen (F11)

Dit is een wisselitem. Als het is aangevinkt verschijnt er aan de linkerkant van de actieve editor een paneel waarin de regelnummers van het document worden getoond, en vice versa.

BeeldRandenSchuifbalkmarkeringen tonen

Wanneer deze optie geactiveerd is, worden in de huidige weergave markeringen getoond op de verticale schuifbalk. Deze markeringen zijn gelijk aan de markeringen op de Pictogramrand.

BeeldRandenSchuifbalk met mini-map tonen

Dit vervangt de schuifbalk door een visualisatie van het huidige document. Voor meer informatie over de schuifbalk-minimap, zie de paragraaf met de naam “De schuifbalk met mini-map”

BeeldCode invouwen

Deze opties behoren bij code invouwen.

Invouwmarkeringen tonen (F9)

Schakelt het tonen van het paneel voor invouwen in/uit aan de linkerzijde van de weergave.

Huidige node invouwen

Vouw het gebied dat de cursor bevat in.

Huidige node uitvouwen

Vouw het gebied dat de cursor bevat uit.

Bovenste nodes invouwen (Ctrl+Shift+-)

Vouw alle gebieden van het bovenste niveau in het document in. Klik op het naar rechts wijzende driehoekje om alle gebieden op het hoogste niveau uit te vouwen.

Bovenste nodes uitvouwen (Ctrl+Shift++)

Vouw alle gebieden van het bovenste niveau in het document uit.

Niet-afdrukbare spaties tonen

Omringend vak rond niet-afdrukbare spaties tonen/verbergen.

Menu Bladwijzers

Menu Bladwijzers

Onder de items die hier beschreven worden, wordt elke bladwijzer in het document vermeld. De tekst bestaat uit de eerste woorden van de gemarkeerde regel. Selecteer een bladwijzer om de cursor naar het begin van die regel te verplaatsen. De editor zal te tekst opschuiven om de regel zichtbaar te maken.

BladwijzersBladwijzer instellen (Ctrl+B)

Plaatst een bladwijzer op de huidige regel in het actieve document (als er al een bladwijzer is, wordt deze verwijderd).

BladwijzersAlle bladwijzers verwijderen

Deze opdracht verwijdert alle bladwijzers uit het document evenals de lijst met bladwijzers die onderaan dit menu-item hangt.

BladwijzersVorige (Alt+PgUp)

Hiermee verplaatst u de cursor naar het begin van de regel met de eerste bovenliggende bladwijzer. In de tekst van het menu-item staat het regelnummer en het eerste stuk tekst op die regel. Dit item is alleen beschikbaar wanneer er een bladwijzer in een regel boven de cursor bestaat.

BladwijzersVolgende (Alt+PgDown)

Hiermee verplaatst u de cursor naar het begin van de volgende regel met een bladwijzer. In de tekst van het menu-item staat het regelnummer en het eerste stuk tekst op die regel. Dit item is alleen beschikbaar wanneer er een bladwijzer in een regel onder de cursor bestaat.

Het menu Hulpmiddelen

Het menu Hulpmiddelen

HulpmiddelenAlleen lezen

Stel het huidige document in op Alleen lezen. Dit voorkomt dat er tekst wordt toegevoegd of wijzigingen in de opmaak worden aangebracht.

HulpmiddelenModus

Kies het gewenste bestandstype voor het actieve document. Dit overschrijft alleen voor het huidige document het globale bestandstype ingesteld bij InstellingenEditor instellen op het tabblad Bestandstypen in de sectie Openen/opslaan.

HulpmiddelenAccentuering

Kies het gewenste accentueringsschema voor het actieve document. Dit overschrijft alleen voor het huidige document de globale accentueringregels ingesteld bij InstellingenEditor instellen.

HulpmiddelenInspringen

Kies de gewenste manier van inspringen voor het actieve document. Dit overschrijft alleen voor het huidige document de globale inspringmodus ingesteld bij InstellingenEditor instellen.

HulpmiddelenCodering

U kunt de standaardcodering, ingesteld bij InstellingenEditor instellen... in de pagina Openen/opslaan om een andere codering in te stellen voor het huidige document. De codering die u hier instelt zal alleen gelden voor het huidige document.

HulpmiddelenRegeleinde

Kies de gewenste regeleindemodus voor het actieve document. Dit overschrijft alleen voor het huidige document de globale einderegelmodus ingesteld bij InstellingenEditor instellen....

HulpmiddelenBytevolgordemarkering (BOM) toevoegen

Door deze actie aan te vinken kunt u expliciet een bytevolgordemarkering voor documenten gecodeerd in unicode toevoegen. De bytevolgordemarkering (BOM) is een Unicode-teken dat gebruikt wordt om de "endianness" (byte-volgorde) van een tekstbestand of stream aan te geven. Zie voor meer informatie: Byte Order Mark.

HulpmiddelenScripts

Dit submenu bevat een lijst met alle acties in scripts. De lijst kan gemakkelijk worden gewijzigd door uw eigen scripts te schrijven. Op deze manier kan KatePart worden uitgebreid met gebruikergedefinieerde hulpmiddelen.

HulpmiddelenScriptsNavigatie
HulpmiddelenScriptsNavigatieCursor verplaatsen naar vorig overeenkomend inspringen (Alt+Shift+Omhoog)

Verplaatst de cursor naar de eerst regel boven de huidige regel die op hetzelfde niveau inspringt als de huidige regel.

HulpmiddelenScriptsNavigatieCursor verplaatsen naar volgend overeenkomend inspringen (Alt+Shift+Omlaag)

Verplaatst de cursor naar de eerst regel na de huidige regel die op hetzelfde niveau inspringt als de huidige regel.

HulpmiddelenScriptsBewerking
HulpmiddelenScriptsBewerkingGeselecteerde tekst sorteren

De geselecteerde tekst of het gehele document sorteren in oplopende volgorde.

HulpmiddelenScriptsBewerkingRegels omlaag verplaatsen (Ctrl+Shift+Omlaag)

Geselecteerde regels omlaag verplaatsen.

HulpmiddelenScriptsBewerkingRegels omhoog verplaatsen (Ctrl+Shift+Omhoog)

Geselecteerde regels omhoog verplaatsen.

HulpmiddelenScriptsBewerkingGeselecteerde regels omlaag dupliceren (Ctrl+Alt+Omlaag)

De geselecteerde regels omlaag dupliceren.

HulpmiddelenScriptsBewerkingGeselecteerde regels omhoog dupliceren (Ctrl+Alt+Omhoog)

De geselecteerde regels omhoog dupliceren.

HulpmiddelenScriptsBewerkingGeselecteerde tekst URI-coderen

Codeert de geselecteerde tekst zodat het gebruikt kan worden als onderdeel van een zoektekst in een URL, waarbij de selectie vervangen wordt door de gecodeerde tekst.

HulpmiddelenScriptsBewerkingGeselecteerde tekst URI-decoderen

Als een deel van de zoektekst van een URL is geselecteerd, dan zal dit het decoderen en de selectie vervangen door de originele ruwe tekst.

HulpmiddelenScriptsEmmet
HulpmiddelenScriptsEmmetAfkortingen expanderen

Converteert de geselecteerde tekst naar een paar HTML of XML openings- en sluittags. Bijvoorbeeld, als div is geselecteerd, zal dit item dat vervangen door <div></div>.

HulpmiddelenScriptsEmmetMet tag omgeven

Omgeeft de geselecteerde tekst met de tag op de opdrachtregel.

HulpmiddelenScriptsEmmetCursor naar overeenkomstige tag verplaatsen

Als de cursor zich binnen een HTML/XML-openingstag bevindt, dan zal dit item deze naar de sluittag verplaatsen. Als de cursor zich binnen de sluittag bevindt, zal deze in plaats daarvan naar de openingstag verplaatsen.

HulpmiddelenScriptsEmmetInhoud van HTML/XML-tag binnenwaarts selecteren

Wanneer de cursor zich binnen een paar HTML/XML-tags bevindt, zal deze optie de selectie wijzigen zodat de inhoud tussen die HTML/XML-tags, zonder de tags zelf, wordt geselecteerd.

HulpmiddelenScriptsEmmetInhoud van HTML/XML-tag buitenwaarts selecteren

Wanneer de cursor zich binnen een paar HTML/XML-tags bevindt, zal dit item de selectie wijzigen zodat de inhoud tussen die HTML/XML-tags, inclusief de tags zelf, worden geselecteerd.

HulpmiddelenScriptsEmmetCommentaar omschakelen

Als het geselecteerde deel geen commentaar is, dan zal dit item dat deel in HTML/XML commentaar insluiten (bijv. <!-- geselecteerde tekst -->). Als het geselecteerde deel een commentaar is, zullen de commentaar-tags worden verwijderd.

ingesloten ScriptsEmmetTag onder cursor verwijderen

Als de cursor nu binnen een HTML/XML-tag zich bevindt, dan zal dit item de gehele tag verwijderen.

HulpmiddelenScriptsEmmetGetal met 1 verminderen

Dit item zal één aftrekken van de nu geselecteerde tekst, als het een getal is. Als bijvoorbeeld 5 is geselecteerd, zal het 4 worden.

HulpmiddelenScriptsEmmetGetal met 10 verminderen

Dit item zal tien aftrekken van de nu geselecteerde tekst, als het een getal is. Als bijvoorbeeld 15 is geselecteerd, zal het 5 worden.

HulpmiddelenScriptsEmmetGetal met 0.1 verminderen

Dit item zal 0.1 aftrekken van de nu geselecteerde tekst, als het een getal is. Als bijvoorbeeld 4.5 is geselecteerd, zal het 4.4 worden.

HulpmiddelenScriptsEmmetGetal met 1 ophogen

Dit item zal één optellen bij de nu geselecteerde tekst, als het een getal is. Als bijvoorbeeld 5 is geselecteerd, zal het 6 worden.

HulpmiddelenScriptsEmmetGetal met 10 ophogen

Dit item zal tien optellen bij de nu geselecteerde tekst, als het een getal is. Als bijvoorbeeld 5 is geselecteerd, zal het 15 worden.

HulpmiddelenScriptsEmmetGetal met 0.1 ophogen

Dit item zal 0.1 optellen bij de nu geselecteerde tekst, als het een getal is. Als bijvoorbeeld 4.5 is geselecteerd, zal het 4.6 worden.

HulpmiddelenCode aanvullen oproepen (Ctrl+Spatie)

Roep handmatig commando-aanvulling aan, meestal door een sneltoets te gebruiken die verbonden is met deze actie.

HulpmiddelenWoordaanvulling

Woord eronder hergebruiken (Ctrl+9) en Woord erboven hergebruiken (Ctrl+8) vullen de huidige getypte tekst aan door vanaf de huidige cursorpositie vooruit en achteruit te zoeken naar woorden die overeenkomen. Shell-aanvulling geeft een lijst met overeenkomsten.

HulpmiddelenSpellingAutomatische spellingcontrole (Ctrl+Shift+O)

Wanneer Automatische spellingcontrole ingeschakeld is, wordt tijdens het typen fout gespelde tekst onderstreept.

HulpmiddelenSpellingSpelling....

Dit initialiseert het programma Spellingcontrole - een programma gemaakt om de gebruiker te helpen bij het ondervangen en corrigeren van spelfouten. Door te klikken op dit item start u de spellingcontrole en opent u het dialoogvenster Spellingcontrole, waarmee u het proces kunt aansturen. Verticaal in het middel van het dialoogvenster treft u onder elkaar drie instellingen met links ervan hun overeenkomstige labels. Beginnend bovenin zijn dat:

Onbekend woord:

Hier toont de spellingcontrole het huidige woord dat nagekeken wordt. Dit gebeurt wanneer de spellingcontrole een woord tegenkomt dat niet voorkomt in het woordenboek - een bestand bestaande uit een lijst met correct gespelde woorden waarmee elk woord in de editor vergeleken wordt.

Vervangen door:

Als er in het woordenboek van de spellingcontrole vergelijkbare woorden staan, zal het eerste hier verschijnen. De gebruiker kan de suggestie accepteren, zijn of haar eigen correctie intypen, of een andere suggestie kiezen uit de keuzelijst.

Taal:

Indien u meerdere woordenboeken geïnstalleerd hebt, kunt u hier kiezen welk woordenboek/taal gebruikt moet worden.

Rechts van het dialoogvenster bevinden zich 6 knoppen waarmee de gebruiker het proces van de spellingcontrole kan aansturen. Deze zijn:

Aan woordenboek toevoegen

Door op deze knop te klikken wordt Onbekend woord toegevoegd aan het woordenboek van de spellingcontrole. Dit betekent dat de spellingcontrole dit woord in het vervolg altijd beschouwt als correct gespeld.

Suggestie

De spellingcontrole kan hier een aantal mogelijke woorden tonen ter vervanging van het woord dat nagekeken wordt. Door te klikken op één van de suggesties zal dat woord opgenomen worden in het invoerveld Vervangen door.

Vervangen

Met deze knop vervangt de spellingcontrole het woord dat nagekeken wordt in het document door het woord in het invoerveld Vervangen door.

Alles vervangen

Met deze knop vervangt de spellingcontrole niet alleen het huidige Onbekend woord: maar zorgt er automatisch voor dat ditzelfde woord overal in het document vervangen wordt.

Negeren

Door deze knop te activeren gaat de spellingcontrole verder zonder een verandering te hebben aangebracht.

Alles negeren

Deze knop zorgt ervoor dat de spellingcontrole niets doet met het huidige Onbekend woord:, en dat geldt tevens voor ditzelfde woord elders in het document.

Opmerking

Dit geldt alleen voor de spellingcontrole die op dat moment loopt. Wanneer de spellingcontrole later opnieuw gestart wordt, zal die weer bij ditzelfde woord stilstaan.

Horizontaal onderin het dialoogvenster van de spellingcontrole bevinden zich nog drie knoppen. Deze zijn:

Help

Dit roept het KDE helpsysteem op met de hulppagina van deze dialoog.

Beëindigd

Met deze knop beëindigt u het proces van de spellingcontrole en keert u terug naar het document.

Annuleren

Met deze knop annuleert u het proces van de spellingcontrole, alle wijzigingen worden teruggedraaid en u keert terug naar het document.

HulpmiddelenSpellingSpelling (vanaf cursor)....

Hiermee start u het programma spellingcontrole, maar het begint bij de cursor in plaats van aan het begin van het document.

HulpmiddelenSpellingSelectie op spelling controleren....

Controleert de spelling van de huidige selectie.

HulpmiddelenSpellingWoordenboek wijzigen

Toont onderaan het venster een keuzelijst met alle beschikbare woordenboeken voor de spellingcontrole. Hierdoor kunt u eenvoudig wisselen van spellingcontrole-woordenboek bijv. voor automatische spellingcontrole van tekst in verschillende talen.

HulpmiddelenInspringen opschonen

Dit schoont het inspringen voor de huidige selectie of voor de regel waarin zich de cursor bevindt op. Inspringen opschonen maakt dat alle geselecteerde tekst de inspringmethode van uw keuze krijgt.

HulpmiddelenUitlijnen

De huidige regel of geselecteerde regels worden opnieuw uitgelijnd, waarbij gebruik gemaakt wordt van de inspringmethode en inspring-instellingen in het document.

HulpmiddelenCommentaar (Ctrl+D)

Dit voegt één spatie toe aan het begin van de regel waar de tekstcursor zich bevindt of aan het begin van geselecteerde regels.

HulpmiddelenCommentaar verwijderen (Ctrl+Shift+D)

Dit verwijdert één spatie (indien aanwezig) aan het begin van de regel waar de tekstcursor zich bevindt of aan het begin van geselecteerde regels.

HulpmiddelenOmzetten naar hoofdletters (Ctrl+U)

Zet de geselecteerde tekst of de letter na de cursor om in hoofdletters.

HulpmiddelenOmzetten naar kleine letters (Ctrl+Shift+U)

Zet de geselecteerde tekst of de letter na de cursor om in kleine letters.

Hulpmiddelen Elk woord met hoofdletter laten beginnen (Ctrl+Alt+U)

Laat de geselecteerde tekst of het huidige woord met een hoofdletter beginnen.

HulpmiddelenRegels samenvoegen (Ctrl+J)

Voegt de geselecteerde regels samen, of de huidige regel en de regel eronder, met één spatie als scheidingsteken. Overtollige witruimte in de samengevoegde regels wordt verwijderd.

HulpmiddelenRegelafbreking toepassen

Pas statische regelafbreking toe voor het hele document. Dat betekent dat er automatisch een nieuwe tekstregel gestart wordt wanneer de huidige regel de lengte overschrijdt die opgegeven is bij de optie Regels afbreken op: op het tabblad Bewerken bij de Instellingen Editor instellen...

De menu's Instellingen en Help

De menu's Instellingen en Help

KatePart heeft de standaard menu van KDE Instellingen en Help, lees voor meer informatie de secties over het Menu Instellingen en Help Menu van de KDE Fundamentals.

Hoofdstuk 5. Geavanceerde hulpmiddelen voor bewerking

Hoofdstuk 5. Geavanceerde hulpmiddelen voor bewerking

Anders Lund

Dominik Haumann

Vertaler/Nalezer: Tom Albers
Vertaler/Nalezer: Natalie Koning
Vertaler/Nalezer: Freek de Kruijf

Commentaar toevoegen/verwijderen

Met de commando's Commentaar en Commentaar verwijderen in het menu Hulpmiddelen kunt u commentaarmarkering aan geselecteerde regels toevoegen of eruit verwijderen, mits commentaren door het bestandsformaat waar u aan werkt worden ondersteund. Als er geen tekst geselecteerd is wordt de huidige regel gebruikt.

De regels over de wijze waarop commentaar ingevoegd wordt, zijn vastgelegd in de syntaxisdefinities. Als syntaxisaccentuering niet gedefinieerd is, zal commentaar invoegen/verwijderen niet mogelijk zijn.

Sommige syntaxisdefinities definiëren commentaarmarkeringen per regel, sommige definiëren markeringen die over meedere regels kunnen lopen, en sommige definiëren beide. Indien er per regel gemarkeerd wordt, is het niet mogelijk om een selectie te markeren waarvan de laatste regel niet volledig is geselecteerd.

Wanneer commentaarmarkering per regel mogelijk is, dan zal dit de voorkeur hebben. Het voorkomt namelijk problemen met genest commentaar (commentaar binnen commentaar).

Wanneer commentaar verwijderd wordt, mogen er geen regels geselecteerd zijn die geen commentaar bevatten. Wanneer er commentaar dat over meerdere regels loopt verwijderd wordt, zullen eventuele spaties aan het begin en einde genegeerd worden.

Om een gedeelte te markeren als commentaar kiest u het menu HulpmiddelenCommentaar. U kunt ook de sneltoets gebruiken, de standaard is Ctrl+D.

Om commentaar te verwijderen kiest u het menu HulpmiddelenCommentaar verwijderen. U kunt ook de sneltoets gebruiken, de standaard is Ctrl+Shift+D.

De commandoregel in de editor

De commandoregel in de editor

De editor-component van KatePart beschikt over een interne commandoregel, zodat u diverse commando's direct, zonder uitgebreide GUI, kunt uitvoeren. De commandoregel bevindt zich onder het editor-gedeelte. Om hiermee te werken gebruikt u het menu BeeldOverschakelen naar commandoregel of drukt u op F7. De commando's van de editor worden hieronder beschreven, extra commando's kunnen door plugins geleverd worden.

Om een commando uit te voeren, typt u het commando en daarna drukt u op de Enter-toets. Op de commandoregel verschijnt een melding over het al dan niet slagen van de opdracht. Als u de commandoregel via F7 geopend hebt, zal deze automatisch na een paar seconden verdwijnen. Om de melding te verwijderen en een nieuw commando te typen drukt u nogmaals op F7.

Typ help om de ingebouwde help van de commandoregel te zien. Typ help list om een lijst met beschikbare commando's te zien. Om de help voor een specifiek commando te zien, typt u help commando.

De commandoregel houdt de geschiedenis van ingetypte commando's bij in een lijst, zodat u eerder getypte commando's opnieuw kunt gebruiken. Gebruik de toetsen Pijl omhoog en Pijl omlaag om door de lijst te navigeren. Wanneer een commando uit de lijst getoond wordt, is het argument-gedeelte geselecteerd, zodat u dit gemakkelijk kunt overschrijven.

Standaard commandoregel opdrachten

Argumenttypen

BOOLEAN

Dit wordt gebruikt met commando's die iets aan- of uitzetten. Toegestane waarden zijn on, off, true, false, 1 of 0.

INTEGER

Een geheel getal.

STRING

Een tekenreeks, omgeven door quotes (') of aanhalingstekens (") wanneer deze spaties bevat.

commando's om de editor in te stellen

Deze commando's worden door de editor-component geleverd en maken het mogelijk om instellingen voor het actieve document en het beeld te maken. Dit kan nuttig zijn als u andere dan de standaardinstellingen wilt gebruiken, bijvoorbeeld voor het inspringen.

set-tab-width {INTEGER width}

Stelt de tablengte in op width.

set-indent-width {INTEGER width}

Stelt de breedte voor het inspringen in op width. Gebruik dit alleen als u met spaties inspringt.

set-word-wrap-column {INTEGER width}

Stelt de regellengte in op width. Dit wordt gebruikt als u tekst automatisch laat afbreken.

set-icon-border {BOOLEAN enable}

Toont of verbergt de pictogramrand.

set-folding-markers {BOOLEAN enable}

Toont of verbergt de vouwmarkeringen.

set-line-numbers {BOOLEAN enable}

Toont of verbergt de regelnummering.

set-replace-tabs {BOOLEAN enable}

Als deze optie ingeschakeld is, worden tabs door spaties vervangen terwijl u typt.

set-remove-trailing-space {BOOLEAN enable}

Als deze optie ingeschakeld is, wordt witruimte aan het einde van de regel verwijderd als de cursor naar een andere regel gaat.

set-show-tabs {BOOLEAN enable}

Als deze optie ingeschakeld is, worden tabs en spaties aan het einde van de regel zichtbaar gemaakt door middel van een punt.

set-show-indent {BOOLEAN enable}

Als deze optie ingeschakeld is, wordt inspringen zichtbaar gemaakt door middel van een verticale lijn van puntjes.

set-indent-spaces {BOOLEAN enable}

Als deze optie ingeschakeld is, zal de editor elk inspringniveau met indent-width spaties laten inspringen in plaats van met tabs.

set-mixed-indent {BOOLEAN enable}

Als deze optie ingeschakeld is, zal KatePart tabs en spaties gebruiken voor het inspringen. Elk inspringniveau zal het aantal spaties hebben dat bij indent-width is ingesteld en meerdere inspringniveaus zullen geoptimaliseerd worden door zoveel mogelijk tabs te gebruiken.

Wanneer dit commando uitgevoerd wordt, zal ook het inspringen met spaties ingeschakeld worden. Als de inspringbreedte niet gespecificeerd is, zal deze op de helft van tab-width voor het document ingesteld worden.

set-word-wrap {BOOLEAN enable}

Schakelt dynamische regelafbreking in of uit, afhankelijk van enable.

set-replace-tabs-save {BOOLEAN enable }

Als deze optie ingeschakeld is, zullen tabs vervangen worden door spaties zodra het document opgeslagen wordt.

set-remove-trailing-space-save {BOOLEAN enable}

Als deze optie ingeschakeld is, zullen spaties aan het einde van elke regel verwijderd worden zodra het document opgeslagen wordt.

set-indent-mode {STRING name}

Stelt de automatische inspringmodus in op naam. Als naam onbekend is, wordt "none" (geen) gebruikt. Geldige modi zijn 'none', 'normal', 'cstyle', 'haskell', 'lilypond', 'lisp', 'python', 'ruby' en 'xml'.

set-auto-ident {BOOLEAN script}

Automatisch inspringen in- of uitschakelen.

set-highlight {STRING highlight}

Stelt de accentuering van syntaxis in voor het document. Het argument moet een geldige naam zijn, zoals die in het menu HulpmiddelenAccentueringmodus staat. Bij dit commando is automatische aanvulling beschikbaar voor het argument.

reload-scripts

Alle door Kate gebruikte JavaScript-scripts herladen, inclusief indenteerders en commandoregelscripts.

set-mode {STRING modus}

Het bestandstypeschema voor het huidige document kiezen.

nn[oremap] {STRING original} {STRING mapped}

Laat de originele toetsenreeks overeenkomen met de overeenkomstige.

Bewerkcommando's

Deze commando's wijzigen het huidige document.

indent

Laat de geselecteerde regels of de huidige regel inspringen.

unindent

Verwijdert de inspringing van de geselecteerde regels of van de huidige regel.

cleanindent

Schoont de inspringing van de geselecteerde regels of van de huidige regels op, in overeenstemming met de instellingen in het document.

comment

Voegt commentaarmarkeringen aan de geselecteerde regels of aan de huidige regel toe, in overeenstemming met de tekstopmaak zoals die gedefinieerd is voor de syntaxisaccentuering van het document.

uncomment

Verwijdert commentaarmarkeringen van de geselecteerde regels of van de huidige regel, in overeenstemming met de tekstopmaak zoals die gedefinieerd is voor de syntaxisaccentuering van het document.

kill-line

Verwijdert de huidige regel.

replace { STRING pattern} {STRING replacement}

Vervangt tekst die overeenkomt met pattern door replacement. Als u spaties in pattern wilt gebruiken, moet u om pattern en om replacement enkele of dubbele aanhalingstekens zetten. Als er geen aanhalingstekens om de argumenten staan, wordt het eerste woord als pattern gebruikt en de rest als replacement. Als replacement geen tekens bevat, wordt elk gevonden pattern verwijderd.

U kunt extra opties aan de zoekopdracht meegeven door een dubbele punt toe te voegen, gevolgd door één of meer letters die elk een optie vertegenwoordigen. De zoekopdracht krijgt de vorm replace:options pattern replacement. Beschikbare opties zijn:

b

Zoek achterwaarts.

c

Zoek vanaf de cursorpositie.

e

Zoek alleen in de geselecteerde tekst.

r

Gebruik een reguliere expressie in de zoekopdracht. In dit geval kunt u ook N gebruiken, N is een getal dat het aantal overeenkomsten in de vervangende tekenreeks vertegenwoordigt.

s

De zoekopdracht is hoofdlettergevoelig.

p

Vraag om toestemming om de volgende overeenkomst te vervangen.

w

Zoek alleen naar hele woorden.

date {STRING format}

Voegt een datum/tijd in volgens de gespecificeerde format, of in de opmaak yyyy-MM-dd hh:mm:ss als er geen opmaak gespecificeerd is. De mogelijke vormen van format en de resulterende interpretatie:

dDe dag als een getal zonder voorloopnul (1-31).
ddDe dag als een getal met voorloopnul (01-31).
dddDe verkorte gelokaliseerde dagnaam ('Ma'..'Zo').
ddddDe lange gelokaliseerde dagnaam ('Maandag'..'Zondag').
MDe maand als een getal zonder voorloopnul (1-12).
MMDe maand als een getal met voorloopnul (01-12).
MMMMDe lange gelokaliseerde maandnaam (bijv. 'januari'..'december').
MMMDe verkorte gelokaliseerde maandnaam ('Jan'..'Dec').
yyHet jaar als een getal van twee cijfers (00-99).
yyyyHet jaar als een getal van vier cijfers (1752-8000).
hHet uur zonder voorloopnul (0..23 of 1..12 als AM/PM gebruikt wordt).
hhHet uur met voorloopnul (00..23 of 01..12 als AM/PM gebruikt wordt).
mDe minuut zonder voorloopnul (0..59).
mmDe minuut met voorloopnul (00..59).
sDe seconde zonder voorloopnul (0..59).
ssDe seconde met voorloopnul (00..59).
zDe milliseconden zonder voorloopnul (0..999).
zzzDe milliseconden met voorloopnul (000..999).
APGebruik AM/PM. AP wordt vervangen door "AM" of "PM".
apGebruik am/pm. ap wordt vervangen door "am" of "pm".

char {STRING identifier}

Met behulp van dit commando kunt u tekens invoegen door het intypen van een decimaal, octaal of hexadecimaal getal. Open het dialoogvenster "Bewerkcommando's" en typ char: [number] in het invoerveld, klik daarna op OK.

Voorbeeld 5.1. char voorbeelden

Invoer: char:234

Uitvoer: ê

Invoer: char:0x1234

Uitvoer:


s///[ig] %s///[ig]

Dit commando voert een zoeken/vervangen-opdracht op de manier van sed uit op de huidige regel of in het gehele bestand (%s///).

Kort gezegd gebeurt er het volgende: In de tekst wordt naar de eerstvolgende overeenkomst met het zoekpatroon gezocht, de reguliere expressie tussen de eerste en de tweede slash, en wanneer een overeenkomst gevonden is, wordt het overeenkomende gedeelte van de tekst vervangen door de expressie tussen de tweede en de laatste slash. Haakjes in het zoekpatroon (search pattern) vertegenwoordigen terugverwijzingen, dit betekent dat het commando onthoudt welk gedeelte overeenkomt met het gedeelte tussen de haakjes; deze tekenreeksen kunnen opnieuw in de vervangende tekst gebruikt worden, \1 verwijst naar de eerste set haakjes, \2 naar de tweede set, enzovoort.

Om naar een ( of ) te zoeken moet u het teken vooraf laten gaan door een backslash: \(\)

Als u een i aan het einde van de expressie toevoegt, maakt de zoekopdracht geen verschil tussen hoofd- en kleine letters. Als u een g aan het einde toevoegt, worden alle overeenkomsten met het zoekpatroon vervangen, anders wordt alleen de eerste overeenkomst in een regel vervangen.

Voorbeeld 5.2. Tekst vervangen in de huidige regel

Uw aardige compiler is zojuist gestopt met de mededeling dat de class myClass in regel 3902 in uw bronbestand niet gedefinieerd is.

"Kreukels nog an toe!" denkt u, het is natuurlijk MyClass. U gaat naar regel 3902 en in plaats van te proberen het woord in de tekst te vinden, opent u het dialoogvenster "Bewerkcommando's", u typt s/myclass/MyClass/i, klikt op OK, slaat het bestand op en compileert – ditmaal zonder fouten.


Voorbeeld 5.3. Tekst vervangen in het gehele bestand

Stel dat u aan een bestand werkt waarin de naam Anna Jensen verscheidene keren voorkomt. Dan hoort u van iemand dat ze pasgeleden getrouwd is met Harry Jones. U wilt natuurlijk overal in het bestand Anna Jensen vervangen door Anna Jones-Jensen.

Open de commandoregel en typ %s/Anna Jensen/Anna Jones-Jensen/ en druk op de Enter-toets; dat was alles.


Voorbeeld 5.4. Een iets ingewikkelder voorbeeld

In dit voorbeeld gebruiken we zowel terugverwijzingen als teken-class (als u niet weet wat dit is, lees dan de uitleg hieronder).

Stel dat u de volgende regel hebt:

void MyClass::DoStringOps( String      &foo, String &bar, String *p, int  &a, int &b )

U bedenkt dat dit geen nette code is en besluit dat u het sleutelwoord const wilt gebruiken voor alle adressen van argumenten, herkenbaar aan de operator & voor de naam van het argument. U wilt ook de witruimte (de spaties of tabs) aanpassen, zodat er overal slechts één witruimteteken tussen de woorden staat.

Open het dialoogvenster "Bewerkcommando's" en typ: s/\s+(\w+)\s+(&)/ const \1 \2/g, klik daarna op OK. De g aan het einde van de expressie zorgt ervoor dat de reguliere expressie voor elke overeenkomst opnieuw opgebouwd wordt om de terugverwijzingen te behouden.

Uitvoer: void MyClass::DoStringOps( const String &foo, const String &bar, String *p, const int &a, const int &b )

Taak volbracht! Wat is er nu gebeurd? We hebben gezocht naar witruimte (\s+) gevolgd door één of meer lettertekens (\w+) gevolgd door nog meer witruimte (\s+) gevolgd door een ampersand, en tegelijkertijd hebben we de lettertekens en de ampersand opgeslagen voor hergebruik bij het vervangen. Daarna hebben we het overeenkomende gedeelte van de regel vervangen door één spatie gevolgd door const gevolgd door één spatie gevolgd door de opgeslagen lettertekens (\1) gevolgd door één spatie gevolgd door de opgeslagen ampersand (\2).

Nu waren de lettertekens op sommige plaatsen String, op andere plaatsen int, het gebruik van de tekenklasse \w en het bepalingsteken + bleek een handig hulpmiddel.


sort

De geselecteerde tekst of het gehele document sorteren.

natsort

De geselecteerde regels of het gehele document op een natuurlijke manier sorteren.

Voorbeeld 5.5. sort vs. natsort

sort(a10, a1, a2) resulteert in a1, a10, a2

natsort(a10, a1, a2) resulteert in a1, a2, a10


moveLinesDown

Geselecteerde regels omlaag verplaatsen.

moveLinesUp

Geselecteerde regels omhoog verplaatsen.

uniq

Dubbele regels uit de geselecteerde tekst of het gehele document verwijderen.

rtrim

Spaties aan het eind van de regel uit de geselecteerde tekst of het gehele document verwijderen.

ltrim

Spaties aan het begin van de regel uit de geselecteerde tekst of het gehele document verwijderen.

join [STRING separator]

Geselecteerde regels of het gehele document samenvoegen. Neemt optioneel een parameter die een scheidingsteken definieert, bijvoorbeeld: join ', '

rmblank

Alle spaties uit de geselecteerde tekst of het gehele document verwijderen.

unwrap

Alle regelafbrekingen uit de geselecteerde tekst of het gehele document ongedaan maken.

each {STRING script}

Met een JavaScript-functie als argument, roep die aan voor de lijst met geselecteerde regels en vervang ze met de terugkeerwaarde van die aanroep.

Voorbeeld 5.6. Geselecteerde regels samenvoegen

each 'function(lines){return lines.join(", ")}'

Of, korter:

each 'lines.join(", ")'


filter {STRING script}

Met een JavaScript-functie als argument, roep die aan voor de lijst met geselecteerde regels en verwijder ze als de terugkeerwaarde van die aanroep 'false' is.

Voorbeeld 5.7. Blanco regels verwijderen

filter 'function(1){return 1.length > 0;}'

Of, korter:

filter 'line.length > 0'


map {STRING script}

Met een JavaScript-functie als argument, roep die aan voor de lijst met geselecteerde regels en vervang de regel met de terugkeerwaarde van die aanroep.

Voorbeeld 5.8. Blanco regels verwijderen

map 'function(line){return line.replace(/^s+/,"");}'

Of, korter:

map 'line.replace(/^s+/,"")'


duplicateLinesUp

De geselecteerde regels boven de huidige selectie dupliceren.

duplicateLinesDown

De geselecteerde regels onder de huidige selectie dupliceren.

Navigatiecommando's

goto {INT line}

Dit commando plaatst de cursor op de gespecificeerde regel.

grep {STRING pattern}

Doorzoek het document met de reguliere expressie patroon. Voor meer informatie, zie Bijlage A, Reguliere expressies

find {STRING pattern}

Dit commando plaatst de cursor bij de eerstgevonden overeenkost met pattern, afhankelijk van de eventuele opties. Volgende overeenkomsten kunnen gevonden worden door het menu BewerkenVolgende zoeken te gebruiken of door op F3 te drukken.

Het gedrag van de zoekopdracht kan ingesteld worden door een dubbele punt gevolgd door één of meer opties aan het commando toe te voegen: find:options pattern. De volgende opties kunnen gebruikt worden:

b

Zoek achterwaarts.

c

Zoek vanaf de cursorpositie.

e

Zoek alleen in de geselecteerde tekst.

r

Gebruik een reguliere expressie in de zoekopdracht. In dit geval kunt u ook N gebruiken, N is een getal dat het aantal overeenkomsten in de vervangende tekenreeks vertegenwoordigt.

s

De zoekopdracht is hoofdlettergevoelig.

w

Zoek alleen naar hele woorden.

ifind {STRING pattern}

Met behulp van dit commando kunt u zoeken terwijl-u-typt. Het gedrag van de zoekopdracht kan ingesteld worden door een dubbele punt gevolgd door één of meer opties aan het commando toe te voegen: ifind:options patroon. De volgende opties kunnen gebruikt worden:

b

Zoek achterwaarts.

r

Gebruik een reguliere expressie in de zoekopdracht.

s

De zoekopdracht is hoofdlettergevoelig.

c

Zoek vanaf de cursorpositie.

Opdrachten voor basis functies van de Editor (Deze hangen af van de toepassing waarin de editorcomponent gebruikt wordt)

w

Het huidige document opslaan.

wa

Alle huidige geopende documenten opslaan.

q

Het huidige document sluiten.

qa

Sluit alle geopende documenten.

wq

Het huidige document opslaan en sluiten.

wqa

Alle huidige open documenten opslaan en sluiten.

x

Het huidige document alleen opslaan en sluiten als het is gewijzigd.

x

Alleen alle huidige geopende documenten opslaan en sluiten als ze zijn gewijzigd.

bp

Naar het vorige document in de documentenlijst gaan.

bn

Naar het volgende document in de documentenlijst gaan.

new

Een nieuw document openen in horizontaal gesplitste weergave.

vnew

Een nieuw document openen in verticaal gesplitste weergave.

e

Het huidige document herladen als het op de schijf is gewijzigd.

enew

Een nieuw document bewerken.

print

Het printerdialoogvenster openen om het huidige document af te drukken.

Code-invouwing gebruiken

Code-invouwing gebruiken

Code invouwen stelt u in staat om delen van een document in de editor te verbergen, waarmee het gemakkelijker is om overzicht te houden over grote documenten. In KatePart worden de invouwbare gebieden berekend met regels gedefinieerd in de definities van syntaxis accentuering en zijn daarom alleen beschikbaar in sommige formaten - typisch broncode van programma's, XML-markup en vergelijkbaar. De meeste definities voor accentuering met ondersteuning van code invouwen laten u ook handmatig invouwbare gebieden definiëren, typisch met de BEGIN en END sleutelwoorden.

Om de functie codeinvouwen te gebruiken, activeert u de invouwmarkering met het menu-item BeeldInvouwmarkeringen tonen als ze nog niet zichtbaar zijn. Het paneel voor invouwmarkeringen links op het scherm toont een grafische weergave van de invouwgebieden, met driehoekssymbolen om de mogelijke bewerking op een gegeven gebied aan te geven: een naar beneden gerichte driehoek geeft aan dat het gebied niet is ingevouwen, erop klikken zal het gebied invouwen en een naar rechts wijzende driehoek zal in plaats daarvan worden getoond.

Er zijn drie commando's die de status van invouwgebieden veranderen, zie de menudocumentatie.

De ingevouwen regels worden herinnerd wanneer een bestand wordt gesloten, dus bij het opnieuw openen van het bestand zullen de ingevouwen nodes nog steeds ingevouwen zijn. Dit is ook van toepassing bij herladen.

Als u geen gebruik wilt maken van code invouwen, dan kunt u de optie Invouwmarkering tonen (indien beschikbaar) in de pagina Uiterlijk van de editorconfiguratie.

Hoofdstuk 6. KatePart uitbreiden

Hoofdstuk 6. KatePart uitbreiden

T.C. Hollingsworth

Vertaler/Nalezer: Freek de Kruijf

Inleiding

Zoals elke geavanceerde tekstbewerkercomponent biedt KatePart een aantal manieren om zijn functionaliteit uit te breiden. U kunt eenvoudige scripts schrijven om functionaliteit toe te voegen met JavaScript. Tenslotte, wanneer u Kate, hebt uitgebreid, bent u welkom om met ons mee te doen en uw verbeteringen te delen met de wereld!

Werken met syntaxisaccentuering

Werken met syntaxisaccentuering

Overzicht

Accentuering van syntaxis zorgt er voor dat de tekstbewerker automatisch tekst in verschillende stijlen/kleuren laat zien, afhankelijk van de functie van de tekenreeks in relatie tot het doel van het bestand. In broncode voor programma's bijvoorbeeld, kunnen besturingsstatements vet worden weergegeven, terwijl typen gegevens en commentaar een andere kleur krijgen dan de rest van de tekst. Dit verbetert de leesbaarheid van de tekst enorm en helpt de auteur dus om efficiënter en productiever te zijn.

Een Perl-functie, weergegeven met syntaxisaccentuering.

Een Perl-functie, weergegeven met syntaxisaccentuering.

Dezelfde Perl-functie, weergegeven zonder accentuering.

Dezelfde Perl-functie, weergegeven zonder accentuering.

Welke van de twee voorbeelden is gemakkelijker te lezen?

KatePart komt met een flexibel, te configureren en capabel systeem voor accentuering van de syntaxis en de standaard distributie levert definities voor een brede reeks van programmeer-, script- en markup-talen en andere formaten van tekstbestanden. Bovendien kunt u uw eigen definities leveren in eenvoudige XML-bestanden.

KatePart zal automatisch de juiste syntaxisregels detecteren wanneer u een bestand opent, gebaseerd op het MIME-type van het bestand, bepaald door zijn extensie of, als deze er geen heeft, de inhoud. Ervaart u een foute keuze, dan kunt u handmatig de te gebruiken syntaxis instellen uit het menu HulpmiddelenAccentuering.

De stijlen en kleuren die door elke definitie voor syntaxisaccentuering kan worden ingesteld met het tabblad Accentuering van tekststijlen van de Instellingendialoog, terwijl de MIME-types en bestandsextensies waarvoor ze gebruikt zouden moeten worden, worden behandeld door het tabblad Modi & bestandstypen.

Opmerking

Syntaxisaccentuering is er om de leesbaarheid van correcte tekst te verhogen, maar u kunt het niet vertrouwen om uw tekst te valideren. Tekst markeren voor syntaxis is moeilijk, afhankelijk van het formaat dat u gebruikt en in sommige gevallen zullen de auteurs van de syntaxisregels trots zijn als 98% van de tekst juist wordt weergegeven, hoewel u meestal een zeldzame stijl nodig hebt om de onjuiste 2% tegen te komen.

Tip

U kunt bijgewerkte of extra definities voor syntaxisaccentuering downloaden van de KatePart-website door op de knop Accentueringsbestanden downloaden... te klikken in het tabblad Modi & bestandstypen van de Instellingendialoog.

Het systeem voor syntaxisaccentuering van KatePart

Deze sectie zal het mechanisme voor syntaxisaccentuering van KatePart in meer detail laten zien. Het is er voor u als u er iets over wilt weten of als u syntaxis-definities wilt veranderen of aanmaken.

Hoe het werkt

Wanneer u een bestand opent, is een van de eerste dingen die de tekstbewerker KatePart doet, het detecteren van welke syntaxis-definitie voor het bestand moet worden gebruikt. Terwijl de tekst van het bestand wordt ingelezen en terwijl u het intypt, zal het systeem voor syntaxisaccentuering de tekst analyseren met de regels gedefinieerd door de syntaxis-definitie en het markeren waar verschillende contexten en stijlen beginnen en eindigen.

Tijdens het typen van het document wordt de nieuwe tekst geanalyseerd en direct gemarkeerd, zodat wanneer u een teken verwijdert die is gemarkeerd als het begin van einde van een context, de stijl van de tekst er omheen overeenkomstig wijzigt.

De syntaxis-definities die door het systeem voor syntaxisaccentuering van KatePart wordt gebruikt zijn XML-bestanden, bevattende

  • Regels voor detecteren van de rol van tekst, georganiseerd in contextblokken

  • Lijsten met sleutelwoorden

  • Definities van stijl-items

Bij het analyseren van de tekst worden de detectieregels geëvalueerd in de volgorde waarin ze zijn gedefinieerd en, als het begin van de huidige tekenreeks overeenkomt met een regel, wordt de gerelateerde context gebruikt. Het beginpunt in de tekst wordt verplaatst naar het eindpunt waarop die regel overeenkomt en een nieuwe ronde van de regels begint, beginnend in de context ingesteld door de overeenkomende regel.

Regels

De detectieregels zijn het hart van het detectiesysteem voor accentuering. Een regel is een tekenreeks, teken of reguliere expressie waartegen de tekst die wordt geanalyseerd wordt vergeleken. Het bevat informatie over welke stijl te gebruiken voor het overeenkomende deel van de tekst. Het kan de in werking zijnde context van het system omschakelen ofwel naar een expliciet genoemde context of naar de vorige context in gebruik bij de tekst.

Regels zijn georganiseerd in contextgroepen. Een contextgroep wordt gebruikt voor hoofdtekstconcepten in het formaat, bijvoorbeeld tekenreeksen tussen aanhalingstekens of commentaarblokken in broncode van programma's. Dit zorgt ervoor dat het accentueringssysteem niet door alle regels hoeft te doorlopen wanneer het niet noodzakelijk is en dat sommige tekenreeksen in de tekst anders kan worden behandeld afhankelijk van de huidige context.

Contexts kunnen dynamisch worden gegenereerd om het gebruik van specifieke gegevens bij toestanden in regels toe te staan.

Contextstijlen en sleutelwoorden

In sommige programmeertalen worden door de compiler (het programma dat de broncode vertaald in een binair uitvoerbaar programma) gehele getallen anders behandeld dan drijvendekommagetallen en er kunnen tekens zijn met een speciale betekenis in een tekenreeks tussen aanhalingsteken. In zulke gevallen, is het zinvol om ze verschillend weer te geven in hun omgeving zodat ze gemakkelijk zijn te identificeren bij het lezen van de tekst. Dus zelfs als ze speciale contexts representeren, kunnen ze als zodanig door het systeem voor accentuering van syntaxis worden gezien, zodat ze gemarkeerd kunnen worden voor een anders weergeven.

Een syntaxis-definitie kan zoveel stijlen bevatten als nodig is om de concepten van het formaat te dekken waarvoor het wordt gebruikt.

In vele formaten zijn er lijsten woorden die een specifiek concept representeren. Bijvoorbeeld in programmeertalen, zijn controlstatements een concept, namen van gegevenstypen een andere en ingebouwde functies van de taal een derde. Het accentueringssysteem voor syntaxis van KatePart kan zulke lijsten gebruiken om woorden in de tekst te detecteren en te markeren om concepten te accentueren van de tekstformaten.

Standaard stijlen

Als u in KatePart een C++ bronbestand, een Java™ bronbestand en een HTML document opent, dan zult u zien dat zelfs wanneer de formaten verschillend zijn en dus verschillende woorden voor een speciale behandeling worden gekozen, de gebruikte kleuren hetzelfde zijn. Dit komt omdat KatePart een voorgedefinieerde lijst met standaard stijlen heeft die worden gebruikt bij de individuele definities van syntaxis.

Dit maakt het gemakkelijk om gelijkvormige concepten in verschillende tekstformaten te herkennen. Bijvoorbeeld: commentaar is in bijna elk programma, script of markup-language aanwezig en wanneer ze in alle talen op dezelfde manier worden weergegeven, dan hoeft u niet meer na te denken om ze in de tekst te herkennen.

Tip

Alle stijlen in een syntaxisdefinitie gebruiken een van de standaard stijlen. Een paar syntaxisdefinities gebruiken meer stijlen dan er standaarden zijn, dus als u een format vaak gebruikt kan het het waard zijn om de instellingendialoog te starten om te zien of sommige concepten dezelfde stijl gebruiken. Er is bijvoorbeeld slechts één standaard stijl voor tekenreeksen, maar de Perl programmeertaal werkt met twee typen tekenreeksen, u kunt het accentueren verbeteren door ze enigszins verschillend in te stellen. Alle beschikbare standaard stijlen zullen later worden verklaard.

Het XML-formaat voor definitie van accentuering

Overzicht

KatePart gebruikt het framework voor accentuering van sysntaxis uit KDE Frameworks. De standaard xml-bestanden voor accentuering geleverd met KatePart zijn standaard gecompileerd in de bibliotheek voor accentuering van syntaxis.

Deze sectie is een overzicht van het formaat van 'Highlight Definition XML'. Het zal de hoofdcomponenten, hun betekenis en gebruik beschrijven op basis van een klein voorbeeld. De volgende sectie zal in detail de accentueringdetectieregels uitleggen.

De formele definitie, ook bekend als XSD kunt u vinden in Opslagruimte voor accentuering van syntaxis in het bestand taal.xsd

Zelf gemaakte .xml bestanden voor definitie van accentuering zijn geplaatst in org.kde.syntax-highlighting/syntax/ in uw gebruikersmap te vinden met qtpaths--paths GenericDataLocation die gebruikelijk $HOME/.local/share is

Op Windows® zijn deze bestanden gelokaliseerd in %USERPROFILE%/AppData/Local/org.kde.syntax-highlighting/syntax. %USERPROFILE% wordt gewoonlijk C:\\Users\\gebruiker.

Hoofdsecties van bestanden voor accentueringsdefinities van KatePart

Een bestand voor accentuering bevat een kop die de XML-versie instelt:
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
De basis van het definitiebestand is het element language. Beschikbare attributen zijn:

Vereiste attributen:

name stelt de naam van de taal in. Het verschijnt nadien in de menu's en dialogen.

section specificeert de categorie.

extensions definieert bestandsextensies, zoals "*.cpp;*.h"

versie specificeert de huidige revisie van het definitiebestand in termen van een geheel getal. Wanneer u een geaccentueerd definitiebestand wijzigt, verzeker u ervan dat dit getal wordt verhoogt.

kateversion specificeert de laatst ondersteunde versie van KatePart.

Optionele attributen:

mimetype associeert ket MIME-type van bestanden.

casesensitive definieert of de sleutelwoorden gevoelig zijn voor hoofd- en kleine letters.

priority is nodig als een andere bestand met accentueringsdefinities dezelfde extensies gebruiken. De hogere prioriteit wint.

author bevat de naam van de auteur en zijn/haar e-mailadres.

license bevat de licentie, gewoonlijk de MIT licentie voor nieuwe bestanden met accentuering van syntaxis.

style bevat de geleverde taal en wordt gebruikt door de indenteerders voor het attribuut required-syntax-style.

hidden definieert of de naam moet verschijnen in de menu's van KatePart.

De volgende regel kan er als volgt uitzien:

<language name="C++" version="1" kateversion="2.4" section="Sources" extensions="*.cpp;*.h" />
Vervolgens komt het element highlighting, die het optionele element list bevat en de vereiste elementen contexts en itemDatas.

Elementen list bevatten een lijst met sleutelwoorden. In dit geval zijn de sleutelwoorden class en const. U mag zoveel elementen 'list' toevoegen als nodig is.

Het element contexts bevat alle contexten. De eerste context is per definitie het begin van de accentuering. Er zijn twee regels in de context Normal Text, die overeenkomt met de lijst sleutelwoorden met de naam somename en een regel die een aanhalingsteken detecteert en de context om schakelt naar String. Om meer over regels te leren, leest u het volgende hoofdstuk.

Het derde deel is het element itemDatas. Het bevat alle kleur- en lettertypestijlen nodig voor de contexten en regels. In dit voorbeeld worden itemData Normal Text, String en Keyword gebruikt.

<highlighting>
    <list name="somename">
      <item> class </item>
      <item> const </item>
    </list>
    <contexts>
      <context attribute="Normal Text" lineEndContext="#pop" name="Normal Text" >
        <keyword attribute="Keyword" context="#stay" String="somename" />
        <DetectChar attribute="String" context="string" char="&quot;" />
      </context>
      <context attribute="String" lineEndContext="#stay" name="string" >
        <DetectChar attribute="String" context="#pop" char="&quot;" />
      </context>
    </contexts>
    <itemDatas>
      <itemData name="Normal Text" defStyleNum="dsNormal" />
      <itemData name="Keyword" defStyleNum="dsKeyword" />
      <itemData name="String" defStyleNum="dsString" />
    </itemDatas>
  </highlighting>
Het laatste deel van een accentueringsdefinitie is de optionele sectie general. Het mag informatie over sleutelwoorden, vouwen van code, commentaar en inspringen bevatten.

De sectie comment definieert met welke tekenreeks een enkele regel commentaar wordt aangegeven. U kunt ook commentaar op meerdere regels definiëren met multiLine met het additionele attribuut end. Dit wordt gebruikt als de gebruiker op de bijbehorende sneltoets voor comment/uncomment drukt.

De sectie keywords definieert of lijsten met sleutelwoorden onderscheid maken tussen hoofd- en kleine letters. Andere attributen zullen later worden verklaard.

<general>
    <comments>
      <comment name="singleLine" start="#"/>
    </comments>
    <keywords casesensitive="1"/>
  </general>
</language>

De secties in detail

Dit deel zal alle beschikbare attributen voor contexten beschrijven, itemDatas, sleutelwoorden, commentaar, code opvouwen en inspringen.

Het element context behoort tot de groep contexts. Een context zelf definieert context specifieke regels zoals wat zou moeten gebeuren als het systeem voor accentuering het eind van een regel bereikt. Beschikbare attributen zijn:

name geeft de contextnaam aan. Regels zullen deze naam gebruiken om de context te specificeren om om te schakelen als de regel overeenkomt.

lineEndContext definieert de context waarnaar het systeem voor accentuering omschakelt als het einde van een regel wordt bereikt. Dit kan of de naam van een andere context zijn, #stay om de context niet om te schakelen (bijv.. niets doen) of #pop wat de oorzaak is van het verlaten van deze context. Het is mogelijk om bijvoorbeeld #pop#pop#pop te gebruiken om drie keer te poppen of zelfs #pop#pop!AndereContext om twee keer te poppen en om te schakelen naar de context genaamd AndereContext.

lineEmptyContext definieert de context als een lege regel wordt bereikt. Standaard: #stay.

fallthrough definieert of het systeem voor accentuering omschakelt naar de context gespecificeerd in fallthroughContext als er geen regel overeenkomt. Standaard: false.

fallthroughContext specificeert de volgende context als geen regel overeenkomt.

dynamic indien true, dan herinnert de context tekenreeksen/plaatshouders opgeslagen door dynamische regels. Dit is bijvoorbeeld nodig voor HIER-documenten. Standaard: false.

Het element itemData is in de groep itemDatas. Het definieert de lettertypestijl en kleuren. Het is dus mogelijk om uw eigen stijlen en kleuren te definiëren. Wij bevelen echter aan om, indien mogelijk, bij de standaard stijlen te blijven zodat de gebruiker altijd dezelfde zal zien in verschillende talen. Soms is er echter geen andere manier en is het noodzakelijk de kleur- en lettertypeattributen te wijzigen. De attributen naam en defStyleNum zijn vereist, de anderen zijn optioneel. Beschikbare attributen zijn:

name stelt de naam van het itemData in. Contexten en regels zullen deze naam in hun attribuut attribute gebruiken om naar een itemData te verwijzen.

defStyleNum definieert welke standaard stijl te gebruiken. Beschikbare standaard stijlen worden later in detail verklaard.

color definieert een kleur. Geldige formaten zijn '#rrggbb' of '#rgb'.

selColor definieert de selectiekleur.

italic indien true, de tekst zal cursief worden.

bold indien true, de tekst zal vet worden.

underline indien true, de tekst zal onderstreept worden.

strikeout indien true, door de tekst zal een streep worden gezet.

spellChecking indien true, de tekst zal gecontroleerd worden op spelling.

Het element keywords in de groep general definieert sleutelwoordeigenschappen. Beschikbare attributen zijn:

casesensitive mag true of false zijn. Indien true, worden alle sleutelwoorden met onderscheid tussen hoofd- en kleine letters met elkaar vergeleken

weakDeliminator is een lijst met tekens die niet als scheiding tussen woorden werken. Bijvoorbeeld: de punt '.' is een scheider van woorden. Als een sleutelwoord in een list een punt bevat, dan zal die alleen overeenkomen als u de punt als een zwak scheidingsteken specificeert.

additionalDeliminator definieert extra scheidingstekens.

wordWrapDeliminator definieert tekens waarna een regel mag afbreken.

Standaard scheidingstekens en regelafbreektekens zijn de tekens .():!+,-<=>%&*/;?[]^{|}~\, spatie (' ') en tab ('\t').

Het element comment in de groep comments definieert eigenschappen van commentaar die gebruikt worden voor HulpmiddelenCommentaar en HulpmiddelenCommentaar verwijderen. Beschikbare attributen zijn:

name is either singleLine or multiLine. If you choose multiLine the attributes end and region are required.

start definieert de gebruikte tekenreeks om commentaar te laten beginnen. In C++ zou dit "/*" zijn.

end definieert de gebruikte tekenreeks om commentaar te laten eindigen. In C++ zou dit "*/" zijn.

region moet de naam van het opvouwbare multiregel commentaar. U hebt beginRegion="Comment" ... endRegion="Comment" in uw regels, u zou region="Comment" moeten gebruiken. Op deze manier werkt verwijderen zelfs als u niet alle tekst van het multiregel commentaar selecteert. De cursor hoeft alleen in het multiregel commentaar te staan.

Het element folding in de groep general definieert de eigenschappen van het invouwen van broncode. Beschikbare attributen zijn:

De markeringen voor code opvouwen, als indentationsensitive true is, zullen worden toegevoegd gebaseerd op inspringen, zoals in de scripttaal Python. Het is gewoonlijk niet nodig dit in te stellen omdat de standaard false is.

Het element indentation in de groep general definieert welke inspringing gebruikt zal worden. We bevelen ten zeerste aan om dit element over te slaan, omdat de inspringing gewoonlijk ingesteld zal worden door ofwel een Bestandstype of door een modusregel toe te voegen aan het tekstbestand. Als u toch een inspringing definieert, forceert u een specifieke inspringing op de gebruiker, die hij helemaal niet wil. Beschikbare attributen zijn:

mode is de naam van de inspringing. Beschikbare inspringingen op dit moment zijn: normal, cstyle, haskell, lilypond, lisp, python, ruby en xml.

Beschikbare standaard stijlen

Standaard stijlen zijn al verklaard, als een korte samenvatting: Standaard stijlen zijn voorgedefinieerde lettertypen- en kleurstijlen.

Algemene standaard stijlen:

dsNormal, wanneer geen speciale accentuering is vereist.

dsKeyword, ingebouwde sleutelwoorden van taal.

dsFunction, functie-aanroepen en definities.

dsVariable, indien van toepassing: namen van variabelen (bijv. $eenVar in PHP/Perl).

dsControlFlow, sleutelwoorden voor flowcontrol zoals if, else, switch, break, return, yield, ...

dsOperator, operatoren zoals + - * / :: < >

dsFunction, ingebouwde functies, klassen en objecten.

dsExtension, algemene extensies, zoals Qt klassen en functies/macro's in C++ en Python.

dsPreprocessor, preprocessor statements of macro-definities.

dsAttribute, annotaties zoals @override en __declspec(...).

Standaard stijlen gerelateerd aan tekenreeksen

dsChar, enkele tekens, zoals 'x'.

dsSpecialChar, tekens met een speciale betekenis in tekenreeksen zoals escapes, substituties of regex-operatoren.

dsString, tekenreeksen zoals "hello world".

dsVerbatimString, letterlijke of raw-tekenreeksen zoals 'raw \backlash' in Perl, CoffeeScript en shells, evenals r'\raw' in Python.

dsSpecialString, SQL, regexes, HERE-docs, LaTeX math mode, ...

dsImport, import, include, require van modulen.

Standaard stijlen gerelateerd aan getallen:

dsDataType, ingebouwde typen gegevens zoals int, void, u64.

dsDecVal, decimale waarden.

dsBaseN, waarden met een andere basis dan 10.

dsFloat, drijvende-komma waarden.

dsConstant, ingebouwde en gebruikergedefineerde constanten zoals pi.

Standaard stijlen gerelateerd aan commentaar en documentatie:

dsComment, commentaar.

dsDocumentation, /** Documentatie commentaar */ of """docstrings""".

dsAnnotation, documentatiecommando's zoals @param, @brief.

dsCommentVar, de in bovenstaande commando's gebruikte namen van variabelen, zoals "foobar" in @param foobar.

dsRegionMarker, gebiedsmarkeringen zoals//BEGIN, //END in commentaar.

Andere standaard stijlen:

dsInformation, notities en tips zoals @note in doxygen.

dsWarning, waarschuwingen zoals @warning in doxygen.

dsAlert, speciale woorden zoals TODO, FIXME, XXXX.

dsError, accentuering van fouten en foute syntaxis.

dsOthers, wanneer niets anders past.

Detectieregels accentueren

Deze paragraaf beschrijft de syntaxis van detectieregels.

Elke regel kan nul of meer tekens aan het begin van de tekenreeks bevatten, waartegen ze worden getest. Als de regel overeenkomt worden de overeenkomstige tekens toegekend aan de stijl of attribuut gedefinieerd door de regel en een regel kan vragen de huidige context om te schakelen.

Een regel ziet er als volgt uit:

<RuleName attribute="(identifier)" context="(identifier)" [regelspecifieke attributen] />

Het attribute identificeert de te gebruiken stijl voor overeenkomende tekens bij naam en de context identificeert de vanaf hier te gebruiken context.

De context kan worden geïdentificeerd door:

  • Een identifier, wat de naam is van de andere context.

  • Een opdracht die de engine vertelt om in de huidige context te blijven (#stay) of terug te gaan naar een eerdere context met in de tekenreeks (#pop).

    Om meer stappen terug te gaan kan het #pop commando worden herhaald: #pop#pop#pop

  • Een order gevolgd door een uitroepteken (!) en een identifier, die er voor zorgt dat de engine eerst de order volgt en dan omschakelt naar de andere context, bijv. #pop#pop!AndereContext.

Sommige regels kunnen dochterregels hebben die dan alleen worden geëvalueerd als de ouderregel overeenkomt. De gehele overeenkomende tekenreeks zal het attribuut worden gegeven die is gedefinieerd door de ouderregel. Een regel met dochterregels ziet er als volgt uit:

<RuleName (attributen)>
  <ChildRuleName (attributen) />
  ...
</RuleName>

Specifieke attributen van regels variëren en zijn beschreven in de volgende secties.

Gezamenlijke attributen

Alle regels hebben de volgende gezamenlijke attributen en zijn beschikbaar wanneer (common attributes) verschijnt. attribute en context zijn vereiste attributen, alle andere zijn optioneel.

  • attribute: Een attribuut komt overeen met een gedefinieerd itemData.

  • context: Specificeer de context waarnaar het accentueringssysteem omschakelt als de regel overeenkomt.

  • beginRegion: Start een invouwblok voor code. Standaard: niet ingesteld.

  • endRegion: Sluit een invouwblok voor code. Standaard: niet ingesteld.

  • lookAhead: Indien true, zal het accentueringssysteem niet de overeenkomende lengte verwerken. Standaard: false.

  • firstNonSpace: Komt alleen overeen als de tekenreeks de eerste niet-witruimte in de regel. Standaard: false.

  • column: Komt alleen overeen als de kolom overeenkomt. Standaard: niet ingesteld.

Dynamische regels

Sommige regels staan het optionele attribuut dynamic toe van het type boolean dat standaard de waarde false heeft. Als dynamic true is kan een regel plaatshouders bevatten die de tekst representeren die overeenkomt met een reguliere expressie die schakelt naar de huidige context in zijn attributen tekenreeks of teken. In een tekenreekswordt de plaatshouder %N (waar N is a getal is) vervangen door de overeenkomstige vangst N uit de aanroepende reguliere expressie. In een teken moet de plaatshouder een getal N zijn en het zal worden vervangen door het eerste teken van de overeenkomstige vangst N uit de aanroepende reguliere expressie. Wanneer een regel dit attribuut toestaat zal het een (dynamic) bevatten.

  • dynamic: kan (true|false) zijn.

De regels in detail

DetectChar

Detecteert een enkele specifiek teken. Gewoonlijk gebruikt, bijvoorbeeld om het einde van een tekenreeks tussen accenten of aanhalingstekens.

<DetectChar char="(teken)" (common attributes) (dynamic) />

Het attribuut char definieert het teken dat moet overeenkomen.

Detect2Chars

Detecteert twee specifieke tekens in een gedefinieerde volgorde.

<Detect2Chars char="(teken)" char1="(teken)" (common attributes) (dynamic) />

Het attribuut char definieert het eerste teken dat moet overeenkomen, char1 the tweede.

AnyChar

Detecteer één teken van een set van gespecificeerde tekens.

<AnyChar String="(tekenreeks)" (common attributes) />

Het attribuut String definieert de set tekens.

StringDetect

Detecteert een exacte tekenreeks.

<StringDetect String="(tekenreeks)" [insensitive="true|false"] (common attributes) (dynamic) />

Het attribuut String definieert de overeen te komen tekenreeks. Het attribuut insensitive is standaard false en wordt doorgegeven aan de vergelijkingsfunctie van de tekenreeks. Als de waarde true is wordt 'insensitive' vergelijking gebruikt.

WordDetect

Detecteert een exacte tekenreeks maar vereist extra woordgrenzen zoals een punt '.' of witruimte aan het begin en eind van het woord. Denk aan \b<tekenreeks>\b in termen van een reguliere expressie, het is echter sneller dan de regel RegExpr.

<WordDetect String="(tekenreeks)" [insensitive="true|false"] (common attributes) (dynamic) />

Het attribuut String definieert de overeen te komen tekenreeks. Het attribuut insensitive is standaard false en wordt doorgegeven aan de vergelijkingsfunctie van de tekenreeks. Als de waarde true is wordt 'insensitive' vergelijking gebruikt.

Sinds: Kate 3.5 (KDE 4.5)

RegExpr

Komt overeen met een reguliere expressie.

<RegExpr String="(tekenreeks)" [insensitive="true|false"] [minimal="true|false"] (common attributes) (dynamic) />

Het attribuut String definieert de reguliere expressie.

insensitive is standaard false en wordt doorgegeven aan de engine voor de reguliere expressie.

minimal is standaard false en wordt doorgegeven aan de engine voor de reguliere expressie.

Omdat de regels altijd vergeleken worden met het begin van de huidige tekenreeks, zal een reguliere expressie die begint met een dakje (^) aangeven dat de regel alleen overeen moet komen met het begin van een regel.

Zie Reguliere expressies voor meer informatie hierover.

trefwoord

Detecteert een sleutelwoord uit een gespecificeerde lijst.

<keyword String="(lijstnaam)" (common attributes) />

Het attribuut String identificeert de lijst met sleutelwoorden met een naam. Een lijst met die naam moet bestaan.

Het systeem voor accentuering bewerkt sleutelwoordregels op een zeer geoptimaliseerde manier. Dit maakt het absoluut noodzakelijk dat elk te vinden sleutelwoord omgeven wordt door gedefinieerde scheidingstekens, ofwel impliciet (de standaard scheidingstekens) of expliciet gespecificeerd binnen de eigenschap additionalDeliminator van de sleutelwoord-tag.

Als een te vinden sleutelwoord een scheidingsteken moet bevatten, dan moet dit teken toegevoegd worden aan de eigenschap weakDeliminator van de sleutelwoord-tag. Dit teken zal dan zijn eigenschap scheidingsteken in alle sleutelwoord-regels verliezen.

Int

Detecteert een geheel getal.

<Int (common attributes) (dynamic) />

Deze regel heeft geen specifieke attributen. Dochterregels worden typisch gebruikt om combinaties met L en U na het getal te detecteren, die het type geheel getal in programmacode aangeeft. Alle dochterregels zijn toegestaan als dochterregels, hoewel de DTD alleen de dochterregel StringDetect toestaat.

Het volgende voorbeeld laat overeenkomst zien met gehele getallen gevolgd door het teken 'L'.

<Int attribute="Decimal" context="#stay" >
  <StringDetect attribute="Decimal" context="#stay" String="L" insensitive="true"/>
</Int>
Zwevend

Een drijvende kommagetal detecteren.

<Drijvende komma (algemene attributen) />

Deze regel heeft geen specifieke attributen. AnyChar is toegestaan als een dochterregel en wordt typisch gebruikt om combinaties te detecteren, zie de regel Int als referentie.

HlCOct

Detecteert de representatie van een octaal puntgetal.

<HlCOct (common attributes) />

Deze regel heeft geen specifieke attributen.

HlCHex

Detecteert de representatie van een hexadecimaal getal.

<HlCHex (common attributes) />

Deze regel heeft geen specifieke attributen.

HlCStringChar

Detecteer een escaped teken.

<HlCStringChar (common attributes) />

Deze regel heeft geen specifieke attributen.

Komt overeen met de letterlijke representatie van tekens, gewoonlijk gebruikt in programmacode, bijvoorbeeld \n (nieuwe-regel) of \t (TAB).

De volgende tekens zullen overeenkomen als ze volgen op een backslash (\): abefnrtv"'?\. Bovendien escaped hexadecimale getallen zoals bijvoorbeeld \xff en escaped octale getallen, zoals bijvoorbeeld \033 zullen overeenkomen.

HlCChar

Detecteer een C-teken.

<HlCChar (gezamenlijke attributen) />

Deze regel heeft geen specifieke attributen.

Komt overeen met een C-teken tussen accenten (Bijvoorbeeld: 'c'). De accenten kunnen een eenvoudig teken zijn of een escaped teken. Zie HlCStringChar voor overeenkomende reeksen van escaped tekens.

RangeDetect

Detecteert een tekenreeks met gedefinieerde begin- en eindtekens.

<RangeDetect char="(teken)"  char1="(teken)" (gezamenlijke attributen) />

char defines the character starting the range, char1 the character ending the range.

Bruikbaar om bijvoorbeeld kleine tekenreeksen of zoiets te detecteren, maar merk op dat de accentiëringsengine werkt op één regel tegelijk, hierdoor zullen tekenreeksen over meerdere regels niet gevonden worden.

LineContinue

Komt overeen met een gespecificeerd teken aan het eind van een regel.

<LineContinue (gezamenlijke attributen) [char="\"] />

char optioneel teken dat moet overeenkomen, standaard is de backslash ('\'). Nieuw sinds KDE 4.13.

Deze regel is bruikbaar voor het omschakelen van context aan het einde van een regel. Dit is bijvoorbeeld nodig in C/C++ om macro's of tekenreeksen door te laten lopen.

IncludeRules

Voeg regels in uit een ander context- of taalbestand.

<IncludeRules context="contextlink" [includeAttrib="true|false"] />

Het attribuut context definieert welke context in te voegen.

Als het een eenvoudige tekenreeks is dan zijn alle gedefinieerde regels in de huidige context ingevoegd, bijvoorbeeld:

<IncludeRules context="anotherContext" />

Als de tekenreeks ## bevat zal het accentueringssysteem zoeken naar een context uit een andere taaldefinitie met de gegeven naam, bijvoorbeeld

<IncludeRules context="String##C++" />

zou de context String uit de accentueringsdefinitie van C++ invoegen.

Als attribuut includeAttrib true is, dan wijzigt het doelattribuut naar die van de bron. Dit is vereist om bijvoorbeeld het aanbrengen van commentaar te laten werken als tekst die overeenkomt met de ingevoegde context een verschillende accentuering is van de host-context.

DetectSpaces

Detecteert witruimte.

<DetectSpaces (gezamenlijke attributen) />

Deze regel heeft geen specifieke attributen.

Gebruik deze regel als u weet dat er verschillende witruimtes aankomen, bijvoorbeeld aan het begin van inspringende regels. Deze regel slaat alle witruimte in een keer over, in plaats van testen met meerdere regels en een voor een overslaan vanwege geen overeenkomst.

DetectIdentifier

Detecteer tekenreeksen voor een identifier (als een reguliere expressie: [a-zA-Z_][a-zA-Z0-9_]*).

<DetectIdentifier (gezamenlijke attributen) />

Deze regel heeft geen specifieke attributen.

Gebruik deze regel om een reeks woordtekens in een keer over te slaan, in plaats van deze te testen met meerdere regels en ze een voor een over te slaan omdat er geen overeenkomst is.

Tips & trucs

Als u hebt begrepen hoe het omschakelen van context werkt zal het gemakkelijk zijn om definities voor accentuering te schrijven. Hoewel u zeer zorgvuldig moet controleren welke regel u kiest in welke situatie. Reguliere expressies zijn erg krachtig, maar ze zijn langzaam vergeleken met de andere regels. Dus zou u de volgende tips nog eens moeten bekijken.

  • Als u alleen twee tekens wilt laten overeenkomen gebruik dan Detect2Chars in plaats van StringDetect. Hetzelfde is van toepassing op DetectChar.

  • Reguliere expressies zijn gemakkelijk te gebruiken maar vaak is er een andere veel snellere manier om hetzelfde resultaat te behalen. U wilt alleen een overeenkomst vinden met het teken '#' als het het eerste teken is in de regel. Een oplossing gebaseerd op een reguliere expressie zou er zo uit zien:

    <RegExpr attribute="Macro" context="macro" String="^\s*#" />

    . U kunt hetzelfde veel sneller bereiken door te gebruiken:

    <DetectChar attribute="Macro" context="macro" char="#" firstNonSpace="true" />

    . Als u de reguliere expressie '^#' wilt laten vereen komen dan kunt u nog steeds DetectChar gebruiken met het attribuut column="0". Het attribuut column telt tekens zodat een tab nog één teken is.

  • U kunt van contexts wisselen zonder tekens te bewerken. Neem aan dat u van context wilt wisselen wanneer u de tekenreeks */ tegenkomt, maar u moet die tekenreeks in de volgende context bewerken. De onderstaande regel zal overeenkomen en het attribuut lookAhead zal de overeenkomende tekenreeks voor accentuering bewaren voor de volgende context.

    <Detect2Chars attribute="Comment" context="#pop" char="*" char1="/" lookAhead="true" />

  • Gebruik DetectSpaces als u weet dat er veel witruimtes zijn.

  • Gebruik DetectIdentifier in plaats van de reguliere expressie '[a-zA-Z_]\w*'.

  • Gebruik standaard stijlen wanneer dat kan. Op deze manier vindt de gebruiker een bekende omgeving.

  • Kijk in andere XML-bestanden om te zien hoe andere mensen ingewikkelde regels implementeren.

  • U kunt elk XML-bestand valideren met de opdracht validatehl.sh language.xsd mySyntax.xml. De bestanden validatehl.sh en taal.xsd zijn beschikbaar in Opslagruimte voor accentuering van syntaxis.

  • Als u complexe reguliere expressies erg vaak gebruikt dan kunt u ENTITIES gebruiken. Voorbeeld:

    <?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
    <!DOCTYPE language SYSTEM "language.dtd"
    [
            <!ENTITY myref    "[A-Za-z_:][\w.:_-]*">
    ]>
    

    Nu kunt u &myref; gebruiken in plaats van de reguliere expressie.

Scripting met JavaScript

Scripting met JavaScript

De editor-component van KatePart is eenvoudig uit te breiden met scripts. De scripttaal is ECMAScript (breed bekend als JavaScript). KatePart ondersteunt twee soorten scripts: inspringen en commandoregelscripts.

Inspringscripts

Inspringscripts - ook genoemd indenteerders - laten de broncode inspringen bij het typen van tekst. Na het indrukken van de toets Enter zal het inspringniveau vaak toenemen.

De volgende secties beschrijven stap voor stap hoe het skelet voor een eenvoudige indenteerder te maken. Als eerste stap, maak een nieuw bestand *.js aan, bijv. met de naam javascript.js in de lokale thuismap $XDG_DATA_HOME/katepart5/script/indentation. Waarin de omgevingsvariabele XDG_DATA_HOME typisch expandeert tot ofwel ~/.local of ~/.local/share.

Op Windows® zijn deze bestanden gelokaliseerd in %USERPROFILE%\AppData\Local\katepart5\indentation. %USERPROFILE% wordt gewoonlijk C:\\Users\\gebruiker.

De kop van het inspringscript

De kop van het bestand javascript.js is ingebed als JSON aan het begin van het document als volgt:

var kate-script = {
 * "name": JavaScript
 * "author": Voorbeeldnaam <voorbeeld.naam@een.adres.org>,
 * "license": "BSD License"
 * "revision": 1,
 * "kate-version": "5.1",
 * "required-syntax-style": javascript,
 * "indent-languages": ["javascript"],
 * "priority": 0,
 *}; // kate-script-header, moet aan het begin van het bestand staan zonder commentaar

Elk item wordt nu in detail uitgelegd:

  • name [vereist]: Dit is de naam van de indenteerder die in het menu HulpmiddelenInspringen verschijnt en in de configuratiedialoog.

  • author [optioneel]: De naam van de auteur en contactinformatie.

  • license [optioneel]: Korte vorm van de licentie, zoals BSD License of LGPLv3.

  • revision [vereist]: De revisie van het script. Dit getal moet verhoogd worden wanneer het script wordt gewijzigd.

  • kate-version [required]: Minimaal vereiste versie van KatePart.

  • required-syntax-style [optioneel]: De vereiste stijl voor de syntaxis, die overeenkomt met de gespecificeerde style in bestanden voor accentuering van syntaxis. Dit is belangrijk voor indenteerders die vertrouwen op specifieke informatie voor accentuering in het document. Als een vereiste syntaxisstijl is gespecificeerd, zal de indenteerder alleen beschikbaar zijn wanneer het juiste programma voor accentuering actief is. Dit voorkomt ongedefinieerd gedrag veroorzaakt door de indenteerder te gebruiken zonder het verwachte schema voor accentuering. De Ruby indenteerder, bijvoorbeeld, maakt hier gebruik van in de bestanden ruby.js en ruby.xml.

  • indent-languages [optioneel]: JSON array van syntaxis stijlen die de indenteerder correct kan laten inspringen, bijv.: ["c++", "java"].

  • priority [optioneel]: Als verschillende indenteerders geschikt zij voor een bepaald bestand om te accentueren, dan bepaalt de prioriteit welke indenteerder als standaard wordt gekozen.

De broncode van de indenteerder

Nadat de header is gespecificeerd, legt deze sectie uit hoe het script voor inspringen zelf werkt. Het basis sjabloon van de inhoud ziet er uit als volgt:

// vereiste js-bibliotheken van katepart, bijv. range.js als u Range gebruikt
require ("range.js");
triggerCharacters = "{}/:;";
function indent(line, indentWidth, ch)
{
    // aangeroepen voor elk teken nieuwe-regel (ch == '\n') en alle tekens gespecificeerd in
    // de globale variabele triggerCharacters. Bij het aanroepen van HulpmiddelenUitlijnen
    // is de variabele ch leeg, i.e. ch == ''.
    //
    // zie ook: Scripting API
    return -2;
}

De functie indent() heeft drie parameters:

  • line: de regel die moet inspringen

  • indentWidth: de inspringbreedte in aantal spaties

  • ch: of een teken nieuwe-regel (ch == '\n'), het activeringsteken gespecificeerd in triggerCharacters of leeg als de gebruiker de actie HulpmiddelenUitlijnen heeft gestart.

De terugkeerwaarde van de functie indent() specificeert hoe de regel zal worden ingesprongen. Als de terugkeerwaarde een eenvoudig geheel getal is, wordt deze geïnterpreteerd als volgt:

  • terugkeerwaarde -2: niets doen

  • terugkeerwaarde -1: behoudthet inspringen (zoekt naar voorgaande niet-blanko regel)

  • terugkeerwaarde 0: getallen >= 0 specificeer de insringdiepte in spaties

Alternatief, een reeks van twee elementen kan worden teruggegeven:

  • geef [ indent, align ] terug;

In dit geval is het eerste element de inspringdiepte zoals hierboven met dezelfde betekenis van de speciale waarden. Het tweede element is een absolute waarde die een kolom aangeeft voor uitlijning. Als deze waarde groter is dan de inspringwaarde, dan is het verschil een aantal spaties dat na het inspringen van de eerste parameter moet worden toegevoegd. Anders wordt het tweede getal genegeerd. Tabs en spaties voor inspringen gebruiken wordt vaak gemengde modus genoemd.

beschouw het volgende voorbeeld: Neem aan dat tabs worden gebruikt voor inspringen en tabbreedte is ingesteld op 4. <tab> vertegenwoordigt hier een tab-teken en '.' een spatie:

1: <tab><tab>foobar("hello",
2: <tab><tab>......."world");

Bij inspringen van regel 2 zal de functie indent() [8, 15] als terugkeerwaarde geven. Als resultaat worden hier twee tabs ingevoegd om in te springen tot kolom 8 en worden 7 spaties toegevoegd om de tweede parameter uit te lijnen onder de eerste, zodat het uitgelijnd blijft als het bestand wordt bekeken met een andere tabbreedte.

Een standaard KDE installatie levert bij KatePart verschillende indenteerders. De overeenkomstige JavaScript broncode kan worden gevonden in $XDG_DATA_DIRS/katepart5/script/indentation.

Op Windows® zijn deze bestanden gelokaliseerd in %USER%\AppData\Local\katepart5\indentation. %USER% wordt gewoonlijk C:\\Users\\user.

Ontwikkeling van een indenteerder vereist herladen van de scripts om te zien of de wijzigingen zich netjes gedragen. In plaats van het opnieuw opstarten van de toepassing, schakel eenvoudig om naar de commandoregel en start het commando reload-scripts.

Als u bruikbare scripts ontwikkeld overweeg dan deze aan het KatePart-project bij te dragen door kontact op te nemen via de e-maillijst.

Commandoregelscripts

Omdat het moeilijk is om aan de noden van iedereen te voldoen, ondersteunt KatePart kleine hulpmiddelen voor snelle tekstmanipulatie via de ingebouwde commandoregel. Het commando sort is bijvoorbeeld geïmplementeerd als een script. Deze sectie legt uit hoe *.js bestanden aan te maken om KatePart uit te breiden met willekeurige hulpscripts.

Commandoregelscripts staan in dezelfde map als inspringscripts. Dus als eerste stap maakt u een nieuw *.js bestand aan genaamd myutils.js in de lokale map $XDG_DATA_HOME/katepart5/script/commands. De omgevingsvariabele XDG_DATA_HOME daarin expandeert typisch tot ofwel ~/.local of ~/.local/share.

Op Windows® zijn deze bestanden gelokaliseerd in %USER%\AppData\Local\katepart5\commands. %USER% wordt gewoonlijk C:\\Users\\user.

De kop van het commandoregelscript

De header van elke commandoregelscript is ingebed in JSON aan het begin van het script als volgt:

var katescript = {
    "author": "Voorbeeldnaam <voorbeeld.naam@een.adres.org>",
    "license": "LGPLv2+",
    "revision": 1,
    "kate-version": "5.1",
    "functions": ["sort", "moveLinesDown"],
    "actions": [
        {   "function": "sort",
            "name": "Sort Selected Text",
            "category": "Editing",
            "interactive": "false"
        },
        {   "function": "moveLinesDown",
            "name": "Move Lines Down",
            "category": "Editing",
            "shortcut": "Ctrl+Shift+Down",
            "interactive": "false"
        }
    ]
}; // kate-script-header, moet zich bevinden aan het begin van het bestand zonder commentaar

Elk item wordt nu in detail uitgelegd:

  • author [optioneel]: De naam van de auteur en contactinformatie.

  • license [optioneel]: Korte vorm van de licentie, zoals BSD licentie of LGPLv2.

  • revision [vereist]: De revisie van het script. Dit getal moet verhoogd worden wanneer het script wordt gewijzigd.

  • kate-version [required]: Minimaal vereiste versie van KatePart.

  • functions [vereist]: JSON-array met commando's in het script.

  • actions [optioneel]: JSON Array van JSON objecten die de acties definiëren die verschijnen in het menu van de toepassing. Gedetailleerde informatie wordt in de sectie Koppelen van sneltoetsen.

Omdat de waarde van functions een JSON array is, is een enkel script in staat een willekeurig aantal commandoregels te bevatten. Elke functie is beschikbaar via ingebouwde commandoregel van KatePart.

De broncode van het script

Alle in de kop gespecificeerde functies moeten worden geïmplementeerd in het script. Het script-bestand uit het bovenstaande voorbeeld moet de twee functies sort en moveLinesDown implementeren. Alle functies hebben de volgende syntaxis:

// vereiste js-bibliotheken van katepart, bijv. range.js als u Range gebruikt
require ("range.js");

function <naam>(arg1, arg2, ...)
{
    // ... implementatie, zie ook: Scripting API
}

De argumenten in de commandoregel worden doorgegeven naar de functie als arg1, arg2, etc. Om documentatie voor elk commando te leveren, implementeert u eenvoudig de functie 'help' als volgt:

function help(cmd)
{
    if (cmd == "sort") {
        return i18n("Sort the selected text.");
    } else if (cmd == "...") {
        // ...
    }
}

uitvoeren van help sort in de commandoregel roept deze help-functie op met het argument cmd ingesteld op het gegeven commando, bijv. cmd == "sort". KatePart laat dan de teruggeleverde tekst zien als documentatie voor de gebruiker. Zorg er voor dat de tekenreeksen vertaald zijn.

Ontwikkeling van een commandoregelscript vereist herladen van de scripts om te zien of de wijzigingen zich netjes gedragen. In plaats van het opnieuw opstarten van de toepassing, schakel eenvoudig om naar de commandoregel en start het commando reload-scripts.

Koppelen van sneltoetsen

Om de scripts toegankelijk te maken in het menu van de toepassing en sneltoetsen toe te kunnen, moet het script een juiste script-header leveren. In het bovenstaande voorbeeld, verschijnen beide functies sort en moveLinesDown in het menu vanwege het volgende deel in de script-header:

var katescript = {
    ...
    "actions": [
        {   "function": "sort",
            "name": "Sort Selected Text",
            "icon": "",
            "category": "Editing",
            "interactive": "false"
        },
        {   "function": "moveLinesDown",
            "name": "Move Lines Down",
            "icon": "",
            "category": "Editing",
            "shortcut": "Ctrl+Shift+Down",
            "interactive": "false"
        }
    ]
};

De velden voor een actie zijn als volgt:

  • function [vereist]: De functie die zou moeten verschijnen in het menu HulpmiddelenScripts.

  • name [vereist]: De tekst verschijnt het script-menu.

  • icon [optioneel]: Het pictogram verschijnt naast de tekst in het menu. Alle pictogramnamen van KDE kunnen hier worden gebruikt.

  • category [optioneel]: Als een categorie wordt gespecificeerd, verschijnt het script in een submenu.

  • shortcut [optioneel]: De hier gegeven sneltoets is de standaard sneltoets. Voorbeeld: Ctrl+Alt+t. Zie de Qt documentatie voor verdere details.

  • interactive [optioneel]: Als het script invoer van de gebruiker in de commandoregel nodig heeft, zet dit dan op true.

Als u bruikbare scripts ontwikkeld overweeg dan deze aan het KatePart-project bij te dragen door kontact op te nemen via de e-maillijst.

API voor scripts

De API voor scripts hier aanwezig is beschikbaar voor alle scripts, bijv. scripts voor inspringen en opdrachtregels. De klassen Cursor en Range worden geleverd door biblitheekbestanden in $XDG_DATA_DIRS/katepart5/libraries. Als u ze in uw script wilt gebruiken, wat nodig is om bepaalde Document of View-functies te gebruiken, voeg dan de benodigde bibliotheek in met:

// vereiste js-bibliotheken van katepart, bijv. range.js als u Range gebruikt
require ("range.js");

Om de standaard API voor scripting uit te breiden met uw eigen functies en prototypen, maak gewoon een nieuw bestand aan in de lokale configuratiemap van KDE $XDG_DATA_HOME/apps/katepart5/libraries en voeg deze in in uw script met:

require ("mijnscriptnaamhier.js");

Op Windows® zijn deze bestanden gelokaliseerd in %USER%\AppData\Local\katepart5\libraries. %USER% wordt gewoonlijk C:\\Users\\user.

Om bestaande prototypes zoals Cursor of Reeks uit te breiden, os de aanbevolen manier om niet de globale *.js bestanden te wijzigen. In plaats daarvan wijzigt u het prototype Cursor in JavaScript nadat cursor.js is ingevoegd in uw script via require.

Cursors en bereiken

Omdat KatePart is een tekstbewerker is, is alles voor de API voor scripting, waar mogelijk, gebaseerd op cursors en reeksen. Een cursor is een eenvoudig een paar (regel, kolom) die een tekstpositie in het document weergeeft. Een reeks omspant tekst van een begincursorpositie tot een eincursorpositie. De API wordt in de volgende secties in detail uitgelegd.

Het prototype van cursor
Cursor();

Constructor. Levert een cursor terug op positie (0, 0).

Voorbeeld: var cursor = new Cursor();

Cursor(int regel, int kolom);

Constructor. Levert een cursor terug op positie (regel, kolom).

Voorbeeld: var cursor = new Cursor(3, 42);

Cursor(Cursor andere);

Constructor kopiëren. Geeft een kopie van de cursor andere.

Voorbeeld:var copy = nieuwe cursor(andere);

Cursor Cursor.clone();

Geeft een kloon van de cursor terug.

Voorbeeld: var clone = cursor.clone();

Cursor.setPosition(int regel, int kolom);

Stel de cursorpositie in op regel en kolom.

Sinds: KDE 4.11

bool Cursor.isValid();

Controleert of de cursor geldig is. De cursor is ongeldig indien lijn en/of kolom ingesteld zijn op -1.

Voorbeeld: var valid = cursor.isValid();

Cursor Cursor.invalid();

Geeft een nieuwe ongeldige cursor op locatie (-1, -1).

Voorbeeld:var invalidCursor = cursor.invalid();

int Cursor.compareTo(Cursor andere);

Vergelijkt deze cursor met de cursor andere. Geeft terug

  • -1, indien deze cursor zich bevindt voor de cursor andere,

  • 0, indien beide cursors gelijk zijn

  • +1, als deze cursor gelokaliseerd is na de cursor andere.

bool Cursor.equals(Cursor andere);

Geeft true terug, als deze cursor en de cursor andere gelijk zijn, anders false.

String Cursor.toString();

Geeft de cursor terug als een tekenreeks met de vorm Cursor(regel, kolom).

Het prototype Range
Range();

Constructor. Aanroepen van new Range() geeft een bereik op (0, 0) - (0, 0) terug.

Range(Cursor begin, Cursor eind);

Constructor. Aanroepen van new Range(begin, eind) geeft de Reeks (begin, eind) terug.

Range(int beginRegel, int beginKolom, int eindRegel, int eindKolom);

Constructor. Aanroepen van new Range(beginRegel, beginKolom, eindeRegel, eindKolom) geeft de Reeks van (beginRegel, beginKolom) tot (eindeRegel, eindKolom).

Range(Range andere);

Constructor kopiëren. Geeft een kopie terug van Range andere.

Reeks Range.clone();

Geeft een kloon van de reeks terug.

Voorbeeld: var clone = range.clone();

bool Range.isEmpty();

Geeft true terug, als zowel begin als einde cursor gelijk zijn.

Voorbeeld: var empty = range.isEmpty();

Sinds: KDE 4.11

bool Range.isValid();

Geeft true terug, als zowel begin als einde cursor geldig zijn, anders false.

Voorbeeld: var valid = range.isValid();

Range Range.invalid();

Geeft de Reeks van (-1, -1) tot (-1, -1) terug.

bool Range.contains(Cursor cursor);

Geeft true terug, als de reeks de cursorpositie bevat, anders false.

bool Range.contains(Range andere);

Geeft true terug, als deze reeks de Reeksandere bevat, anders false.

bool Range.containsColumn(int kolom);

Geeft true terug, als kolom zich in het half open interval [start.column, end.column) bevindt, anders false.

bool Range.containsLine(int regel);

Geeft true terug, als regel zich in het half open interval [start.line, end.line) bevindt, anders false.

bool Range.overlaps(Range overig);

Geeft true terug, als deze reeks en de reeksoverig een gebied delen, anders false.

bool Range.overlapsLine(int regel);

Geeft true terug, als regel zich in het interval [start.line, end.line) bevindt, anders false.

bool Range.overlapsColumn(int kolom);

Geeft true terug, als kolom zich in het interval [start.column, end.column) bevindt, anders false.

bool Range.onSingleLine();

Geeft true terug, als zowel begin als einde van de reeks op dezelfde regel, bijv. als Range.start.line == Range.end.line.

Sinds: KDE 4.9

bool Range.equals(Range overig);

Geeft true terug, als deze reeks de Reeks andere gelijk zijn, anders false.

String Range.toString();

Geeft de reeks terug als een tekenreeks van de vorm Range(Cursor(line, column), Cursor(line, column)).

Globale functies

Deze sectie geeft een lijst met alle globale functies.

Lezen & invoegen van bestanden
String read(String bestand);

Zal het gegeven bestand zoeken relatief ten opzichte van de map katepart/script/files en en de inhoud teruggeven als een tekenreeks.

void require(String bestand);

Zal het gegeven bestand zoeken relatief ten opzichte van de map katepart/script/libraries en het evalueren. require is intern beschermd tegen meervoudig invoegen van hetzelfde bestand.

Sinds: KDE 4.10

Debugging
void debug(String tekst);

Stuurt tekst naar stdout in de console na het starten van de toepassing.

Vertaling

Om volledige lokalisatie te ondersteunen zijn er verschillende functies om tekenreeksen in scripts te vertalen, namelijk i18n, i18nc, i18np en i18ncp. Deze functies gedragen zich op precies dezelfde manier zoals in Vertalingsfuncties van KDE.

De vertalingfuncties vertalen de omwikkelde tekenreeksen via het vertalingssysteem van KDE naar de in de toepassing gebruikte taal. Tekenreeksen in scripts die worden ontwikkeld in de officiële broncode van KatePart worden automatisch geëxtraheerd en vertaalbaar gemaakt. Met andere woorden, als ontwikkelaar van KatePart hoeft u zich niet bezig te houden met extraheren en vertalen. Opgemerkt moet echter worden dat de vertaling alleen werkt binnen de infrastructuur van $kde;. Dat wil zeggen dat nieuwe tekenreeksen in scripts van derden ontwikkeld buiten KDE niet worden vertaald. Neem dus in overweging om uw scripts aan Kate bij te dragen zodat vertaling mogelijk wordt.

void i18n(String tekst, arg1, ...);

Vertaalt text in de taal die wordt gebruikt door de toepassing. De argumenten arg1, ..., zijn optioneel en worden gebruikt om plaatshouders %1, %2, etc. te vervangen.

void i18nc(String context, String tekst, arg1, ...);

Vertaalt text in de taal die wordt gebruikt door de toepassing. Bovendien is de tekenreeks context zichtbaar voor de vertalers, zodat zij een betere vertaling kunnen produceren. De argumenten arg1, ..., zijn optioneel en worden gebruikt om plaatshouders %1, %2, etc. te vervangen.

void i18np(String enkelvoud, String meervoud, int nummer, arg1, ...);

Vertaalt ofwel enkelvoud of meervoud in de taal die wordt gebruikt door de toepassing, afhankelijk van het gegeven nummer. De argumenten arg1, ..., zijn optioneel en worden gebruikt om plaatshouders %1, %2, etc. te vervangen.

void i18ncp(String context, String eenvoud, String meervoud, int nummer, arg1, ...);

Vertaalt enkelvoud ofmeervoud in de taal die wordt gebruikt door de toepassing, afhankelijk van het gegeven nummer. Bovendien is de tekenreeks context zichtbaar voor de vertalers, zodat zij een betere vertaling kunnen produceren. De argumenten arg1, ..., zijn optioneel en worden gebruikt om plaatshouders %1, %2, etc. te vervangen.

De API voor weergave

Wanneer een script wordt uitgevoerd, dan is er een globale variabele view die de huidige actieve editor-view representeert. Het volgende is een lijst met alle beschikbare weergavefuncties.

Cursor view.cursorPosition()

Geeft de huidige cursorpositie in het beeld terug.

void view.setCursorPosition(int line, int column);
void view.setCursorPosition(Cursor cursor);

Stelt de huidige cursorpositie in op ofwel (regel, kolom) of op de gegeven cursor.

Cursor view.virtualCursorPosition();

Geeft de virtuele cursorpositie terug waarin elke tab telt voor de overeenkomstige hoeveelheid spaties afhankelijk van de huidige tabbreedte.

void view.setVirtualCursorPosition(int line, int column);
void view.setVirtualCursorPosition(Cursor cursor);

Stelt de huidige virtuele cursorpositie in op (regel, kolom) of op de gegeven cursor.

String view.selectedText();

Geeft de geselecteerde tekst terug. Als er geen tekst is geselecteerd dan is de tekenreeks leeg.

bool view.hasSelection();

Geeft true terug, als het beeld geselecteerde tekst heeft, anders false.

Range view.selection();

Geeft de geselecteerde tekstreeks terug. Als er geen tekst is geselecteerd dan is de tekenreeks ongeldig.

void view.setSelection(Range reeks);

Stelt de geselecteerde tekst in op de gegeven reeks.

void view.removeSelectedText();

Verwijder de geselecteerde tekst. Als het beeld geen geselecteerde tekst bevat, dan doet dit niets.

void view.selectAll();

Selecteert de gehele tekst in het document.

void view.clearSelection();

Wist de tekstselectie zonder de tekst te verwijderen.

De API van Document

Wanneer een script uitgevoerd wordt is er een globale variabele document die het huidige actieve document representeert. Het volgende is een lijst met alle beschikbare documentfuncties.

String document.fileName();

Geeft de bestandsnaam van het document terug of een lege tekenreeks voor niet opgeslagen tekstbuffers.

String document.url();

Geeft de volledige url van het document terug of een lege tekenreeks voor niet opgeslagen tekstbuffers.

String document.mimeType();

Geeft het mime-type van het document terug of het mime-type application/octet-stream als er geen toepasselijk mime-type gevonden kan worden.

String document.encoding();

Geeft de nu gebruikte codering terug om het bestand op te slaan.

String document.highlightingMode();

Geeft de gebruikte globale accentueringmodus terug voor het gehele document.

String document.highlightingModeAt(Cursor pos);

Geeft de gebruikte accentueringmodus terug op de gegeven positie in het document.

Array document.embeddedHighlightingModes();

Geeft een reeks van accentueringmodi terug ingebed in dit document.

bool document.isModified();

Geeft true terug, als het document niet opgeslagen wijzigingen heeft(gemodificeerd), anders false.

String document.text();

Geef de gehele inhoud van het document terug in een enkele tekenreeks. Nieuwe regels zijn gemarkeerd met het teken nieuw-regel \n.

String document.text(int vanafRegel, int vanafKolom, int totRegel, int totKolom);
String document.text(Cursor vanaf, Cursor tot);
String document.text(Range bereik);

Geeft de tekst terug in het gegeven bereik. Het is aanbevolen de cursor te gebruiken en een versie gebaseerd op bereik voor betere leesbaarheid van de broncode.

String document.line(int regel);

Geeft de gegeven tekstregel terug als tekenreeks. De tekenreeks is leeg als de gevraagde regel buiten het bereik ligt.

String document.wordAt(int regel, int kolom);
String document.wordAt(Cursor cursor);

Geeft het woord terug op de gegeven cursorpositie.

Range document.wordRangeAt(int regel, int kolom);
Range document.wordRangeAt(Cursor cursor);

Geeft de reeks van het woord op de gegeven cursorpositie terug. De teruggeven reeks is ongeldig (zie Range.isValid()), als de tekstpositie zich na het eind van een regel bevindt. Als er geen woord is op de gegeven cursorpositie, zal een lege reeks worden teruggegeven.

Sinds: KDE 4.9

String document.charAt(int regel, int kolom);
String document.charAt(Cursor cursor);

Geeft het teken terug op de gegeven cursorpositie.

String document.firstChar(int regel);

Geeft het eerste teken in de gegeven regel terug die geen witruimte is. Het eerste teken is in kolom 0. Als de regel leeg of alleen witruimte bevat, dan is de teruggegeven tekenreeks leeg.

String document.lastChar(int regel);

Geeft het laatste teken in de gegeven regel terug die geen witruimte is. Als de regel leeg of alleen witruimte bevat, dan is de teruggegeven tekenreeks leeg.

bool document.isSpace(int regel, int kolom);
bool document.isSpace(Cursor cursor);

Geeft true terug, als het teken op de gegeven cursorpositie gelijk is aan een witruimte, anders false.

bool document.matchesAt(int regel, int kolom, String tekst);
bool document.matchesAt(Cursor cursor, String tekst);

Geeft true terug, als de gegeven tekst overeenkomt met de overeenkomstige cursorpositie, anders false.

bool document.startsWith(int regel, String tekst, bool skipWhiteSpaces);

Geeft true terug als de regel begint met tekst, anders false. Het argument skipWhiteSpaces bepaalt of voorloopwitruimte genegeerd worden.

bool document.endsWith(int regel, String tekst, bool skipWhiteSpaces);

Geeft true terug als de regel eindigt met tekst, anders false. Het argument skipWhiteSpaces bepaalt of witruimte achteraan genegeerd wordt.

bool document.setText(String tekst);

Stelt de gehele documenttekst in.

bool document.clear();

Verwijdert de gehele tekst uit het document.

bool document.truncate(int regel, int kolom);
bool document.truncate(Cursor cursor);

Kap de gegeven regel op de gegeven kolom of cursorpositie af. Geeft true terug bij succes of false als de gegeven regel geen deel is van het documentbereik.

bool document.insertText(int regel, int kolom, String tekst);
bool document.insertText(Cursor cursor, String tekst);

Voeg de tekst op de cursorpositie in. Geeft true terug bij succes of false, als het document alleen-lezen is.

bool document.removeText(int vanafRegel, int vanafKolom, int totRegel, int totKolom);
bool document.removeText(Cursor vanaf, Cursor tot);
bool document.removeText(Range bereik);

Verwijdert de tekst in het gegeven bereik. Geeft true terug bij succes of false, als het document alleen-lezen is.

bool document.insertLine(int regel, String tekst);

Voegt tekst in de gegeven regel in. Geeft true terug bij succes of false, als het document alleen-lezen is of de regel niet in het documentbereik ligt.

bool document.removeLine(int regel);

Verwijdert de gegeven tekstregel. Geeft true terug bij succes of false, als het document alleen-lezen is of de regel niet in het documentbereik ligt.

bool document.wrapLine(int regel, int kolom);
bool document.wrapLine(Cursor cursor);

Breekt de regel op de gegeven cursorpositie op. Geeft true terug bij succes, anders false, bijv. als regel < 0.

Sinds: KDE 4.9

void document.joinLines(int beginRegel, int eindRegel);

Voegt de regels vanaf beginRegel tot eindRegel samen. Twee elkaar opvolgende tekstregels worden altijd gescheiden door een enkele spatie.

int document.lines();

Geeft het aantal regels in het document terug.

bool document.isLineModified(int regel);

Geeft true terug, als regel nu niet opgeslagen gegevens bevat.

Sinds: KDE 5.0

bool document.isLineSaved(int regel);

Geeft true terug, als regel is gewijzigd, maar het document is opgeslagen. Dus bevat de regel nu geen niet opgeslagen gegevens.

Sinds: KDE 5.0

bool document.isLineTouched(int regel);

Geeft true terug, als regel nu niet opgeslagen gegevens bevat of eerder is gewijzigd.

Sinds: KDE 5.0

void document.findTouchedLine(int beginRegel, bool oplaag);

Zoek naar de volgende aangeraakte regel beginnend bij regel. Het zoeken wordt uitgevoerd ofwel omhoog of omlaag afhankelijk van de zoekrichting gespecificeerd in omlaag.

Sinds: KDE 5.0

int document.length();

Geeft het aantal tekens in het document terug.

int document.lineLength(int regel);

Geeft de lengte van de regel terug.

void document.editBegin();

Begint een bewerkingsgroep voor groepering van ongedaan maken/opnieuw doen. Controleer altijd of editEnd() is aangeroepen als u editBegin() aanroept. Aanroepen van editBegin() gebruikt intern een referentieteller, bijv. deze aanroep kan genest worden.

void document.editEnd();

Beëindigt een bewerkingsgroep. De laatst aanroep van editEnd() (bijv. diegene voor de eerste aanroep van editBegin()) beëindigt de bewerkingsstap.

int document.firstColumn(int regel);

Geeft de eerste niet-witruimte kolom in de gegeven regel terug. Als er alleen witruimte in de regel bevindt, dan is de terugkeerwaarde -1.

int document.lastColumn(int regel);

Geeft de laatste niet-witruimte kolom in de gegeven regel terug. Als er alleen witruimte in de regel bevindt, dan is de terugkeerwaarde -1.

int document.prevNonSpaceColumn(int regel, int kolom);
int document.prevNonSpaceColumn(Cursor cursor);

Geeft de kolom terug met een niet-witruimte teken beginnend bij de gegeven cursorpositie en achterwaarts zoeken.

int document.nextNonSpaceColumn(int regel, int kolom);
int document.nextNonSpaceColumn(Cursor cursor);

Geeft de kolom terug met een niet-witruimte teken beginnend bij de gegeven cursorpositie en voorwaarts zoeken.

int document.prevNonEmptyLine(int regel);

Geeft de volgende niet-lege regel terug met een niet-witruimte tekens en achterwaarts zoeken.

int document.nextNonEmptyLine(int regel);

Geeft de volgende niet-lege regel terug met een niet-witruimte teken en voorwaarts zoeken.

bool document.isInWord(String teken, int attribuut);

Geeft true terug, als het gegeven teken met het gegeven attribuut deel van een woord kan zijn, anders false.

bool document.canBreakAt(String teken, int attribuut);

Geeft true terug, als het gegeven teken met het gegeven attribuut geschikt is om een regel af te breken, anders false.

bool document.canComment(int beginAttribuut, int eindAttribuut);

Geeft true terug, als een bereik beginnend en eindigend met de gegeven attributen geschikt is om als commentaar te worden aangemerkt, anders false.

String document.commentMarker(int attribuut);

Geeft de markeerder voor commentaar terug voor commentaar op een enkele regel voor een gegeven attribuut.

String document.commentStart(int attribuut);

Geeft de markeerder voor commentaar terug voor begin van commentaar over meerdere regels voor een gegeven attribuut.

String document.commentEnd(int attribuut);

Geeft de markeerder voor commentaar terug voor het einde van commentaar over meerdere regels voor een gegeven attribuut.

Range document.documentRange();

Geeft een reeks terug die het gehele document omvat.

Cursor documentEnd();

Geeft een cursor terug gepositioneerd in de laatste kolom van de laatste regel in het document.

bool isValidTextPosition(int regel, int kolom);
bool isValidTextPosition(Cursor cursor);

Geeft true terug, als de gegeven cursorpositie is gepositioneerd op een geldige tekstpositie. Een tekstpositie is alleen geldig als het is gelokaliseerd aan het begin, in het midden, of aan het eind van een geldige regel. Verder is een tekstpositie ongeldig als het is gelokaliseerd in een Unicode-surrogaat.

Sinds: KDE 5.0

int document.attribute(int regel, int kolom);
int document.attribute(Cursor cursor);

Geeft het attribuut terug op de gegeven cursorpositie.

bool document.isAttribute(int regel, int kolom, int attribuut);
bool document.isAttribute(Cursor cursor, int attribuut);

Geeft true terug, als het attribuut op de gegeven cursorpositie gelijk is aan attribuut, anders false.

String document.attributeName(int regel, int kolom);
String document.attributeName(Cursor cursor);

Geeft de attribuutnaam terug als leesbare tekst. Dit is gelijk aan de itemData-naam in de syntaxis-accentuering-bestanden.

bool document.isAttributeName(int regel, int kolom, String naam);
bool document.isAttributeName(Cursor cursor, String naam);

Geeft true terug, als de attribuutnaam op een bepaalde cursorpositie overeenkomt met de gegeven naam, anders false.

String document.variable(String sleutel);

Geeft de waarde terug van de gevraagde documentvariabele sleutel. Als de documentvariabele niet bestaat, wordt een lege tekenreeks teruggegeven.

void document.setVariable(String sleutel, String waarde);

Stelt de waarde in van de gevraagde documentvariabele sleutel.

Zie ook: Documentvariabelen van Kate

Sinds: KDE 4.8

int document.firstVirtualColumn(int regel);

Geeft de virtuele kolom terug van het eerste niet-witruimte-teken in de gegeven regel of -1, als de regel leeg is of alleen witruimte-tekens bevat.

int document.lastVirtualColumn(int regel);

Geeft de virtuele kolom terug van het laatste niet-witruimte-teken in de gegeven regel of -1, als de regel leeg is of alleen witruimte-tekens bevat.

int document.toVirtualColumn(int regel, int kolom);
int document.toVirtualColumn(Cursor cursor);
Cursor document.toVirtualCursor(Cursor cursor);

Converteert de gegeven echte cursorpositie naar een virtuele cursorpositie, geeft ofwel een int terug of een cursor-object.

int document.fromVirtualColumn(int regel, int virtueleKolom);
int document.fromVirtualColumn(Cursor virtueleCursor);
Cursor document.fromVirtualCursor(Cursor virtueleCursor);

Converteert de gegeven virtuele cursorpositie naar een echte cursorpositie, geeft ofwel een int terug of een cursor-object.

Cursor document.anchor(int regel, int kolom, Char teken);
Cursor document.anchor(Cursor cursor, Char teken);

Zoekt achterwaarts naar het gegeven teken te beginnen vanaf de gegeven cursor. Als voorbeeld, als '(' als teken wordt meegegeven, dan geeft deze functie de positie terug van de openingings '('. Dit houdt rekening met aantallen, bijv. andere '(...)' worden genegeerd.

Cursor document.rfind(int regel, int kolom, String tekst, int attribuut = -1);
Cursor document.rfind(Cursor cursor, String tekst, int attribuut = -1);

Zoek de gegeven tekst achterwaarts met het juiste attribuut. Het argument attribuut wordt genegeerd als het is ingesteld op -1. De teruggegeven cursor is ongeldig, als de tekst niet is gevonden.

int document.defStyleNum(int regel, int kolom);
int document.defStyleNum(Cursor cursor);

Geeft de standaard stijl terug op de gegeven cursorpositie.

bool document.isCode(int regel, int kolom);
bool document.isCode(Cursor cursor);

Geeft true terug, als het attribuut op de gegeven cursorpositie niet gelijk is aan alle volgende stijlen: dsComment, dsString, dsRegionMarker, dsChar, dsOthers.

bool document.isComment(int regel, int kolom);
bool document.isComment(Cursor cursor);

Geeft true terug, als het attribuut van het teken op de cursorpositie gelijk is aan dsComment, anders false.

bool document.isString(int regel, int kolom);
bool document.isString(Cursor cursor);

Geeft true terug, als het attribuut van het teken op de cursorpositie gelijk is aan dsString, anders false.

bool document.isRegionMarker(int regel, int kolom);
bool document.isRegionMarker(Cursor cursor);

Geeft true terug, als het attribuut van het teken op de cursorpositie gelijk is aan dsRegionMarker,anders false.

bool document.isChar(int regel, int kolom);
bool document.isChar(Cursor cursor);

Geeft true terug, als het attribuut van het teken op de cursorpositie gelijk is aan dsChar, anders false.

bool document.isOthers(int regel, int kolom);
bool document.isOthers(Cursor cursor);

Geeft true terug, als het attribuut van het teken op de cursorpositie gelijk is aan dsOthers, anders false.

Hoofdstuk 7. KatePart instellen

Hoofdstuk 7. KatePart instellen

Met het kiezen van InstellingenToepassing instellen... uit het menu verschijnt het dialoogvenster Instellen. Dit dialoogvenster kan gebruikt worden om een aantal verschillende instellingen te wijzigen. Welke instellingen gewijzigd kunnen worden hangt af van de categorie die u kiest uit een verticale lijst links van het dialoogvenster. Door middel van drie knoppen onderaan het venster kan de gebruiker het proces aansturen.

U kunt het Helpsysteem aanroepen, de huidige instellingen accepteren en het dialoogvenster sluiten met de knop OK, of het proces Annuleren. De categorieën Uiterlijk, Lettertypen & Kleuren, Bewerking, Openen/opslaan en Extensies worden hieronder besproken.

De instellingen voor de tekstbewerkercomponent

Deze groep bevat alle pagina's gerelateerd aan de tekstbewerkercomponent van Kate. De meeste instellingen hier zijn standaards, zij kunnen overschreven worden door een bestandstype te definiëren door Documentvariabelen of door ze per document te wijzigen in een bewerkingssessie.

Uiterlijk

Algemeen

Dynamische regelafbreking

Wanneer deze optie aangevinkt is, zullen de tekstregels afgebroken worden aan de rechter rand van het editorvenster.

Dynamische regelafbreking-indicators (indien van toepassing)

Kies wanneer de dynamische regelafbreking-indicators getoond moeten worden, ofwel Uit, Volg regelnummers of Altijd aan.

Dynamisch afgebroken regels uitlijnen op inspringpositie:

Dynamisch afgebroken regels kunnen verticaal worden uitgelijnd op het inspringniveau van de eerste regel. Dit kan helpen code en markup leesbaarder te maken.

Bovendien kunt u hier een maximale breedte van het venster, als percentage, instellen waarna dynamisch afgebroken regels niet langer verticaal worden uitgelijnd. Ingesteld op bijvoorbeeld 50 % zullen regels, waarvan het inspringniveau groter is dan 50 % van de vensterbreedte, na afbreking niet verticaal worden uitgelijnd.

Witruimte accentueren
Tabulators accentueren

De editor zal het symbool » tonen om de aanwezigheid van een tab in de tekst aan te geven.

Spaties aan het einde van de regel accentueren

De tekstbewerker zal punten tonen om het aanwezig zijn van witruimte aan het eind van regels aan te geven.

Grootte van markering van accentueren

De schuifregelaar gebruiken om de grootte van de zichtbare markering van accentuering te wijzigen.

Geavanceerd

Inspronglijnen tonen

Wanneer dit aangevinkt is, toont de editor verticale lijnen om ingesprongen regels beter te herkennen.

Bereik tussen geselecteerde haakjes accentueren

Wanneer dit ingeschakeld is, zal het bereik tussen de geselecteerde, bij elkaar horende haakjes geaccentueerd worden.

Overeenkomende vierkante haken animeren

Indien ingeschakeld, plaatsing op de haken ({, [, ], },( of )) zal snel de overeenkomstige haak animeren.

Eerste regel invouwen

Indien ingeschakeld zal de eerste regel invouwen zijn, indien mogelijk. Dit is nuttig, als het bestand begint met een commentaarregel, zoals een copyright

Aantal woorden tonen

Toont het aantal woorden en tekens in het document en in de huidige selectie.

Randen

Randen
Invouwmarkeringen tonen

Wanneer deze optie is aangevinkt, zullen in de huidige weergave markeringen voor code-invouwing getoond worden indien code-invouwing beschikbaar is.

Voorbeeld van de ingevouwen code tonen

Als deze optie is geselecteerd zal met de muis over het ingevouwen gebied gaan een voorbeeld van de ingevouwen tekst laten zien in een pop-up.

Pictogramrand tonen

Wanneer dit aangevinkt is, ziet u links een pictogramrand. In de pictogramrand ziet u bijvoorbeeld bladwijzerpictogrammen.

Regelnummering tonen

Wanneer dit aangevinkt is, ziet u links regelnummers.

Markeringen voor wijzigingen in regels tonen

Als dit is geactiveerd zullen markeringen voor wijzigingen in regels zichtbaar zijn. Voor meer informatie, zie de paragraaf met de naam “Markeringen voor wijzigingen in regels”.

Schuifbalkmarkeringen tonen

Wanneer deze optie aangevinkt is, worden in de huidige weergave markeringen getoond op de verticale schuifbalk. Deze markeringen tonen bijvoorbeeld bladwijzers.

Voorbeeld van tekst laten zien op de schuifbalk

Als deze optie is geactiveerd en u zweeft met de muiswijzer boven de schuifbalk dan zal een klein tekstvoorbeeld met enkele regels van het huidige document rond de cursorpositie worden getoond. Dit stelt u in staat om snel te schakelen naar een ander gedeelte van het document.

Schuifbalk van mini-weergave tonen

Als u deze optie selecteert zal elke nieuwe weergave een mini-map van het document op de verticale schuifbalk tonen.

Voor meer informatie over de schuifbalk met mini-map, zie de paragraaf met de naam “De schuifbalk met mini-map”.

Breedte van mini-weergave

Pas de breedte van de schuifbalk van mini-weergave aan, gedefinieerd in pixels.

Zichtbaarheid van schuifbalken

Schakel de schuifbalk aan, uit of toon de schuifbalk alleen indien nodig. Druk met de linkermuisknop op de blauwe rechthoek om de reeks regelnummers van het getoonde document te tonen op het scherm. Houd de linkermuisknop ingedrukt buiten de blauwe rechthoek om automatisch door het document te rollen.

Bladwijzermenu sorteren
Op aanmaakdatum

Elke nieuwe bladwijzer zal onderaan worden toegevoegd, onafhankelijk van waar die geplaatst is in het document.

Op positie

De bladwijzers zullen geordend worden volgens de regelnummers waarin ze staan.

Lettertypen & kleuren

In deze sectie van het dialoogvenster kunt u alle lettertypen en kleuren in elk kleurenschema waarover u beschikt configureren. Tevens kunt u nieuwe schema's creëren of bestaande schema's wissen. Elk schema heeft instellingen voor kleuren, lettertypen en stijlen voor normale en geaccentueerde tekst.

KatePart zal het huidige actieve schema voor u voorselecteren. Als u aan een ander schema wilt werken moet u dat eerst kiezen uit de keuzelijst Schema. Met de knoppen Nieuw... en Verwijderen kunt u een nieuw schema creëren of een bestaand schema verwijderen.

Onderaan de pagina kunt u de Standaard stijl voor KatePart kiezen.

KatePart zal standaard zijn kleurschema baseren op het huidige KDE-kleurenschema. U kunt een individuele kleur terugzetten op de standaard door op de resetpijl te klikken rechts van de ingang in de kleurbewerker of u kunt alle kleuren naar de standaard terugzetten door op KDE-kleurschema te klikken onderaan het paneel.

Tip

U kunt het KDE-kleurenschema in de module Kleuren in Systeeminstellingen.

Kleuren

Achtergrondkleuren van bewerker
Tekstgebied

Dit is de standaard achtergrond voor het tekstgebied. Het is de dominante kleur in de editor.

Geselecteerde tekst

Dit is de achtergrond voor geselecteerde tekst. Standaard is dit de globale kleur, ingesteld in het venster Kleuren instellen van de systeeminstellingen van KDE.

Huidige regel

Stel de kleur in voor de huidige regel. Door de kleur iets te laten afwijken van de normale tekst wordt de focus op deze regel gericht.

Accentuering van het gezochte

Stel de kleur in voor de tekst die overeenkomt met uw laatste zoekopdracht.

Accentuering van vervanging

Stel de kleur in voor de tekst die overeenkomt met uw laatste vervanging.

Pictogramrand
Achtergrondgebied

Deze kleur wordt gebruikt voor de randen van markeringen, regelnummers en invouwmarkeringen links van de editorweergave als die getoond worden.

Regelnummers

Deze kleur wordt gebruikt voor de regelnummers links van de weergave als die getoond worden.

Markeringen voor regelafbreking

Deze kleur wordt gebruikt om een patroon te tekenen links van dynamisch afgebroken regels wanneer die verticaal uitgelijnd zijn, evenals voor de statische regelafbrekingmarkering.

Code-invouwing

Deze kleur wordt gebruikt om de sectie met code te accentueren die zou worden ingevouwen wanneer u met de muis klikt op de codeinvouwpijl links van een document. Voor meer informatie, zie de documentatie over code invouwen.

Gewijzigde regels

Deze kleur wordt gebruikt om links van een document regels te accentueren die gewijzigd zijn, maar nog niet opgeslagen. Voor meer informatie, zie de paragraaf met de naam “Markeringen voor wijzigingen in regels”

Opgeslagen regels

Deze kleur wordt gebruikt om links van een document regels te accentueren die in deze sessie gewijzigd en opgeslagen zijn. Voor meer informatie, zie de paragraaf met de naam “Markeringen voor wijzigingen in regels”

Tekstdecoraties
Regel met spellingfout

Deze kleur wordt gebruikt om spelfouten aan te geven.

Markeringen voor tabs en spaties

Deze kleur wordt gebruikt om indicators in de witruimte te tekenen, als die ingeschakeld zijn.

Inspringregel

Deze kleur wordt gebruikt om een lijn links van de inspringende blokken te tekenen als die optie geactiveerd is.

Accentuering van haakjes

Deze kleur wordt gebruikt voor de achtergrond van bij elkaar horende haakjes.

Kleuren van markeringen
Bladwijzer

Deze kleur wordt gebruikt om bladwijzers aan te geven. Voor meer informatie, zie de paragraaf met de naam “Bladwijzers gebruiken”.

Actief breekpunt

Deze kleur wordt gebruikt door de GDB-plug-in om een actief breekpunt aan te geven. Voor meer informatie, zie de documentatie van de GDB-plug-in.

Bereikt breekpunt

Deze kleur wordt gebruikt door de GDB-plug-in om een actief breekpunt aan te geven dat bij het debuggen is bereikt. Voor meer informatie, zie de documentatie van de GDB-plug-in.

Uitgeschakeld breekpunt

Deze kleur wordt gebruikt door de GDB-plug-in om een inactief breekpunt aan te geven. Voor meer informatie, zie de documentatie van de GDB-plug-in.

Uitvoering

Deze kleur wordt gebruikt door de GDB-plug-in om de huidige regel in uitvoering aan te geven. Voor meer informatie, zie de documentatie van de GDB-plug-in.

Waarschuwing

Deze kleur wordt gebruikt door de build-plug-in om een regel aan te geven die een waarschuwing bij compilatie heeft veroorzaakt. Voor meer informatie, zie de documentatie van de Build-plug-in.

Fout

Deze kleur wordt gebruikt door de build-plug-in om een regel aan te geven die een fout bij compilatie heeft veroorzaakt. Voor meer informatie, zie de documentatie van de Build-plug-in.

Tekstsjablonen & -fragmenten
Achtergrond

Deze kleur wordt door de fragmenten-plug-in van Kate gebruikt om de achtergrond van een fragment te markeren.

Bewerkbare plaatshouder

Deze kleur wordt gebruikt door de fragmenten-plug-in van Kate om een plaatshouder te markeren, waarop u kunt klikken om deze handmatig te bewerken.

Gefocuste bewerkbare plaatshouder

Deze kleur wordt gebruikt door de fragmenten-plug-in van Kate om de plaatshouder te markeren die u nu aan het bewerken bent.

Niet-bewerkbare plaatshouder

Deze kleur wordt gebruikt door de Kate fragmenten-plug-in om een plaatshouder te markeren, die niet handmatig is te bewerken, zoals een die automatisch wordt gevuld. Voor meer informatie, zie de documentatie van Kate-snippets.

KDE-kleurenschema gebruiken

Klikken op deze knop zal alle bovenstaand gedefinieerde kleuren instellen om ze overeen te laten komen met het huidige kleurenschema gedefinieerd in Systeeminstellingen van KDE. Voor meer informatie, zie de documentatie voor de module kleurbeheer van KDE.

Als u de Workspaces van KDE Plasma niet gebruikt zal deze knop geen effect hebben en kan afwezig zijn.

Lettertype

Hier kunt u het lettertype kiezen voor het schema. U kunt kiezen uit elk beschikbare lettertype op uw systeem, en een standaardgrootte instellen. Onderaan het dialoogvenster wordt een voorbeeldtekst getoond, zodat u het effect van uw keuze kunt zien.

Voor meer informatie over het selecteren van een lettertype, zie de sectie Lettertypen kiezen van de documentatie van KDE Fundamentals.

Standaard tekststijlen

De standaard stijlen voor tekst zijn dezelfde als de stijlen voor geaccentueerde tekst, waardoor de editor tekst op een hele consistente manier kan presenteren. Zo wordt bijvoorbeeld voor commentaartekst dezelfde stijl gebruikt in bijna alle opmaakprofielen die kunnen worden geaccentueerd in KatePart.

De naam in de lijst met stijlen gebruikt de stijl die voor dat item is ingesteld, en u krijgt onmiddellijk een voorbeeld te zien wanneer u een stijl aanpast.

Bij elke stijl kunt u algemene kenmerken kiezen en voorgrond- en achtergrondkleuren. Om een achtergrondkleur uit te zetten klikt u met rechts zodat het contextmenu verschijnt.

Stijlen voor accentuering van tekst

Hier kunt u de tekststijlen die gebruikt worden bij een specifieke accentueringsdefinitie bewerken. De editor zal de accentuering die gebruikt wordt door uw huidige document voorselecteren. Om aan een andere accentuering te werken kiest u er een in het combinatieveld Accentueren boven de lijst met stijlen.

De naam in de lijst met stijlen gebruikt de stijl die voor dat item is ingesteld, en u krijgt onmiddellijk een voorbeeld te zien wanneer u een stijl aanpast.

Bij elke stijl kunt u algemene kenmerken kiezen en voorgrond- en achtergrondkleuren. Om een achtergrondkleur uit te zetten klikt u met rechts zodat het contextmenu verschijnt. Bovendien kunt u zien of een stijl gelijk is aan de standaardstijl die voor het item gebruikt wordt en die al dan niet gebruiken.

U ziet dat vele accentueringen andere accentueringen bevatten die als groepen vertegenwoordigd zijn in de lijst met stijlen. Zo importeren bijvoorbeeld de meeste accentueringen de Alert-accentuering, en vele opmaken voor broncode importeren de Doxygen-accentuering.

Bewerking

Algemeen

Statische regelafbreking

Regelafbreking is een functie die ervoor zorgt dat de editor automatisch een nieuwe tekstregel begint en de cursor naar het begin van die nieuwe regel verplaatst. KatePart zal automatisch een nieuwe tekstregel beginnen wanneer de huidige regel de positie bereikt opgegeven bij de optie Regels afbreken op:.

Statische regelafbreking activeren

Schakelt statische regelafbreking in of uit.

Statische-regelafbreking-markering tonen (indien van toepassing)

Wanneer deze optie is aangevinkt, verschijnt er een verticale lijn in de regelafbrekingkolom zoals gedefinieerd op het tabblad Bewerking van de InstellingenEditor instellen. Merk op dat de regelafbrekingmarkering alleen getoond wordt wanneer u een niet-proportioneel lettertype gebruikt.

Regels afbreken op:

Wanneer de optie Statische regelafbreking activeren geselecteerd is, bepaalt de invoer hier de positie (in tekens) waarop de editor automatisch naar een nieuwe regel zal gaan.

Invoermodus

De geselecteerde invoermethode zal geactiveerd worden wanneer er een nieuw venster wordt geopend. U kunt nog altijd schakelen tussen de een bepaald venster in het menu Bewerken.

Automatische blokhaakjes

Wanneer de gebruiker een linker haakje ([, ( of {) intypt, plaatst KatePart automatisch het rechter haakje (}, ) of ]) rechts van de cursor.

Wanneer tekst is geselecteerd, zorgt typen van één van de tekens dat de geselecteerde tekst verdeelt wordt over meer regels.

Knippen en plakken
Kopieer/knip de huidige regel als er geen selectie is

Als deze optie is ingeschakeld, en er geen tekst is geselecteerd, worden kopieer- en knipacties toegepast op de tekstregel waar de cursor zich bevindt.

Tekstnavigatie

Tekstcursorbeweging
Intelligente begin- en eindpositie

Wanneer dit geselecteerd is, zal bij het indrukken van de home-toets de cursor witruimte overslaan en naar het begin van de tekst in een regel gaan.

Page Up/Page Down beweegt de cursor

Deze optie wijzigt het gedrag van de cursor wanneer de gebruiker drukt op de toets Page Up of Page Down. Wanneer deze optie niet aangevinkt is, behoudt de cursor zijn relatieve positie binnen de zichtbare tekst in KatePart zodra nieuwe tekst zichtbaar wordt ten gevolge van deze handeling. Dus, wanneer de cursor zich in het midden van de zichtbare tekst bevindt wanneer er op de toets wordt gedrukt, zal die op die positie blijven (behalve wanneer het begin of einde bereikt wordt), Wanneer deze optie aangevinkt is, zorgt de eerste druk op de toets ervoor dat de cursor naar het begin of einde van de zichtbare tekst wordt verplaatst zodra een nieuwe pagina met tekst getoond wordt.

Cursor automatisch centreren:

Stelt het aantal regels in die zichtbaar blijven boven en onder de cursor indien mogelijk.

Tekstselectiemodus
Normaal

Selecties worden overschreven door getypte tekst en worden opgeheven bij verplaatsing van de cursor.

Blijvend

Selecties blijven bestaan, ook na verplaatsen van de cursor en typen.

Sta schuiven toe verder dan het einde van het document

Met deze optie kunt u verder dan het einde van het document schuiven. Dit kan gebruikt worden om de onderkant van het document verticaal te centreren of om het bovenaan de huidige weergave te plaatsen.

De toets backspace verwijdert het basis teken met zijn diakritische tekens

Indien geselecteerd worden samengestelde tekens verwijderd met hun diakritische tekens in plaats van alleen het basis teken te verwijderen. Dit is nuttig voor Indic taalgebieden.

Inspringmethode

Standaard inspringmodus:

Kies de automatische inspringmodus die u als standaard wilt gebruiken. Het is ten sterkste aan te raden hier Geen of Normaal te gebruiken en bestandstypeconfiguraties te gebruiken om andere inspringmodi in te stellen voor tekstformaten zoals C/C++ code of XML.

Inspringen gebruikt
Tabulators

Wanneer dit ingeschakeld is, zal de editor tab-tekens invoegen wanneer u de Tab-toets indrukt of gebruikautomatisch inspringen.

Spaties

Wanneer dit ingeschakeld is, zal de editor een bepaald aantal spaties invoegen, afhankelijk van de positie in de tekst en de instelling tabbreedte, wanneer u op de Tabtoets drukt of gebruik automatisch inspringen.

Tabulators en spaties

Als dit is ingeschakeld zal de tekstbewerker spaties invoegen zoals hierboven beschreven bij inspringen of Tab indrukken aan het begin van een regel, maar voegt tabulators in bij het indrukken van de Tab-toets in het midden of einde van een regel.

Tabbreedte:

Dit stelt het aantal spaties in dat wordt getoond in plaats van een tab-teken.

Inspringbreedte:

De inspringbreedte is het aantal spaties dat gebruikt wordt om een regel in te springen. Wanneer is ingesteld dat tab-teken moet worden gebruikt, dan wordt er een tab-teken ingevoegd als de insprong deelbaar is door de tabbreedte.

Inspringeigenschappen
Extra spaties behouden

Wanneer deze optie uitgeschakeld is en het inspringniveau gewijzigd wordt, zal de regel uitgelijnd worden op een veelvoud van de breedte opgegeven bij Inspringbreedte.

Inspringen aanpassen van tekst geplakt vanaf het klembord

Wanneer deze optie geactiveerd is, springt tekst die van het klembord geplakt wordt in. Door te kiezen voor Ongedaan maken wordt het inspringen verwijderd.

Inspringacties
Backspace-toets in eerste witruimte maakt insprong ongedaan

Wanneer deze optie aangevinkt is, verlaagt de Backspace-toets het inspringniveau als de cursor in de witruimte aan het begin van de regel staat.

Tab-toets-actie (als er niets is geselecteerd)

Als u wilt dat Tab de huidige regel uitlijnt in het huidige codeblok zoals in emacs, maak dan van Tab een sneltoets voor de actie Uitlijnen.

Altijd naar volgende tab-positie gaan

Wanneer deze optie geselecteerd is, voegt de Tab-toets altijd witruimte in zodat de volgende tab-positie wordt bereikt. Wanneer de optie Spaties in plaats van tabs invoegen op het tabblad Algemeen in de sectie Bewerking geactiveerd is, worden er spaties ingevoegd; anders wordt een enkele tabsprong ingevoegd.

Altijd inspringniveau vergroten

Wanneer deze optie geselecteerd is, wordt met de Tab-toets de huidige regel altijd ingesprongen met het aantal tekens opgegeven bij Inspringbreedte.

Inspringniveau vergroten wanneer in voorgaande witruimte

Wanneer deze optie geselecteerd is, zorgt de Tab-toets voor het inspringen van de huidige regel of de cursor gaat naar de volgende tab-positie. Als het invoegpunt zich op of voor het eerste niet-witruimteteken in de regel bevindt, of wanneer er een selectie is, wordt de huidige regel ingesprongen met het aantal tekens opgegeven bij Inspringbreedte. Bevindt het invoegpunt zich achter het eerste niet-witruimteteken in de regel en er is geen selectie, dan wordt er witruimte ingevoegd zodat de volgende tabpositie bereikt wordt: Wanneer de optie Spaties in plaats van tabs invoegen op het tabblad Algemeen in de sectie Bewerking geactiveerd is, worden er spaties ingevoegd; anders wordt een enkele tabsprong ingevoegd.

Automatische aanvulling

Algemeen
Automatisch aanvullen activeren

Indien geactiveerd komt er automatisch een vakje met aanvullingen te voorschijn bij het intypen die een lijst met teksten toont om de huidige tekst onder de cursor aan te vullen.

Minimale woordlengte aan te vullen

Tijdens het typen zoekt Woordaanvulling in het document naar woorden beginnend met de reeds getypte tekst. Deze optie stelt het minimum aantal tekens in, nodig om Woordaanvulling te activeren en een aanvullingslijst te tonen.

Achterste gedeelte bij aanvullen verwijderen

Verwijder het achterste deel van een vorig woord wanneer het aangevulde item is gekozen uit een lijst.

Automatische aanvulling van sleutelwoorden

Indien ingeschakeld gebruikt de ingebouwde automatische aanvulling de sleutelwoorden gedefinieerd door de accentuering van syntaxis.

Spellingcontrole

Deze instelopties worden beschreven in de documentatie voor de Systeeminstellingen-module Spellingcontrole.

VI-invoermethode

Algemeen
VI-commando's in plaats van Kate-sneltoetsen gebruiken

Wanneer dit aangevinkt is, zullen VI-commando's de ingebouwde commando's van KatePart vervangen. Bijvoorbeeld: Ctrl+R voert het commando Opnieuw uit in plaats van de standaard actie (het tonen van het dialoogvenster Zoeken en vervangen).

Relatieve regelnummers tonen

als dit ingeschakeld is verwijst de huidige regel altijd naar lijn 0. Bovenliggende en onderliggende lijnen verhogen het regelnummer relatief.

Toetsmapping

Sneltoetsen instellen wordt gebruikt om de functie van toetsen te wijzigen. Hierdoor kunt u opdrachten aan andere toetsen toekennen of speciale toetsaanslagen maken voor het uitvoeren van een reeks opdrachten.

Voorbeeld:

F2 -> I-- Esc

Hiermee wordt I-- voor een regel gezet wanneer F2 wordt ingedrukt.

Openen/opslaan

Algemeen

Bestandsformaat
Codering

Dit definieert de standaard te gebruiken codering om bestanden te openen/op te slaan, indien niet gewijzigd in de dialoog openen/opslaan of door een commandoregel-optie te gebruiken.

Codering detecteren

Selecteer een item uit de keuzelijst: u kunt automatisch detecteren uitschakelen of Universeel gebruiken om het automatisch detecteren in te schakelen voor alle coderingen. Omdat dit mogelijk alleen utf-8/utf-16 detecteert, zal het kiezen van een regio waarbij aangepaste heuristieken worden gebruikt tot betere resultaten leiden. Als noch de hierboven standaard gekozen codering, noch de codering gespecificeerd op de commandoregel overeenkomen met de inhoud van het bestand, dan zal deze detectie worden uitgevoerd.

Terugvalcodering

Dit definieert de te proberen terugvalcodering bij het openen van bestanden als noch de boven als standaard gekozen codering, noch de codering gespecificeerd in de dialoog voor openen/opslaan, noch de codering gespecificeerd op de commandoregel overeenkomt met de inhoud van het bestand. Voordat dit wordt gebruikt, wordt een poging gedaan om te kijken naar een bytevolgordemarkering aan het begin van het bestand voor de te gebruiken codering: als deze is gevonden, wordt de juiste unicode-codering gekozen; anders wordt detectie van codering gedaan, als beide mislukken wordt terugvalcodering geprobeerd.

Regeleinde

Kies de gewenste regeleindemodus voor het actieve document. U kunt kiezen tussen UNIX®, DOS/Windows® of Macintosh.

Regeleinde automatisch detecteren

Vink dit aan als u wilt dat de editor automatisch het soort regeleinde detecteert. Het soort regeleinde dat het eerst gevonden wordt zal gebruikt worden voor het hele bestand.

Bytevolgordemarkering (BOM) inschakelen

De bytevolgordemarkering is een speciale reeks aan het begin van documenten gecodeerd in unicode. Het helpt gebruikers tekstdocumenten te openen met de juiste unicode-codering. Zie voor meer informatie: Byte Order Mark.

Limiet van de regellengte

Helaas ervaart, vanwege zwakke zaken in Qt™, KatePart slechte prestaties bij het werken met extreem lange regels. Daarom zal KatePart regels automatisch opsplitsen wanneer ze langer zijn dan het aantal hier gespecificeerde tekens. Om dit uit te schakelen stelt u dit on op 0.

Automatisch opschonen bij opslaan
Spaties aan het einde van de regel tijdens het bewerken verwijderen

De bewerker zal automatisch extra spaties aan het einde van regels tekst verwijderen bij het opslaan van het bestand. U kunt Nooit kiezen om deze functie uit te schakelen, Op gewijzigde regels om dat alleen te doen op regels die u hebt gewijzigd sinds u het document eerder hebt opgeslagen of In gehele document om ze onvoorwaardelijk uit het gehele document te verwijderen.

Nieuwe-regel aan het eind van het bestand bij opslaan

De editor zal automatisch een nieuwe-regel aan het eind van het bestand voegen, als deze niet aanwezig is wanneer het bestand wordt opgeslagen.

Geavanceerd

Reservekopie maken bij opslaan

Het maken van een reservekopie bij opslaan houdt in dat KatePart het bestand op schijf kopieert naar <voorvoegsel><bestandsnaam><achtervoegsel> voordat wijzigingen worden opgeslagen. Het standaard achtervoegsel is ~ en standaard is het voorvoegsel leeg.

Lokale bestanden

Vink dit aan als u reservekopieën wilt hebben van lokale bestanden wanneer die worden opgeslagen.

Externe bestanden

Vink dit aan als u reservekopieën wilt hebben van externe bestanden wanneer die worden opgeslagen.

Voorvoegsel

Voer het voorvoegsel in dat u wilt gebruiken voor reservekopieën.

Achtervoegsel

Voer het achtervoegsel in dat aan de naam van de reservekopie moet worden toegevoegd.

Opties voor swap-bestand

KatePart kan (het meeste van) wat is geschreven na een laatste opslag, in geval van een crash of stroomuitval herstellen. Een swapbestand (.swp.<bestandsnaam>) wordt aangemaakt na de eerste bewerkingsactie op een document. Als de gebruiker de wijzigingen niet opslaat en KatePart crasht, dan blijft het swapbestand op de schijf. Bij het openen van een bestand controleert KatePart of er een swapbestand voor het document bestaat en als het bestaat, dan vraagt het aan de gebruiker of hij de verloren gegevens wil herstellen of niet. De gebruiker heeft ook de mogelijkheid om de verschillen tussen het originele bestand en het herstelde te bekijken. Het swapbestand wordt verwijderd na elk opslaan en bij normaal beëindigen.

KatePart synchroniseert de swapbestanden op de schijf elke 15 seconden, maar alleen als ze zijn gewijzigd sinds de laatste synchronisatie. De gebruiker kan het synchroniseren van de swapbestanden uitschakelen, als hij dat wil, door het vakje Uitschakelen te selecteren, maar dat kan tot meer verlies van gegevens leiden.

Indien ingeschakeld worden de swapbestanden opgeslagen in dezelfde map als het bestand. Wanneer Alternatieve map is gekozen worden swapbestanden aangemaakt in de gespecificeerde map. Dit is nuttig voor netwerkbestandssystemen om onnodig netwerkverkeer te voorkomen.

Modi & bestandstypen

Op dit tabblad kunt u de standaardconfiguratie voor documenten van specifieke mime-typen vervangen. Wanneer de editor een bestand laadt, wordt gekeken of het overeenkomt met de bestandsmaskers of mime-typen voor één van de gedefinieerde bestandstypen. Indien dat het geval is worden de gedefinieerde variabelen toegepast. Als er meerdere bestandstypen overeenkomen, zal dat met de hoogste prioriteit gebruikt worden.

Bestandstype:

Het bestandstype met de hoogste prioriteit is het type dat in de eerste keuzelijst getoond wordt. Als er meerdere bestandstypen werden gevonden komen die ook in de lijst te staan.

Nieuw

Dit wordt gebruikt voor het aanmaken van een nieuw bestandstype. Nadat u op deze knop gedrukt hebt, zijn de velden eronder leeg en kunt u de gewenste eigenschappen voor het nieuwe bestandstype invullen.

Verwijderen

Om een bestaand bestandstype te verwijderen kiest u het uit de keuzelijst en drukt u op de knop Verwijderen.

Eigenschappen van huidige bestandstype

Het bestandstype met de hoogste prioriteit is het type dat in de eerste keuzelijst getoond wordt. Als er meerdere bestandstypen werden gevonden komen die ook in de lijst te staan.

Naam:

De naam van het bestandstype wordt de tekst van het overeenkomstige menu-item. Deze naam wordt getoond in het menu HulpmiddelenBestandstypen.

Sectie:

De sectienaam wordt gebruikt om de bestandstypen in menus te organiseren. Deze wordt ook gebruikt in het menu HulpmiddelenBestandstypen.

Variabelen:

Met deze tekenreeks kunt u de KatePart-instellingen configureren voor de bestanden die door dit mime-type gekozen zijn, gebruik makend van KatePart-variabelen. U kunt bijna elke configuratie-optie instellen, zoals accentuering, inspringmethode, enz.

Druk op Bewerken om een lijst te zien van alle beschikbare variabelen en hun beschrijving. Selecteer het keuzevakje links om een bepaalde variabele in te schakelen en stel dan de waarde van de variabele rechts in. Sommige variabelen bieden een afrolvak om mogelijke waarden te selecteren terwijl anderen vereisen dat u handmatig een waarde invoert.

Voor volledige informatie over deze variabelen, zie Configureren met documentvariabelen.

Accentuering:

Als u een nieuw bestandstype aanmaakt, kunt u in deze keuzelijst een bestandstype selecteren voor de accentuering.

Inspringmodus:

In de keuzelijst kunt u de inspringmodus voor nieuwe documenten selecteren.

Bestandsextensies:

Het jokertekensmasker stelt u in staat bestanden op bestandsnaam te kiezen. Een masker bestaat vaak uit een asterisk en de extensie van het bestand, bijvoorbeeld *.txt; *.text. De tekenreeks bestaat uit een lijst van maskers, gescheiden door een puntkomma.

MIME-bestandstypen:

Toont een assistent waarmee u gemakkelijk mime-typen kunt selecteren.

Prioriteit:

Stelt een prioriteit in voor dit bestandstype. Als hetzelfde bestand door meer dan één bestandstype gekozen wordt, zal het type met de hoogste prioriteit gebruikt worden.

Accentueerbestanden downloaden...

Klik op deze knop om nieuwe of bijgewerkte beschrijvingen voor het accentueren van syntaxis te downloaden van de website van KatePart.

Configureren met documentvariabelen

Configureren met documentvariabelen

KatePart-variabelen is de implementatie van documentvariabelen van KatePart, vergelijkbaar met modusregels van Emacs en vi. In katepart hebben de regels het volgende formaat kate: VARIABELENAAM WAARDE; [ VARIABELENAAM WAARDE; ... ] de regels kunnen zich natuurlijk in commentaar bevinden, als het bestand in een formaat is met commentaar. Variabelennamen zijn enkele woorden (geen witruimte) en alles tot aan de volgende puntkomma is de waarde. De puntkomma is vereist.

Hier is een voorbeeld van een variabelenregel, die instellingen voor inspringen forceert voor een bestand met C++, java of javascript:

// kate: replace-tabs on; indent-width 4; indent-mode cstyle;

Opmerking

Alleen in de eerste en laatste 10 regels worden gezocht naar variabelenregels.

Bovendien, kunnen documentvariabelen in een bestand geplaatst worden genaamd .kateconfig in elke map en de geconfigureerde instellingen zullen worden toegepast alsof de modusregels ingevoerd zijn op elk bestand in de map en zijn submappen. Documentvariabelen in .kateconfig gebruiken dezelfde syntax als die in modusregels, maar met uitgebreide opties.

Er zijn variabelen om bijna alle configuraties in KatePart te ondersteunen, en extra plugins kunnen variabelen gebruiken, in welk geval het gedocumenteerd zou moeten zijn in de documentatie van de plugin.

KatePart heeft ondersteuning voor het lezen van configuraties uit .editorconfig bestanden, wanneer de bibliotheek editorconfig is geïnstalleerd. KatePart zoekt automatisch naar een .editorconfig wanneer u een bestand opent. Het geeft echter prioriteit aan bestanden .kateconfig.

Hoe KatePart variabelen gebruikt

Bij het lezen van de instellingen kijkt katepart op de volgende plaatsen (in die volgorde):

  • De globale instellingen.

  • Optionele sessiegegevens.

  • De instellingen voor "Bestandstype".

  • Documentvariabelen in .kateconfig.

  • Documentvariabelen in het document zelf.

  • Instellingen die zijn gemaakt tijdens het bewerken uit het menu of vanaf de commandoregel.

Zoals u kunt zien hebben documentvariabelen die gewijzigd zijn tijdens uitvoering voorrang. Wanneer een document wordt opgeslagen zullen de documentvariabelen worden herlezen en zullen de wijzigingen overschrijven die zijn gemaakt door menu-items of door de commandoregel te gebruiken.

Elke variabele, die niet hieronder wordt genoemd, wordt opgeslagen in het document en kan door andere objecten, zoals plugins, worden opgevraagd, die ze voor hun eigen doeleinden kunnen gebruiken. De variabele 'indent-mode' gebruikt bijvoorbeeld documentvariabelen voor zijn configuratie.

De hier getoonde variabelen documenteren KatePart versie 5.38. Meer variabelen kunnen in de toekomst worden toegevoegd. Er zijn 3 mogelijke typen waarden voor variabelen, met de volgende geldige expressies:

  • BOOL - on|off|true|false|1|0

  • INTEGER - elk geheel getal

  • STRING - iets anders

Beschikbare variabelen

auto-brackets [BOOL]

Automatische vierkante haakjes invoegen inschakelen.

auto-center-lines [INT]

Stelt het aantal autocentreer-regels in.

background-color [STRING]

Stelt de kleur in kleur in van de achtergrond van het document. De waarde moet iets zijn dat geëvalueerd kan worden tot een geldige kleur, bijvoorbeeld #ff0000.

backspace-indents [BOOL]

Indentering in- of uitschakelen wanneer Backspace wordt ingedrukt.

block-selection [BOOL]

Zet selectie van blokken aan of uit.

bom | byte-order-mark | byte-order-marker [BOOL]

Schakelt bytevolgordemarkering (BOM) in/uit bij het opslaan van bestanden in het formaat unicode (utf8, utf16, utf32).

Sinds: Kate 3.4 (KDE 4.4)

bracket-highlight-color [STRING]

Stel de kleur in voor accentuering van haakjes. De waarde moet iets zijn dat geëvalueerd kan worden tot een geldige kleur, bijvoorbeeld #ff0000"

current-line-color [STRING]

Stelt de kleur in van de huidige regel. De waarde moet iets zijn dat geëvalueerd kan worden tot een geldige kleur, bijvoorbeeld #ff0000".

default-dictionary [STRING]

Stelt het standaard woordenboek in dat wordt gebruikt voor spellingcontrole.

Sinds: Kate 3.4 (KDE 4.4)

dynamic-word-wrap [BOOL]

Schakelt dynamische regelafbreking in of uit.

eol | end-of-line [STRING]

Stelt de modus van einde-regel in. Geldige instellingen zijn unix, mac en dos.

folding-markers [BOOL]

Zet het tonen van invouwmarkering aan of uit.

folding-preview [BOOL]

Voorbeeld van invouwen in de rand van bewerker.

font-size [INT]

Stelt de grootte van het lettertype van het document in in punten.

font [STRING]

Stelt het lettertype van het document in. De waarde moet de naam van een geldig lettertype zijn, bijvoorbeeld courier.

hl | syntax [STRING]

Stelt de accentuering van de syntax in. Geldige tekenreeksen zijn alle namen beschikbaar in de menu's. Bijvoorbeeld voor C++, schrijf eenvoudig C++.

icon-bar-color [STRING]

Stelt de kleur in de pictogrambalk. De waarde moet iets zijn dat geëvalueerd kan worden tot een geldige kleur, bijvoorbeeld #ff0000.

icon-border [BOOL]

Zet het tonen van de pictogramrand aan of uit.

indent-mode [STRING]

Stelt de auto-inspringmodus in. De opties none, normal, cstyle, haskell, lilypond, lisp, python, ruby en xml worden herkend. Zie de sectie de paragraaf met de naam “Automatisch inspringen gebruiken” voor details.

indent-pasted-text [BOOL]

Inspringen in-/uitschakelen van tekst geplakt vanaf het klembord

Sinds: Kate 3.11 (KDE 4.11)

indent-width [INT]

Stelt de inspringbreedte in.

keep-extra-spaces [BOOL]

Stelt in of extra spaties behouden blijven wanneer de inspringbreedte wordt berekend.

line-numbers [BOOL]

Zet het tonen van regelnummers aan of uit.

newline-at-eof [BOOL]

Voeg een lege regel toe aan het eind van het bestand (EOF) wanneer document wordt opgeslagen.

Sinds: Kate 3.9 (KDE 4.9)

overwrite-mode [BOOL]

Overschrijfmodus aan/uitzetten.

persistent-selection [BOOL]

Zet blijvende selecties aan of uit.

replace-tabs-save [BOOL]

Zet conversie van tab naar spatie bij opslaan aan of uit.

replace-tabs [BOOL]

Zet dynamische conversie van tab naar spatie aan of uit.

remove-trailing-spaces [TEKENREEKS]

Spaties aan het einde van de regel bij het opslaan verwijderen. Geldige opties zijn:

  • none, - of 0: nooit spaties aan het einde verwijderen.

  • modified, mod, + of 1: spaties aan het eind alleen verwijderen in gewijzigde regels. De gewijzigde regels worden gemarkeerd door het regelwijzigingssysteem.

  • all, * or 2: spaties aan het eind in het gehele document verwijderen.

Sinds: KDE 4.10

scrollbar-minimap [BOOL]

Schuifbalk met mini-weergave tonen

scrollbar-preview [BOOL]

Voorbeeld op schuifbalk tonen

scheme [STRING]

Stelt het kleurenschema in. De tekenreeks moet de naam van een kleurenschema zijn dat in uw configuratie bestaat om enig effect te hebben.

selection-color [STRING]

Stelt de kleur van een selectie in. De waarde moet iets zijn dat geëvalueerd kan worden tot een geldige kleur, bijvoorbeeld #ff0000.

show-tabs [BOOL]

Zet het visuele tab-teken aan of uit.

smart-home [BOOL]

Zet intelligent navigeren naar de basismap aan of uit.

tab-indents [BOOL]

Zet het inspringen met de Tab-toets aan of uit.

tab-width [INT]

Stelt de weergavebreedte van het tab-teken in.

undo-steps [INT]

Stelt het aantal te herinneren stappen in.

Opmerking: Verouderd sinds Kate 3 in KDE4. Deze variabele wordt genegeerd. Het maximum aantal stappen voor terugdraaien is ongelimiteerd.

word-wrap-column [INT]

Stelt breedte in van statische regelafbreking.

word-wrap-marker-color [TEKENREEKS]

Stelt de kleur in van de marker voor regelafbreking. De waarde moet iets zijn dat geëvalueerd kan worden tot een geldige kleur, bijvoorbeeld #ff0000.

word-wrap [BOOL]

Zet statische regelafbreking aan of uit.

Uitgebreide opties in .kateconfig bestanden

KatePart zoekt altijd naar een .kateconfig bestand voor locale bestanden (geen bestanden op afstand). Bovendien is het mogelijk opties in te stellen gebaseerd op jokers (bestandsextensies) als volgt:

kate: tab-width 4; indent-width 4; replace-tabs on;
kate-wildcard(*.xml): indent-width 2;
kate-wildcard(Makefile): replace-tabs off;

In dit voorbeeld gebruiken alle bestanden een tab-breedte van 4 spaties, een indentatiebreedte van 4 spaties en tabs worden vervangen door spaties. Voor alle *.xml bestanden, is de indentatiebreedte ingesteld op 2 spaties. En Makefiles gebruiken tabs, bijv. tabs worden niet vervangen door spaties.

Jokers worden gescheiden door puntkomma's, bijv. u kunt ook meerdere bestandsextensies specificeren als volgt:

kate-wildcard(*.json;*.xml): indent-width 2;

U kunt verder ook het MIME-type te gebruiken om overeen te laten komen, bijv. om alle C++ bronbestanden te indenteren met 4 spaties, u kunt schrijven:

kate-mimetype(text/x-c++src): indent-width 4;

Opmerking

Naast de ondersteuning in .kateconfig bestandstypen, worden jokers en MIME-type afhankelijke documentvariabelen ook ondersteund in de bestandstype zelf als as commentaar.

Hoofdstuk 8. Dankbetuigingen en licentie

Hoofdstuk 8. Dankbetuigingen en licentie

KatePart en KWrite Copyright 2001-2014 door het Kate-team.

Gebaseerd op het originele KWrite, waarvoor geldt: Copyright 2000 door Jochen Wilhelmy

Bijdragen:

  • Christoph Cullmann

  • Michael Bartl

  • Phlip

  • Anders Lund

  • Matt Newell

  • Joseph Wenninger

  • Jochen Wilhely

  • Michael Koch

  • Christian Gebauer

  • Simon Hausmann

  • Glen Parker

  • Scott Manson

  • John Firebaugh

De documentatie van KatePart is gebaseerd op de originele documentatie van KWrite, gewijzigd om relevant te zijn voor alle KatePart gebruikers.

De originele documentatie van KWrite is geschreven door Thad McGinnis , met veel wijzigen van Christian Tibirna . Geconverteerd naar docbook/proofreading door Lauri Watts en bijgewerkt door Anne-Marie Mahfouf en Anders Lund

De huidige documentatie van KatePart wordt onderhouden door T.C. Hollingsworth . Stuur commentaar of suggesties naar de e-maillijst voor ontwikkeling van KatePart op of rapporteer een bug in het KDE Bugtracking Systeem.

Op- of aanmerkingen over de vertalingen van de toepassing en haar documentatie kunt u melden op http://www.kde.nl/bugs.

Dit document is vertaald in het Nederlands door Niels Reedijk.

Dit document is vertaald in het Nederlands door Tom Albers.

Dit document is vertaald in het Nederlands door Hannie Lafeber-Dumoleyn.

Deze documentatie valt onder de bepalingen van de GNU vrije-documentatie-licentie.

Deze toepassing valt onder de bepalingen van de GNU General Public License.

Hoofdstuk 9. De VI-invoermethode

Hoofdstuk 9. De VI-invoermethode

Erlend Hamberg

Vertaler/Nalezer: Freek de Kruijf

VI-invoermethode

Het doel van de VI-modus is niet om een volledige vervanging voor Vim te zijn en alle functies van Vim te ondersteunen. Zijn doel is om het op Vim manier van tekstbewerken te doen - en de geleerde Vim-gewoonten - beschikbaar te maken voor programma's die de tekstbewerker KatePart als hun interne editor gebruiken.

Het doel van de VI-modus is te integreren netjes met het programma en wijkt af van het gedrag van Vim als dat zinvol is. Bijvoorbeeld :w zal een dialoog voor opslaan openen in de VI-modus van KatePart.

Om de VI-invoermodus voor alle nieuwe weergaven in te schakelen, gaat u naar InstellingenKatePart instellen...+BewerkenVI-invoermodus. Op dit tabblad kunt u opties instellen voor de VI-invoermodus en de toetsenmapping definiëren en bewerken in deze modus. VI-invoermodus kan ook omgeschakeld worden met de instelling VI-invoermodus in het menu Bewerken. (De standaard sneltoets is Meta+Ctrl+V - waar Meta gewoonlijk de toets Windows is).

Opmerking

Veel toetsenbordcommando's in vi-modus zijn, anders dan de meeste sneltoetsen van KDE, gevoelig voor hoofd- en kleine letters. Dit betekent dan y en Y verschillende commando's zijn. Om het y (yank) commando in te voeren, moet u controleren dat Caps Lock is uitgeschakeld en Y indrukken. Om het commando Y (yank tot het eind van de regel), voert u Shift+Y uit.

Dit is niet van toepassing op commando's die de toets Ctrl gebruiken, die mogen worden ingevoerd onafhankelijk van de modus van Caps Lock en zonder Shift in te drukken. Sommige commando's vereisen het gebruik van een Ctrl-toetscombinatie gevolgd door een andere toets die wel gevoelig is voor hoofd- en kleine letters. Om Ctrl+W, h (omschakelen naar het rechter gespleten beeld) in te voeren, controleert u of Caps Lock is uitgeschakeld, drukt u Ctrl+W in, laat u los en drukt dan H in.

Incompatibiliteiten met Vim

Er zijn slechts een paar functies van de VI-modus van KatePart die incompatibel zijn met Vim (dingen die ontbreken niet meegenomen). Zij worden hieronder getoond samen met de respectievelijke redenen.

  • KatePart: U en Ctrl+R is opnieuw doen.

    Vim: Ctrl+R is normaal opnieuw doen, U wordt gebruikt om alle laatste wijzigingen op één regel ongedaan te maken.

    De reden om U te laten reageren als opnieuw in de vi-modus van KatePart is dat de sneltoets Ctrl+R standaard in KatePart is ingenomen door de functie (zoeken en vervangen). De vi-modus zal standaard de sneltoetsen van KatePart niet overschrijven (dit kan ingesteld worden in InstellingenKatePart instellen...+BewerkenVi-invoermodus), daarom moet een opnieuw-actie ook beschikbaar zijn als een reguliere toets. Het gedrag van het U commando in Vim, dit terzijde, gaat niet goed samen met het interne opnieuw-systeem van KatePart, het is dus niet triviaal om het te ondersteunen.

  • KatePart: print toont de dialoog Afdrukken.

    Vim: print drukt de regels in de gegeven reeks af zoals zijn voorouder ed.

    Commando's zoals :print zijn niet alleen beschikbaar in vi-modus maar ook voor gebruikers van het reguliere KatePart - daarom opent het commando :print de printdialoog - volgens het principe van het minst verrassend, in plaats van het gedrag van Vim nadoen.

  • KatePart: Y yanks tot het einde van de regel.

    Vim: Y yanks de gehele regel, net als yy.

    Het gedrag van vi op het commando Y is in de praktijk een bug. De beide commando's wijzigen en verwijderen, cc / dd doen hun actie op de huidige regel en C/D werken van de cursor tot het regeleinde. Echter, zowel yy en Y 'yanks' (kopiëren de huidige regel. In de vi-modus van KatePart kopieert Y tot het einde van de regel. Dit wordt als logischer beschreven in de documentatie van Vim.

  • KatePart: O en o opent [aantal] nieuwe regels en plaatst u in invoegmodus.

    Vim: O en o opent een nieuwe regel en voegt een [aantal] keren tekst in bij het verlaten van de invoegmodus.

    Dit is hoofdzakelijk gedaan als gevolg van het zien van velen die in verwarring zijn door dit gedrag van een vim-irc-kanaal (#vim op freenode).

Modi omschakelen

  • Normale modus stelt u in staat om commando's in te voeren om te navigeren of een document te bewerken en is de standaard modus. U kunt er naar terug keren vanuit elke andere modus door Esc in te drukken.

  • Visuele modus stelt u in staat tekst in een document te accentueren. De meeste commando's in Normale modus zijn ook geldig in deze modus. U kunt ze invoeren door v in te drukken om tekens te selecteren of V om regels te selecteren.

  • Invoegmodus stelt u in staat om het document direct te bewerken. U kunt in deze modus komen door i in te drukken of één van de verschillende andere onderstaande commando's.

  • Commandomodus roept de commandoregel van KatePart op, waarmee u vele commando's kunt uitvoeren die beschikbaar zijn in Vi-implementaties evenals sommige specifiek voor KatePart. Voor meer informatie over deze commando's, zie de paragraaf met de naam “De commandoregel in de editor”. Om ze te gebruiken, druk op :, voer het commando in en druk op Enter.

Integratie met wat Kate kan

  • Visuele modus wordt automatisch ingegaan wanneer er tekst wordt geselecteerd met de muis. Deze modus wordt ook ingegaan wanneer functies van Kate worden gebruikt die tekst selecteren, zoals 'Alles selecteren' (ofwel uit het menu of via Ctrl+A.)

  • Vi markeringen en Bladwijzers van Kate zijn geïntegreerd. Wanneer een markering aangemaakt is in Vi-modus, dan wordt er een overeenkomstige bladwijzer in Kate aangemaakt en verschijnt het in het menu Bladwijzers. Wanneer er een bladwijzer in Kate wordt aangemaakt, dan zal er een overeenkomstige Vi-markering op de 0-kolom worden aangemaakt.

Ondersteunde commando's in normale/visuele modus

a

Ga naar invoermodus; na de cursor invoegen

A

Ga naar invoermodus; na de regel invoegen

i

Ga naar invoermodus; voor de cursor invoegen

Invoegen

Ga naar invoermodus; voor de cursor invoegen

I

Ga naar invoermodus; voor de eerste niet-blanco teken op de regel invoegen

gi

Ga naar invoermodus; voor de plek invoegen waar de laatste invoermodus werd verlaten

v

Ga naar zichtmodus; selecteer tekens

V

Ga naar zichtmodus; selecteer regels

Ctrl+v

Ga naar zichtmodus; selecteer blokken

gb

Ga naar zichtmodus; selecteer opnieuw de laatste selectie

o

Open een nieuwe regel onder de huidige regel

O

Open een nieuwe regel boven de huidige regel

J

Regels samenvoegen

c

Wijziging: gevolgd door een beweging om te verwijderen en in invoegmodus te gaan

C

Wijzig tot het eind van de regel: verwijder tot het eind van de regel en ga naar invoermodus

cc

Wijzig de regel: verwijder de regel en ga naar invoermodus

s

Teken vervangen

S

Regel vervangen

dd

Regel verwijderen

d

Gevolgd door een beweging om te verwijderen

D

Tot het einde van de regel verwijderen

x

Verwijder teken rechts van de cursor

Verwijderen

Verwijder teken rechts van de cursor

X

Verwijder teken links van de cursor

gu

Gevolgd door een beweging om een kleine letter te maken

guu

Maak de huidige regel geheel kleine letters

gU

Gevolgd door een beweging om hoofdletter te maken

gUU

Maak de huidige regel geheel hoofdletters

y

Gevolgd door een beweging voor yank (kopiëren)

yy

Yank (kopieer) regel

Y

Yank (kopieer) regel

p

Na cursor plakken

P

Voor cursor plakken

]p

Na de cursor ingesprongen plakken

[p

Voor de cursor ingesprongen plakken

r

Gevolg door een teken dat het teken na de cursor vervangt

R

In vervang-modus gaan

:

In commando-modus gaan

/

Zoeken

u

Ongedaan maken

Ctrl+R

Opnieuw

U

Opnieuw

m

Stel een markering in (kan later worden gebruikt door verplaatsingen)

n

Volgende zoeken

N

Vorige zoeken

>>

Regel in laten springen

<<

Inspringen in regel verwijderen

>

Regels in laten springen

<

Inspringen in regels verwijderen

Ctrl+F

Pagina omlaag

Ctrl+B

Pagina omhoog

ga

Toon de ASCII-waarde van het teken

.

Laatste wijziging herhalen

==

commandoRegelUitlijnen

=

commandoRegelsUitlijnen

~

Keer de hoofd-/kleine letter om

Ctrl+S

Splits het beeld horizontaal

Ctrl+V

Beeld verticaal splitsen

Ctrl+W, w

Ga rond naar het volgende gespleten venster

Ctrl+W, h

Ctrl+W Links

Ga naar het linker gespleten venster

Ctrl+W, l

Ctrl+W Rechts

Ga naar het rechter gespleten venster

Ctrl+W, k

Ctrl+W Omhoog

Ga naar het bovenste gespleten venster

Ctrl+W, j

Ctrl+W Omlaag

Ga naar het onderste gespleten venster

Ondersteunde verplaatsingen

Deze kunnen gebruikt worden om in een document rond te gaan in normale of visuele modus of in samenhang met een van de boven genoemde commando's. Ze kunnen vooraf gaan met een aantal, die aangeven hoe vaak de van toepassing zijnde verplaatsingen gemaakt moeten worden.

h

Left

Left

Left

Backspace

Left

j

Omlaag

Omlaag

Omlaag

k

Up

Omhoog

Up

l

Rechts

Rechts

Rechts

Spatie

Rechts

$

Einde van regel

End

Einde van regel

0

Eerste teken van de regel (kolom 0)

Home

Eerste teken van de regel

^

Eerste niet-witruimte-teken van de regel

f

Gevolgd door het teken om naar rechts van de cursor te gaan

F

Gevolgd door het teken om naar links van de cursor te gaan

t

Gevolgd door het teken om naar rechts van de cursor te gaan en de cursor op het teken ervoor te plaatsen

T

Gevolgd door het teken om naar links van de cursor te gaan en de cursor op het teken ervoor te plaatsen

gg

Eerste regel

G

Laatste regel

w

Volgende woord

W

Volgende woord gescheiden door witruimte

b

Vorige woord

B

Vorige woord gescheiden door witruimte

e

Einde van woord

E

Einde van woord gescheiden door witruimte

ge

Einde van vorige woord

gE

Einde van vorige woord gescheiden door witruimte

|

Gevolgd door een kolomnummer om naar die kolom te gaan

%

Gevolgd door een item om naar dat item te gaan

`

Markeren

Eerste niet-witruimte-teken van de regel waarop een markering zit

[[

Vorig recht openingshaakje

]]

Volgend recht openingshaakje

[]

Vorig recht sluithaakje

][

Volgend recht sluithaakje

Ctrl+I

Naar de volgende locatie springen

Ctrl+O

Ga terug naar de vorige locatie

H

Ga naar de eerste regel op het scherm

M

Ga naar de middelste regel op het scherm

L

Ga naar de laatste regel op het scherm

%percentage

Ga naar het gespecificeerde percentage in het document

gk

Ga één zichtbare regel omhoog (bij gebruik van dynamische regelafbreking)

gj

Ga één zichtbare regel omlaag (bij gebruik van dynamische regelafbreking)

Ctrl+Links

Eén woord naar links

Ctrl+Rechts

Eén woord naar rechts

Ondersteunde tekstobjecten

Deze kunnen gebruikt worden om een bepaald gedeelte van een document te selecteren.

iw

Inwendig woord: woord inclusief witruimte

aw

Een woord: woord exclusief witruimte

i"

Vorig aanhalingsteken (") tot volgend aanhalingsteken, inclusief de aanhalingstekens

a”

Vorig aanhalingsteken (") tot volgend aanhalingsteken, exclusief de aanhalingstekens

i'

Vorig accent (') tot volgend accent, inclusief de accenten

a'

Vorig accent (') tot volgend accent, exclusief de accenten

i(

Vorig rond openingshaakje[(] tot volgend rond sluithaakje [)], inclusief de haakjes

a(

Vorig rond openingshaakje [(] tot volgend rond sluithaakje [)], exclusief de haakjes

i[

Vorig recht openingshaakje ([) tot volgend recht sluithaakje (]), inclusief de haakjes

a[

Vorig recht openingshaakje ([) tot volgend recht sluithaakje (]), exclusief de haakjes

i{

Vorige startaccolade ({) tot volgende sluitaccolade (}), inclusief de accolades

a{

Vorige startaccolade ({) tot volgende sluitaccolade (}, exclusief de accolades

i<

Vorig kleiner-dan-teken (<) tot volgend groter-dan-teken (>), inclusief deze tekens

a<

Vorig kleiner-dan-teken (<) tot volgend groter-dan-teken (>), exclusief de haakjes

i`

Vorig accent-achterover (`) tot volgend accent-achterover, inclusief deze tekens

a`

Vorig accent-achterover (`) tot volgend accent-achterover, exclusief deze tekens

Ondersteunde commando's in invoegmodus

Ctrl+D

Inspringen verwijderen

Ctrl+T

Inspringen

Ctrl+E

Van onderaf invoegen

Ctrl+Y

Woord verwijderen

Ctrl+W

Woord verwijderen

Ctrl+U

Regel verwijderen

Ctrl+J

Nieuwe regel

Ctrl+H

Teken achterwaarts verwijderen

Ctrl+Home

Ga naar het eerste teken in het document

Ctrl+R n

De inhoud van register n invoegen

Ctrl+O, commando

Normale modus voor één commando ingaan

Ctrl+A

Nu geselecteerd getal met één verhogen

Ctrl+X

Nu geselecteerd getal met één verlagen

Het kommatekstobject

Dit object ontbreekt in Vim. Het kommatekstobject maakt het gemakkelijk om parameterlijsten in C-achtige talen en andere kommagescheidenlijsten. Het is in de basis het gebied tussen twee komma's of tussen een komma en een haakje. In de in de illustratie getoonde regel lichten de drie bereiken, die deze tekstobjecten kunnen overspannen, op.

Een voorbeeld van een kommatekstobject

Reeksen van kommatekstobjecten. Als de cursor boven bijv. arg2 is en u drukt op ci, (inwendige komma wijzigen) dan zou double arg2 worden verwijderd en komt de cursor tussen de twee komma's in invoegmodus te staan. Een erg gemakkelijke manier om functieparameters te wijzigen.

Ontbrekende functies

Zoals eerder aangegeven, is het doel van de VI-modus van KatePart niet om 100% van de functies van Vim te ondersteunen.

Bijlage A. Reguliere expressies

Bijlage A. Reguliere expressies

Anders Lund

Vertaler/Nalezer: Otto Bruggeman
Vertaler/Nalezer: Freek de Kruijf
Deze Appendix bevat een beknopte maar hopelijk voldoende en
dekkende introductie tot de wereld van reguliere
expressies. Het documenteert reguliere expressies in de vorm
beschikbaar in KatePart, wat niet compatibel is met de reguliere
expressies van perl, noch met die van bijvoorbeeld
grep.

Inleiding

Reguliere expressies bieden ons een manier om mogelijke inhoud van een tekenreeks te beschrijven zodat deze verstaan wordt door een klein stukje software, waarmee het kan nagaan of een tekst overeenkomt en ook in het geval van geavanceerde toepassingen met de middelen om stukjes overeenkomende tekst op te slaan.

Een voorbeeld: Zeg dat u naar een tekst in paragrafen wilt zoeken die begint met ofwel de namen Hendrik of Piet gevolgd door een werkwoordsvorm zegt.

Met een normale zoekopdracht, zou u beginnen met te zoeken naar de eerste naam, Hendrik misschien gevolgd door ze zoals dit: Hendrik ze en, terwijl u zoekt naar overeenkomsten, moet u diegene negeren die niet het begin van een paragraaf zijn, evenals die waarin het woord beginnend met de letters ze niet ofwel zegt, zei of zoiets is. En dan natuurlijk dat alles herhalen met de volgende naam...

Met reguliere expressies kan die taak worden gedaan met een enkele zoekopdracht en met een grotere graad van precisie.

Om dit te bereiken definieert Reguliere Expressies regels voor het uitdrukken van details op een generaliserende manier van een overeenkomst met een tekenreeks. Ons voorbeeld, die we letterlijk als volgt uitdrukken: Een regel beginnend met ofwel Hendrik of Piet (mogelijk gevolgd door tot 4 spaties of een tab) gevolgd door een witruimte gevolgd door ze en dan ofwel gt of i kan worden uitgedrukt met de volgende reguliere expressie:

^[ \t]{0,4}(Hendrik|Piet) ze(gt|i)

Het bovenstaande voorbeeld demonstreert alle vier belangrijkste concepten van moderne reguliere expressies namelijk:

  • Patronen

  • Toekenningen

  • Aantallen

  • Achterwaartse verwijzingen

Het dakje (^) waarmee de uitdrukking begint is een toekenning, die alleen waar is als de volgende overeenkomende tekenreeks zich aan het begin van de regel bevindt.

De tekenreeksen [ \t] en (Hendrik|Piet) ze(gt|i) zijn patronen. De eerste is een tekenklasse die ofwel overeenkomt met een spatie of een teken (horizontale) tab; het andere patroon bevat eerst een subpatroonn overeenkomend met ofwel Hendrik of Piet, daarna iets wat exact overeenkomt met de tekenreeks ze en tenslotte een subpatroon overeenkomend met ofwel gt of e

De tekenreeks {0,4} is een aantal dat aangeeft ergens van 0 t/m 4 van de vorige.

Omdat software voor reguliere expressies, die het concept van achterwaartse verwijzingen ondersteunt, het gehele deel van de tekenreeks, dat overeenkomt, evenals subpatronen tussen haakjes, opslaat, geeft dus ook toegang tot die verwijzingen, zodat we onze handen kunnen leggen op ofwel de gehele overeenkomst (bij het zoeken in een tekstdocument in een tekstbewerker met een reguliere expressie, die vaak gemarkeerd is als geselecteerd) of ofwel de gevonden naam of het laatste deel van de zin.

Samenvattend zal de uitdrukking overeenkomen met wat we willen waarmee deze moet overeenkomen en alleen daarmee.

De volgende secties zullen in detail beschrijven hoe patronen, tekenklassen, toekenningen, aantallen en achterwaartse verwijzingen, te construeren en te gebruiken en de laatste sectie zal een paar bruikbare voorbeelden geven.

Patronen

Patronen

Patronen bestaan uit letterlijke tekenreeksen en tekenklassen. Patronen mogen subpatronen bevatten, die patronen zijn tussen haakjes.

Escape-tekens

In patronen evenals in tekenklassen hebben sommige tekens een speciale betekenis. Om zulke tekens letterlijk overeen te laten komen met deze tekens, moeten ze zo gemarkeerd worden of escaped om de software voor reguliere expressies te laten weten dat het zulke tekens letterlijk moet interpreteren.

Dit wordt gedaan door het teken vooraf te laten gaan door een backslash (\).

De software voor reguliere expressies zal stilletjes een teken met een escape-teken ervoor negeren die geen speciale betekenis heeft in de context, dus, bijvoorbeeld, een j met een escape ervoor (\j) is veilig. Als u er niet zeker van bent of een teken een speciale betekenis heeft, dan kunt u er veilig een escape-teken voor zetten.

Met het escape-teken werken omvat natuurlijk ook het teken backslash zelf, om letterlijk dat teken weer te geven, moet u schrijven \\.

Tekenklassen en afkortingen

Een tekenklasse is een uitdrukking die overeenkomt met een gedefinieerde set tekens. In Reguliere Expressies, worden tekenklassen gedefinieerd door de toegestane tekens voor de klasse tussen rechte haken te zetten, [], of door een van de hieronder beschreven afgekorte klassen te gebruiken.

Eenvoudige tekenklassen bevatten letterlijk een of meer tekens, bijvoorbeeld [abc] (komt overeen met een van de letters a, b of c) of [0123456789] (komt overeen met een cijfer).

Omdat letters en cijfers een logische volgorde hebben, kunt u deze afbreken door er reeksen van te specificeren: [a-c] is gelijk aan [abc] en [0-9] is gelijk aan [0123456789]. Combineren van deze constructies, bijvoorbeeld [a-fynot1-38] is geheel toegestaan (de laatste zou natuurlijk overeenkomen met ofwel a,b,c,d, e,f,y,n,o,t,1,2,3 of 8).

Omdat hoofdletters andere tekens zijn dan hun kleine letter equivalenten, is het nodig om overeenkomsten zonder onderscheid van hoofd- en kleine letters te maken tussen a of b, moet u het schrijven als [aAbB].

Het is natuurlijk mogelijk om een negatieve klasse overeenkomst te maken zoals alles behalve. Er moet dan een dakje (^) aan het begin van de klasse staan:

[^abc] komt overeen met elk teken behalve a, b of c.

Naast letterlijke tekens, zijn er ook enige afkortingen gedefinieerd, om het leven een beetje gemakkelijker te maken:

\a

Dit komt overeen met het ASCII bel-teken (BEL, 0x07).

\f

Dit komt overeen met het ASCII formfeed-teken (FF, 0x0C).

\n

Dit komt overeen met het ASCII linefeed-teken (LF, 0x0A, Unix nieuwe-regel).

\r

Dit komt overeen met het ASCII carriage-return-teken (CR, 0x0D).

\t

Dit komt overeen met het ASCII horizontale tab-teken (HT, 0x09).

\v

Dit komt overeen met het ASCII verticale tab-teken (VT, 0x0B).

\xhhhh

Dit komt overeen met het Unicode-teken overeenkomend met het hexadecimale getal hhhh (tussen 0x0000 en 0xFFFF). \0ooo (bijv., \zero ooo) komt overeen met het ASCII/Latin-1 teken overeenkomend met het octale getal ooo (tussen 0 en 0377).

. (punt)

Dit komt overeen met elk teken (inclusief nieuwe-regel).

\d

Dit komt overeen met een cijfer. Gelijk aan [0-9]

\D

Dit komt overeen met een niet-cijfer. Gelijk aan [^0-9] of [^\d]

\s

Dit komt overeen met een witruimte-teken. Praktisch gelijk aan [ \t\n\r]

\S

Dit komt overeen met een niet-witruimte-teken. Praktisch gelijk aan [^ \t\r\n] en gelijk aan [^\s]

\w

Komt overeen met elk woordteken - in dit geval elke letter of cijfer. Merk op dat underscore (_) niet overeenkomt, evenals in het geval van reguliere expressie in perl. Gelijk aan [a-zA-Z0-9]

\W

Dit komt overeen met een niet-woord-teken - alles behalve letters en cijfers. Gelijk aan [^a-zA-Z0-9] of [^\w]

De afgekorte klassen kunnen in een zelf gemaakte klasse worden gezet, bijvoorbeeld om overeen te komen met een woord-teken, een spatie of een punt, u kunt dan schrijven [\w \.]

Opmerking

De POSIX-notatie van klassen, [:<class name>:] wordt op dit moment niet ondersteund.

Tekens met een speciale betekenis in tekenklassen

De volgende tekens hebben een speciale betekenis binnen de constructie [] van de tekenklasse en er moet een escape-teken voor om letterlijk ingevoegd te worden in een klasse:

]

Beëindigt de tekenklasse. Moet een escape-teken voor tenzij het het allereerste teken in de klasse is (mag na een dakje zonder escape-teken)

^ (dakje)

Geeft een negatieve klasse aan als het het eerste teken is. Moet een escape-teken voor om letterlijk overeen te komen als het het eerste teken in de klasse is.

- (streepje)

Geeft een logische reeks aan. Moet altijd een escape-teken voor binnen een tekenklasse.

\ (backslash)

Het escape-teken. Moet altijd een escape-teken voor.

Alternatieven: overeenkomen met één van

Als u met een set van alternatieve patronen overeen wilt komen, dan kunt u die scheiden door | (teken verticale streep).

Om bijvoorbeeld ofwel Jan of Harry te zoeken, zou u een expressie Jan|Harry moeten gebruiken.

Subpatronen

Subpatronen zijn patronen omgeven door haakjes, ze kunnen op verschillende manieren in de wereld van de reguliere expressies worden gebruikt.

Alternatieven specificeren

U kunt een subpatroon gebruiken om een set alternatieven in een groter patroon te groeperen. De alternatieven zijn gescheiden door het teken | (verticale streep).

Om de woorden int, float of double te laten overeenkomen, kunt u het patroon int|float|double gebruiken. Als u het alleen wilt vinden wanneer het gevolgd wordt door enige witruimte en dan enige letters, stop de alternatieven dan in een subpatroon: (int|float|double)\s+\w+.

Overeenkomende tekst vangen (achterwaartse verwijzingen)

Als u achterwaartse verwijzing wilt gebruiken, gebruik dan een subpatroon om het gewenste deel van het patroon te onthouden.

U wilt bijvoorbeeld twee exemplaren van hetzelfde woord gescheiden door een komma en mogelijk enige witruimte, dan kunt u schrijven (\w+),\s*\1. Het subpatroon \w+ zou een groep tekens in een woord vinden en de gehele expressie zou overeenkomen als die gevolgd worden door een komma, 0 of meer witruimtes en dan een gelijke groep woordtekens. (De tekenreeks \1 refereert naar het eerste subpatroon ingesloten in haakjes)

Opmerking

Om meerduidigheid met het gebruik van \1 met enige cijfers erachter (bijv. \12 kan het 12de subpatroon zijn of gewoon het eerste subpatroon met 2) we gebruiken \{12} als syntaxis voor subpatronen met meerdere cijfers.

Voorbeelden:

  • \{12}1 is gebruik subpatroon 12

  • \123 is gebruik gevangen 1 daarna 23 als de normale tekst

Vooruitblik-toekenningen

Een vooruitblik-toekenning is een subpatroon die begint met ofwel ?= of ?!.

Om bijvoorbeeld een overeenkomst te vinden met de letterlijke tekenreeks Bill maar alleen als deze niet wordt gevolgd door Gates, dan kunt u deze expressie gebruiken: Bill(?! Gates). (Dit vindt Bill Clinton evenals Billy the kid, maar negeert stilletjes de andere overeenkomsten.)

Subpatronen voor toekenningen worden niet gevangen.

Zie ook Toekenningen

Tekens met een speciale betekenis in patronen

De volgende tekens hebben een speciale betekenis binnen een patroon en er moet een escape-teken voor om letterlijk met ze overeen te komen:

\ (backslash)

Het escape-teken.

^ (dakje)

Kent het begin van de tekenreeks toe.

$

Kent het einde van de tekenreeks toe.

() (linker en rechter haakje)

Geeft subpatronen aan.

{} (linker en rechter accolade)

Geeft numerieke aantallen aan.

[] (linker en rechter rechte haakje)

Geeft tekenklassen aan.

| (verticale streep)

logische OR. Scheidt alternatieven.

+ (plusteken)

Aantal, 1 of meer.

* (sterretje)

Aantal, 0 of meer.

? (vraagteken)

Een optioneel teken. Kan geïnterpreteerd worden als een aantal, 0 of 1.

Aantallen

Aantallen

Aantallen biedt een reguliere expressie de mogelijkheid om een gespecificeerd aantal of reeks aantallen van ofwel een teken, tekenklasse of subpatroon.

Aantallen worden omgeven door accolades ({ en }) en hebben de algemene vorm {[minimum-aantal][,[maximum-aantal]]}

Het gebruik wordt het beste uitgelegd door een voorbeeld:

{1}

Exact 1 keer

{0,1}

Nul of 1 keer

{,1}

Hetzelfde, met minder werk;)

{5,10}

Minstens 5 maar maximaal 10 keer.

{5,}

Minstens 5 keer, geen maximum.

Verder zijn er enkele afkortingen:

* (sterretje)

gelijk aan {0,}, elk aantal keren.

+ (plusteken)

gelijk aan {1,}, minstens 1 keer.

? (vraagteken)

gelijk aan {0,1}, nul of 1 keer.

Happig

Bij het gebruik van aantallen zonder maximum, is de standaard bij reguliere expressies om overeen te komen met zo veel als mogelijk van de gezochte tekenreeks, algemeen bekend staand als happig gedrag.

Moderne software voor reguliere expressies levert de middelen om happigheid uit te zetten, hoewel in een grafische omgeving het aan het interface is om toegang tot deze functie te leveren. Een zoekdialoog bijvoorbeeld, die een reguliere expressie biedt bij het zoeken, kan een keuzevakje hebben met het label Minimale overeenkomst evenals het zou moeten aangeven of happigheid het standaard gedrag.

In voorbeelden van context

Hier zijn een paar voorbeelden van het gebruik van aantallen

^\d{4,5}\s

Komt overeen met de cijfers in 1234 ga en 12345 nu, maar niet in 567 elf of in 223459 ergens

\s+

Komt overeen met één of meer witruimte tekens

(bla){1,}

Komt overeen met alles van blablabla en de bla in blackbird of tabla

/?>

Komt overeen met /> in <closeditem/> evenals > in <openitem>.

Toekenningen

Toekenningen

Toekenningen bieden de mogelijkheid om een reguliere expressie alleen te laten overeenkomen onder bepaalde gecontroleerde condities.

Een toekenning heeft geen teken nodig om mee overeen te komen, in plaats daarvan onderzoekt het de omgeving voor een mogelijke overeenkomst alvorens deze toe te kennen. Bijvoorbeeld de woordgrens toekenning probeert geen niet-woord-teken ten opzichte van een woordteken op zijn positie te vinden, in plaats daarvan moet er geen woordteken zijn. Dit betekent dat de toekenning overeen kan komen met iets waar geen teken is, bijv. aan het eind van een te zoeken tekenreeks.

Sommige toekenningen hebben in werkelijkheid een patroon waarmee overeen gekomen moet worden, maar het deel van de overeenkomst met de tekenreeks behoort niet bij een deel van het resultaat van overeenkomst met de volledige expressie.

Reguliere expressies zoals hier gedocumenteerd ondersteunt de volgende toekenningen:

^ (dakje: begin van de tekenreeks)

Komt overeen met het begin van de tekenreeks.

De expressie ^Peter komt overeen met Peter in de tekenreeks Peter, hey! maar niet in Hey, Peter!

$ (eind van de tekenreeks)

Komt overeen met het eind van de tekenreeks.

De expressie you\?$ komt overeen met de laatste you in de tekenreeks You didn't do that, did you? maar nergens in You didn't do that, right?

\b (woordgrens)

Komt overeen als er een woordteken is aan één kant en niet aan de andere kant.

Dit is nuttig om woordeinden te vinden, bijvoorbeeld beide einden om een heel woord te vinden. De expressie \bin\b komt overeen met het aparte in in de tekenreeks He came in through the window, maar niet met het in in window.

\B (niet-woordgrens)

Komt overeen waar \b dat niet doet.

Dit betekent dat het zal overeenkomen bijvoorbeeld in woorden: De expressie \Bin\B komt overeen in window maar niet in integer of I'm in love.

(?=PATROON) (Positief vooruitkijken)

Een vooruitkijktoekenning kijkt naar het deel van de tekenreeks die volgt op een mogelijke overeenkomst. Het positieve vooruitkijken voorkomt dat de tekenreeks overeenkomt als de tekst die volgt op de mogelijke overeenkomst niet overeenkomt met het PATROON van de toekenning, maar voorkomt dat de tekst daarmee overeenkomt en zal niet meegenomen worden in het resultaat.

De expressie handy(?=\w) komt overeen met handy in handyman maar niet in That came in handy!

(?!PATROON) (Negatieve vooruitblik)

Het negatieve vooruitkijken voorkomt dat de tekenreeks overeenkomt als de tekst die volgt op de mogelijke overeenkomst overeenkomt met het PATROON van de toekenning.

De expressie const \w+\b(?!\s*&) zal overeenkomen met const char in de tekenreeks const char* foo terwijl het niet kan overeenkomen met const QString in const QString& bar omdat de & overeenkomt met het patroon in de negatieve vooruitkijktoekenning.