
Copyright © 2000, 2001 Thad McGinnis
Copyright © 2005 Anne-Marie Mahfouf <annma@kde.org>
, Anders Lund <anders@alweb.dk>
Copyright © 2011, 2012, 2013, 2014 T.C. Hollingsworth <tchollingsworth@gmail.com>
KatePart is een editorcomponent vol met functies door Qt™ voor KDE toepassingen.
Inhoudsopgave
- 1. Inleiding
- 2. Enige basisbeginselen
- 3. Werken met de editor van KatePart
- 4. Het menu Items
- 5. Geavanceerde hulpmiddelen voor bewerking
- 6. KatePart uitbreiden
- 7. KatePart instellen
- 8. Dankbetuigingen en licentie
- 9. De VI-invoermethode
- A. Reguliere expressies
Lijst van voorbeelden

KatePart is een tekstverwerkercomponent gebruikt door vele Qt™ en KDE toepassingen. KatePart is meer dan een tekstverwerker; het is bedoeld als editor voor programmeurs en zou kunnen worden beschouwd als op zijn minst deels een alternatief voor krachtigere editors. Eén van de hoofdfuncties van KatePart is de gekleurde syntaxis, aangepast voor veel verschillende programmeertalen zoals: C/C++, Java™, Python, Perl, Bash, Modula 2, HTML en Ada.
KWrite is een eenvoudige tekstverwerker gebaseerd op KatePart. Het heeft een interface voor een enkel document (SDI) waarmee u één bestand per keer per venster kunt bewerken. Omdat KWrite een erg eenvoudige implementatie is van KatePart, vereist het geen eigen documentatie. Als u weet hoe KWrite te gebruiken, dan kunt u KatePart overal gebruiken!

KWrite en vele andere gebruikers van KatePart zijn erg eenvoudig te gebruiken. Iedereen die ooit een tekstverwerker heeft gebruikt, zal geen problemen ervaren.
KatePart gebruikt het protocol voor slepen en neerzetten van KDE. Bestanden kunnen vanuit het bureaublad, de bestandsbeheerder Dolphin of vanaf een externe FTP-site, geopend in een venster van Dolphin, naar KatePart gesleept worden.

De meeste sneltoetsen zijn in te stellen via het menu Instellingen. Standaard biedt KatePart de volgende sneltoetsen:
Ins | Wissel tussen de modi Invoegen en Overschrijven. Wanneer de modus Invoegen geactiveerd is, zullen getypte tekens ingevoegd worden op de plaats waar u deze typt. Wanneer de modus Overschrijven gekozen is, zal elk teken dat u typt het teken direct rechts van de tekstcursor overschrijven. |
Left | Verplaats de cursor één positie naar links |
Right | Verplaats de cursor één positie naar rechts |
Up | Verplaats de cursor één regel naar boven |
Down | Verplaats de cursor één regel naar beneden |
Ctrl+E | Naar vorige bewerkingsregel |
Ctrl+Shift+E | Naar volgende bewerkingsregel |
Alt+Shift+Up | Cursor verplaatsen naar vorig overeenkomend inspringen |
Alt+Shift+Down | Cursor verplaatsen naar vorig overeenkomend inspringen |
Ctrl+6 | Ga naar bijhorend haakje |
PgUp | Verplaats de cursor één pagina naar boven |
PgDn | Verplaats de cursor één pagina naar beneden |
Home | Ga naar het begin van de regel |
End | Ga naar het einde van de regel |
Ctrl+Home | Ga naar begin van document |
Ctrl+End | Ga naar einde van document |
Ctrl+Up | Een regel naar boven |
Ctrl+Down | Een regel naar beneden |
Ctrl+Right | Woord naar rechts |
Ctrl+Left | Woord naar links |
Ctrl+Shift+Up | Regels naar boven verplaatsen |
Ctrl+Shift+Down | Regels naar beneden verplaatsen |
Ctrl+Alt+Up | Geselecteerde regels naar boven dupliceren |
Ctrl+Alt+Down | Geselecteerde regels naar beneden dupliceren |
Ctrl+B | Bladwijzer instellen |
Alt+PgUp | Vorige bladwijzer |
Alt+PgDn | Volgende bladwijzer |
Del | Verwijder het teken rechts van de cursor (of de geselecteerde tekst) |
Backspace | Verwijder het teken links van de cursor |
Ctrl+Del | Rechter woord verwijderen |
Ctrl+Backspace | Linker woord verwijderen |
Ctrl+K | Regel verwijderen |
Shift+Enter | Voeg een nieuwe regel in, inclusief tekens uit de huidige zin anders dan letters of cijfers. Het is bijv. nuttig bij het schrijven van commentaar in de code: druk op de sneltoets aan het einde van de regel “// mijn tekst” en de volgende regel begint al met “// ”. U hoeft dus niet meer de commentaar-tekens in te typen aan het begin van elke nieuwe regel met commentaar. |
Shift+Left | Selecteer het teken links van de cursor |
Shift+Right | Selecteer het teken rechts van de cursor |
Ctrl+F | |
F3 | |
Shift+F3 | |
Ctrl+H | |
Ctrl+Shift+H | |
Ctrl+Shift+Right | Woord rechts selecteren |
Ctrl+Shift+Left | Woord links selecteren |
Shift+Home | Tot begin van regel selecteren |
Shift+End | Tot einde van regel selecteren |
Shift+Up | Tot vorige regel selecteren |
Shift+Down | Tot volgende regel selecteren |
Ctrl+Shift+6 | Selecteren tot bijhorend haakje |
Ctrl+Shift+PgUp | Selecteren tot bovenzijde van weergave |
Ctrl+Shift+PgDn | Selecteren tot onderzijde van weergave |
Shift+PgUp | Een pagina omhoog selecteren |
Shift+PgDn | Pagina omlaag selecteren |
Ctrl+Shift+Home | Tot begin van document selecteren |
Ctrl+Shift+End | Tot einde document selecteren |
Ctrl+Home | Alles selecteren |
Ctrl+Shift+A | Selectie opheffen |
Ctrl+Shift+B | Blokselectiemodus |
Ctrl+C / Ctrl+Ins | Kopieer de geselecteerde tekst naar het klembord. |
Ctrl+D | Commentaar |
Ctrl+Shift+D | Commentaar verwijderen |
Ctrl+G | Ga naar regel... |
Ctrl+I | Inspringen |
Ctrl+Shift+I | Insprong verwijderen |
Ctrl+J | Regels samenvoegen |
Ctrl+P | |
Ctrl+R | |
Ctrl+S | Roept de opdracht Opslaan aan. |
Ctrl+Shift+S | Opslaan als |
Ctrl+U | Omzetten naar hoofdletters |
Ctrl+Shift+U | Omzetten naar kleine letters |
Ctrl+Alt+U | Elk woord met hoofdletter beginnen |
Ctrl+V / Shift+Ins | Plak de tekst van het klembord in de regel. |
Ctrl+X / Shift+Ins | Kopieer de geselecteerde tekst naar het klembord en verwijder deze uit de tekst. |
Ctrl+Z | |
Ctrl+Shift+Z | |
Ctrl+- | Lettertekens verkleinen |
Ctrl++Ctrl+= | Lettertekens vergroten |
Ctrl+Shift+- | Bovenste niveau van nodes invouwen |
Ctrl+Shift++ | Bovenste niveau van nodes uitvouwen |
Ctrl+Space | Code-aanvulling aanroepen |
F5 | |
F6 | Pictogramrand tonen/verbergen |
F7 | Overschakelen naar commandoregel |
F9 | Vouwmarkeringen tonen/verbergen |
F10 | Dynamische regelafbreking |
F11 | Regelnummering tonen/verbergen |
Ctrl+T | Lettertekens verplaatsen |
Ctrl+Shift+O | Automatische spellingcontrole |
Ctrl+Shift+V | Naar volgende invoermodus omschakelen |
Ctrl+8 | Bovenstaand woord hergebruiken |
Ctrl+9 | Onderstaand woord hergebruiken |
Ctrl+Alt+# | Afkortingen uitbreiden |

De editor van KatePart is het editor-gedeelte in het venster van KatePart. Deze editor wordt gedeeld tussen Kate en KWrite en kan ook in Konqueror gebruikt worden om tekstbestanden, vanaf de lokale computer of vanaf het netwerk, weer te geven.
De editor bestaat uit de volgende componenten:
- Het bewerkgebied
Hier bevindt zich de tekst van uw document.
- De schuifbalken
De schuifbalken tonen de positie van het zichtbare gedeelte in het document en kunnen gebruikt worden om door het document te navigeren. De tekstcursor wordt niet verplaatst als de tekst door middel van de schuifbalken verplaatst wordt.
De schuifbalken worden alleen getoond als dit noodzakelijk is, als dit niet noodzakelijk is blijven ze verborgen.
- De pictogramrand
De pictogramrand is een smalle rand aan de linkerkant van de editor, hierop worden naast gemarkeerde regels (regels met een bladwijzer) kleine pictogrammen geplaatst.
U kunt bladwijzers bij zichtbare regels plaatsen of verwijderen door met de op de pictogramrand naast die regel te klikken.
De pictogramrand kan in- of uitgeschakeld worden in het menu → .
- De regelnummering
De regelnummers van alle zichtbare regels worden in een rand aan de linkerkant van de editor geplaatst.
Het tonen van regelnummers kan in- en uitgeschakeld worden in het menu → .
- Het invouwpaneel
Het opvouwpaneel stelt u in staat om opvouwbare blokken regels in of uit te vouwen. De berekening van de opvouwbare gebieden wordt gedaan volgens de regels in de syntaxis voor definities voor accentuering in het document.

Door de tekst lopen in KatePart is vergelijkbaar met de meeste grafische tekstbewerkers. U beweegt de cursor door de pijltjestoetsen en de toetsen Page Up, Page Down, Home en End in combinatie met de Ctrl and Shift om de functie te wijzigen. De Shift-toets wordt altijd gebruikt om een selectie te maken, terwijl de Ctrl-toets verschillende effecten heeft op verschillende toetsen:
Voor de Omhoog en Omlaag pijltjestoetsen betekent het schuiven van het beeld in plaats van verplaatsen van de cursor.
Voor de Links en Rechts pijltjestoetsen betekent het sla woorden over in plaats van tekens.
Voor de Page Up en Page Down toetsen betekent het ga naar de zichtbare rand van het beeld in plaats van bladeren.
Voor de Home en End toetsen betekent het verplaatsen naar het begin of eind van het document in plaats van het begin of eind van de regel.
KatePart biedt u ook een manier om snel naar een overeenkomstige accolade of haakje te gaan: plaats de cursor aan de binnenkant van een haakje of accolade, en druk op Ctrl+6 om naar het overeenkomstige haakje of de accolade te springen.
U kunt ook bladwijzers plaatsen om snel naar posities te springen die u zelf definieert.

Er zijn twee manieren om tekst in KatePart te selecteren: met de muis en met het toetsenbord.
Om met de muis te selecteren houdt u de
ingedrukt terwijl u de muiswijzer van het begin van de te selecteren tekst tot het einde ervan sleept. De tekst wordt geselecteerd terwijl u sleept.Een dubbelklik op een woord selecteert dat woord.
Een drievoudige klik in een regel selecteert de gehele regel.
Als u de Shift-toets ingedrukt houdt terwijl u klikt, wordt tekst op de volgende manier geselecteerd:
Als er nog niets geselecteerd is, vanaf de positie van de tekstcursor tot de positie van de muiswijzer.
Als er al tekst geselecteerd is, vanaf het begin van die selectie tot de positie van de muiswijzer.
Opmerking
Wanneer u tekst selecteert door met de muis te slepen, wordt de geselecteerde tekst naar het klembord gekopieerd. De selectie kan geplakt worden door met de middelste muisknop in de editor of in een andere toepassing te klikken.
Om met het toetsenbord te selecteren houdt u de Shift-toets ingedrukt terwijl u de navigatietoetsen (de pijltoetsen, PageUp, PageDown, Home en End) gebruikt, eventueel in combinatie met de Ctrl-toets om het verplaatsen van de cursor uit te breiden.
Zie ook Door de tekst navigeren in dit hoofdstuk.
Om de huidige selectie te Kopiëren kunt u het menu → of de sneltoetsen Ctrl+C gebruiken.
Om de selectie te Deselecteren kunt u het menu → , of de sneltoetsen Ctrl+Shift+A gebruiken, of met de in de editor klikken.
Wanneer "Blokselectie" ingeschakeld is, kunt u “verticale selecties” in de tekst maken, dit betekent dat u een aantal kolommen uit meerdere regels kunt selecteren. Dit kan handig zijn als u met tekst werkt die opgemaakt is in kolommen.
Blokselectie kan in-/uitgeschakeld worden door het menu → te gebruiken. De standaard sneltoets is Ctrl+Shift+B.
Als "Selectie overschrijven" ingeschakeld is, wordt de geselecteerde tekst vervangen door de tekst die u intypt of plakt. Als het niet ingeschakeld is, wordt nieuwe tekst op de cursorpositie ingevoegd.
Selectie overschrijven is standaard ingeschakeld.
De instellingen voor deze optie kunt u wijzigen door gebruik van de pagina Cursor & selectie in het dialoogvenster Instellingendialoog.
Wanneer "Blijvende selectie" ingeschakeld is, wordt de selectie niet ongedaan gemaakt wanneer u tekst typt of de cursor verplaatst. Dit betekent dat u de cursor ergens anders heen kunt verplaatsen en daar tekst kunt intypen.
Blijvende selectie is standaard uitgeschakeld.
Blijvende selectie kan ingesteld worden op de pagina Cursor & selectie in Instellingendialoog.
Waarschuwing
Als "Blijvende selectie" en "Selectie overschrijven" beide ingeschakeld zijn, wordt de selectie gedeselecteerd en vervangen door getypte of geplakte tekst wanneer de tekstcursor zich binnen de selectie bevindt.

Om tekst te kopiëren selecteert u de tekst en daarna gebruikt u het menu → . Bovendien wordt met de muis geselecteerde tekst naar de X-selectie gekopieerd.
Om tekst van het klembord te plakken gebruikt u het menu → .
Bovendien kan tekst die met de muis is geselecteerd, geplakt worden door met de
muisknop op de gewenste positie te klikken.Tip
Als u het KDE-bureaublad gebruikt, kunt u tekst die al eerder vanuit andere toepassingen gekopieerd is, ophalen door het Klipper-pictogram in het systeemvak te gebruiken.

KatePart heeft een incrementele zoekbalk en een krachtige zoek- en vervangbalk, die de mogelijkheid biedt om vervangende tekst in te voeren samen met enkele extra opties.
De balken bieden de volgende gezamenlijke opties:
- Zoeken
Hier typt u de tekenreeks in die gezocht moet worden. De interpretatie ervan is afhankelijk van enkele opties die hieronder beschreven worden.
- Hoofdlettergevoelig
Indien geactiveerd, kunt u kiezen of bij het zoeken rekening gehouden moet worden met hoofdletters of kleine letters.
De krachtige zoek- eb vervangbalk biedt enkele extra opties:
- Platte tekst
De te zoeken tekenreeks moet letterlijk overeenkomen.
- Hele woorden
Als deze optie geactiveerd is, wordt alleen een overeenkomst gevonden er een woordgrens aan beide kanten van de tekenreeks staat, wat betekent geen alfanumeriek teken of een ander zichtbaar teken of een einde regel.
- Escape Sequences
Als deze optie geactiveerd is, komt er een menuitem aan het eind van het contextmenu van de tekstvakken beschikbaar, die u in staat stelt om uit een voorgedefinieerde lijst "escape-reeksen" toe te voegen.
- Reguliere expressie
Als deze optie geactiveerd is, wordt de zoektekenreeks als een reguliere expressie geïnterpreteerd. Het menuitem komt aan het eind van het contextmenu van de tekstvakken beschikbaar,die u in staat stelt om uit een voorgedefinieerde lijst "reguliere expressies" toe te voegen aan het zoekpatroon.
Zie Reguliere expressies voor meer informatie hierover.
- Alleen in de selectie zoeken
Indien geactiveerd, zal zoeken en vervangen alleen worden uitgevoerd binnen de geselecteerd tekst.
- Allen zoeken
op deze knop drukken accentueert alle overeenkomsten in het document en toont het aantal gevonden overeenkomsten in een kleine popup.
Om tekst te vinden start u de incrementele zoekbalk met Ctrl+F of met het menuitem → .
Dit opent de zoekbalk onder in het venster van de editor. Links in de balk bevindt zich een knop met een pictogram om de balk te sluiten, gevolgd door een klein invoerveld voor het opgeven van het zoekpatroon.
Het zoeken begint onmiddellijk nadat u de eerste letters van uw zoekpatroon intypt. Als er een overeenkomst is in de tekst, wordt deze gemarkeerd en verandert de achtergrondkleur van de invoer in lichtgroen. Als er geen overeenkomst gevonden wordt in de tekst wordt dit aangegeven door een lichtrode achtergrondkleur van het invoerveld.
Gebruik de knop of
om naar de volgende of vorige overeenkomst in het document te gaan.
Overeenkomsten in het document zijn geaccentueerd zelfs wanneer u de zoekbalk sluit. Om deze accentuering te wissen drukt u op de Esc-toets.
U kunt kiezen of bij het zoeken rekening gehouden moet worden met hoofdletters of kleine letters. Kiest u , dan krijgt u alleen de tekst die precies overeenkomt met de hoofd- en kleine letters in het zoekpatroon.
Klik op de knop rechts van de incrementele zoekbalk om over te schakelen naar het balk geavanceerd zoeken en vervangen.
Om de laatste zoekbewerking te herhalen, indien aanwezig, zonder de incrementele zoekbalk op te roepen, gebruikt u → (F3) of → (Shift+F3).
Om tekst te vervangen, start u de krachtige zoek- en vervangbalk met het commando → of de sneltoets Ctrl+R.
Links op de balk bevindt zich een knop met een pictogram om de balk te sluiten, gevolgd door een klein tekstinvoerveld om het zoekpatroon in te voeren.
U kunt de zoekmodus aanpassen door uit het afrolvak te kiezen voor Platte tekst, Hele woorden, Escape-sequences of Reguliere expressie.
Als Escape sequences of Reguliere expressie geselecteerd is, zal het menu-item onderaan het contextmenu van de tekstinvoervelden geactiveerd worden. Hierdoor kunt u escape sequences of reguliere expressie-items toevoegen aan het zoek- of vervangpatroon vanuit voorgedefinieerde lijsten.
Gebruik de knop of
om naar de volgende of vorige overeenkomst in het document te gaan.
Typ de vervangende tekst in in het tekstinvoerveld met de naam Vervangen en klik op de knop om alleen de geaccentueerde tekst te vervangen, of de knop om de gezochte tekst in het hele document te vervangen.
U kunt het gedrag van zoeken en vervangen wijzigen door onderin de balk verschillende opties te kiezen. Het kiezen van resulteert in alleen die tekenreeksen waarvan elke letter overeenkomt met de hoofdletter of kleine letter zoals opgegeven in de zoekopdracht.
zal alleen binnen de huidige selectie zoeken en vervangen. De knop Alles zoeken accentueert alle overeenkomsten in het document en toont het aantal gevonden resultaten in een klein popup-venster.
Klik op de knop rechts in de balk zoeken en vervangen om over te schakelen naar de incrementele zoekbalk.
Tip
Als u reguliere expressies gebruikt om de te vervangen tekst te zoeken, kunt u gebruik maken van terugverwijzingen om tekst die tussen haakjes in subpatronen staat opnieuw te gebruiken.
Zie Reguliere expressies voor meer informatie hierover.
Tip
U kunt de commando's find, replace en ifind (incrementeel zoeken) vanaf de commandoregel.

Door middel van bladwijzers kunt u bepaalde regels markeren om ze snel terug te kunnen vinden.
U kunt op twee manieren bladwijzers instellen of verwijderen:
Beweeg de invoegcursor naar de regel en activeer het commando → (Ctrl+B).
Klik in de pictogramrand naast de regel.
Het menu bevat een lijst met alle bladwijzers. Elke bladwijzer is herkenbaar aan het regelnummer en het begin van de tekst op de regel. Om de tekstcursor naar het begin van een gemarkeerde regel te verplaatsen selecteert u de gewenste bladwijzer in het menu.
Om snel van bladwijzer naar bladwijzer te bewegen of naar de volgende/vorige bladwijzer, gebruikt u de comando's → (Alt+PgDown) of → (Alt+PgUp).

Met behulp van deze functie kan tekst op een eenvoudige manier opgemaakt worden: de regels worden afgebroken op de ingestelde regellengte. Dit gebeurt echter niet bij aaneengesloten tekenreeksen die langer zijn dan de ingestelde regellengte.
U kunt deze functie in- en uitschakelen door het keuzevakje in de bewerkingspagina van de configuratiedialoog aan of uit te zetten.
Om de maximale regellengte in te stellen (het maximum aantal tekens per regel), gebruikt u de optie in de pagina Bewerking van de configuratiedialoog.
Ingeschakeld heeft deze optie de volgende effecten:
Terwijl u typt, zal de editor automatisch een regeleinde invoegen na de laatste witruimte (bijboorbeeld een spatie of tabstop) vóór de maximale regellengte is bereikt.
Terwijl een document geladen wordt, zal de editor de tekst ook afbreken, indien de witruimte in de regels dit mogelijk maakt, zodat de regels niet langer zijn dan de maximale regellengte.
Opmerking
Het is momenteel niet mogelijk om regelafbreking per documenttype in te stellen; ook kan regelafbreking niet per document in- of uitgeschakeld worden. Dit zal wel mogelijk zijn in een toekomstige versie van KatePart.

De editor-component van KatePart ondersteunt diverse modi om tekst automatisch in te laten springen, ontworpen voor verschillende soorten tekstbestanden. In het menu → kunt u kiezen uit de beschikbare modi. Met behulp van de de functie → kunt u de inspringbreedte van de geselecteerde regels of van de huidige regel laten herberekenen. U kunt dus in uw gehele document het inspringen opnieuw doen door alle tekst te selecteren en deze actie te activeren.
Alle inspringmodi gebruiken het inspringen gerelateerd aan de instellingen in het actieve document.
Tip
U kunt allerlei soorten configuratievariabelen instellen, inclusief die zijn gerelateerd aan inspringen met Documentvariabelen en Bestandstypen.
Beschikbare modi bij automatisch inspringen
- Geen
In deze modus wordt automatisch inspringen uitgeschakeld.
- Normaal
Bij deze modus wordt de regel op dezelfde manier ingesprongen als de voorgaande regel. U kunt dit combineren met de opties "Inspringen" en "Inspringing verwijderen" om de tekst naar eigen inzicht in te laten springen.
- C-stijl
Een programma voor indentering dat de regels laat inspringen op de manier zoals gebruikt wordt in C en gelijksoortige talen, C++, C#, java, javascript, enzovoort. Dit werkt niet voor scripttalen zoals Perl of PHP.
- Haskell
Een programma voor indentering dat specifiek is voor de Haskell taal.
- Lilypond
Een programma voor indentering dat specifiek is voor de Lilypond notatietaal voor muziek.
- Lisp
Een programma voor indentering dat specifiek is voor de Lisp scripttaal en Lisp dialecten.
- Python
Een programma voor indentering dat specifiek is voor de python scripttaal.
- XML-stijl
Een programma voor indentering dat specifiek is voor talen die lijken op XML.

De markeringen voor wijzigingen in regels van KatePart laten u gemakkelijk zien wat u recent in een bestand hebt gewijzigd. Opgeslagen wijzigingen worden standaard aangegeven door een groene balk links van een document, terwijl niet opgeslagen wijzigingen aangegeven worden door een oranje balk.

Markeringen voor wijzigingen in regels in actie.
U kunt de kleuren gebruikt in het instellingenpaneel Lettertypes & kleuren wijzigen of u kunt deze mogelijkheid volledig uitschakelen in het tabblad Randen van het instellingenpaneel Uiterlijk.

De schuifbalk met mini-map van KatePart toont voorbeelden van documenten in plaats van de schuifbalk. Het nu zichtbare deel van het document is geaccentueerd.

De schuifbalk met mini-map toont een voorbeeld van de broncode van Kate.
U kunt de mini-map tijdelijk in- of uitschakelen door → te selecteren of permanent in de sectie Uiterlijk van de instellingen van KatePart.

- → (Ctrl+N)
Hiermee opent u een nieuw document in een nieuw en onafhankelijk editorvenster.
- → (Ctrl+O)
Toont een standaard KDE Bestand openen-dialoogvenster. Gebruik het bestandsoverzicht om het te openen bestand te selecteren en klik op de knop om het te openen.
- →
Dit geeft een lijst van bestanden die u recent hebt opgeslagen. Door op een bepaald bestand te klikken wordt het geopend in KatePart. Dit kan uiteraard alleen als het bestand nog bestaat op de aangegeven locatie.
- → (Ctrl+S)
Slaat het huidige document op. Indien dit bestand al eerder is opgeslagen met deze naam, dan zal het bestand zonder verdere vragen worden opgeslagen. Indien dit de eerste keer is dat een nieuw document wordt opgeslagen zal het dialoogvenster "opslaan als" worden getoond. Dit venster wordt hieronder verder beschreven.
- → (Ctrl+Shift+S)
Dit maakt het mogelijk om een document op te slaan onder een nieuwe bestandsnaam. De nieuwe naam kunt u opgeven in het venster dat identiek is aan het venster zoals dat in de sectie Openen reeds is beschreven.
- →
Een document opslaan met een nieuwe bestandsnaam in een andere codering.
- →
Een kopie van een document opslaan met een nieuwe bestandsnaam en doorgaan met bewerken in het originele document.
- → (Ctrl+F5)
Laadt het actieve bestand opnieuw van de schijf. Deze opdracht is nuttig wanneer een ander programma of proces het bestand heeft gewijzigd terwijl u het open hebt staan in KatePart.
- → (Ctrl+P)
Opent het afdrukvenster waarin u kunt aangeven wat, waar en hoe er afgedrukt moet worden.
- →
Sla het huidige open document op als een HTML-bestand, die opgemaakt wordt met de huidige accentuering van syntaxis en instellingen van het kleurschema.
- → (Ctrl+W)
Sluit het actieve venster met deze opdracht. Als u wijzigingen hebt aangebracht, zal u gevraagd worden het bestand op te slaan voordat KatePart het sluit.
- → (Ctrl+Q)
Sluit het huidige venster. Indien u via de menu-items of meerdere KWrite-vensters geopend hebt, zullen die niet worden gesloten.

- → (Ctrl+Z)
Maakt de laatste bewerking ongedaan (typen, kopiëren, knippen, enz.)
Opmerking
Dit kan verscheidene bewerkingen, zoals het intypen van tekst, tegelijk ongedaan maken.
- → (Ctrl+Shift+Z)
Dit draait de gevolgen van "Ongedaan maken" weer terug.
- → (Ctrl+X)
Deze opdracht verwijdert de huidige selectie en plaatst het op het klembord. Het klembord werkt onzichtbaar en maakt het mogelijk gegevens over te brengen tussen toepassingen.
- → (Ctrl+C)
Dit kopieert de huidige selectie naar het klembord zodat die elders kan worden geplakt. Het klembord werkt onzichtbaar en maakt het mogelijk gegevens over te brengen tussen toepassingen.
- → (Ctrl+V)
Dit plakt het eerste item in het klembord op de plaats van de cursor. Het klembord werkt onzichtbaar en maakt het mogelijk gegevens over te brengen tussen toepassingen.
Opmerking
Als de optie "Selectie overschrijven" ingeschakeld is, zal de geplakte tekst eventueel geselecteerde tekst overschrijven.
- →
Dit submenu zal het begin van delen van tekst tonen die recent naar het klembord zijn gekopieerd. Selecteer een item uit dit menu om het in het nu geopende bestand te plakken.
- →
Kopieer de selectie als HTML, opgemaakt volgens de huidige accentuering van de syntaxis en instellingen van het kleurschema.
- → (Ctrl+A)
Dit selecteert het hele document. Op deze manier kunt u op een handige manier alle tekst kopiëren naar een andere toepassing.
- → (Ctrl+Shift+A)
Als er tekst in de editor geselecteerd is, wordt de selectie opgeheven.
- → (Ctrl+Shift+B)
Wisselt van selectiemodus. Wanneer de selectiemodus BLOK is, de statusbalk toont de tekenreeks [BLOK] en u kunt verticaal selecteren, bijv. selecteer kolom 5 tot 10 in regel 9 tot 15.
- →
Schakel tussen een normale en een vi-achtige modale bewerkingsmethode. De vi-invoermodus ondersteunt de meestgebruikte opdrachten en bewegingen van de normale en visuele modus van vim en heeft een optionele vi-modus statusbalk. Deze statusbalk toont opdrachten terwijl ze worden ingevoerd, uitvoer van opdrachten en de huidige modus. Het gedrag van deze modus kan aangepast worden op het tabblad Vi-invoermethode in het tabblad Bewerking van de instellingendialoog van KatePart.
- → (Ins)
Schakelt de overschrijfmodus in of uit. Wanneer de modus INS is, worden tekens ingevoegd op de plaats van de cursor. Wanneer de modus OVR is, zullen de tekens die u typt de huidige tekens rechts van de cursor vervangen. De statusbalk toont de huidige status van de overschrijfmodus, of INS of OVR.
- → (Ctrl+F)
Dit opent de zoekbalk onder in het venster van de editor. Links in de balk bevindt zich een een knop met een pictogram om de balk te sluiten, gevolgd door een klein invoerveld voor het opgeven van het zoekpatroon.
Het zoeken begint onmiddellijk nadat u de eerste letters van uw zoekpatroon intypt. Als er een overeenkomst is in de tekst, wordt deze gemarkeerd en verandert de achtergrondkleur van de invoer in lichtgroen. Als er geen overeenkomst gevonden wordt in de tekst wordt dit aangegeven door een lichtrode achtergrondkleur van het invoerveld.
Gebruik de knop
of
om naar de volgende of vorige overeenkomst in het document te gaan.
Overeenkomsten in het document worden geaccentueerd zelfs wanneer u de zoekbalk sluit. Om deze accentuering te wissen, druk op de toetst Esc.
U kunt kiezen of bij het zoeken rekening gehouden moet worden met hoofdletters of kleine letters. Kiest u
, dan krijgt u alleen de tekst die precies overeenkomt met de hoofd- en kleine letters in het zoekpatroon.
Klik op de knop
rechts van de incrementele zoekbalk om over te schakelen naar het balk geavanceerd zoeken en vervangen.
- → → (F3)
Hiermee herhaalt u de laatste zoekhandeling, indien aanwezig, zonder de incrementele zoekbalk te activeren, waarbij voorwaarts gezocht wordt in het document vanaf de positie van de cursor.
- → → (Shift+F3)
Hiermee herhaalt u de laatste zoekhandeling, indien aanwezig, zonder de zoekbalk te activeren, waarbij achterwaarts in plaats van voorwaarts gezocht wordt in het document.
- → → (Ctrl+H)
Vindt het volgende stuk geselecteerde tekst.
- → → (Ctrl+Shift+H)
Vindt het vorige stuk geselecteerde tekst.
- → (Ctrl+R)
Deze opdracht opent het venster "geavanceerd zoeken en vervangen". Links boven in het venster bevindt zich een knop met een pictogram om het venster te sluiten, gevolgd door een klein tekstinvoerveld om het zoekpatroon in te voeren.
U kunt de zoekmodus aanpassen door uit de lijst te kiezen voor Platte tekst, Hele woorden, Escape sequences of Reguliere expressie.
Als Escape sequences of Reguliere expressie geselecteerd is, zal het menu-item onderaan het contextmenu van de tekstinvoervelden geactiveerd worden. Hierdoor kunt u escape sequences of reguliere expressie-items toevoegen aan het zoek- of vervangpatroon vanuit voorgedefinieerde lijsten.
Gebruik de knop
of
om naar de volgende of vorige overeenkomst in het document te gaan.
Typ de vervangende tekst in in het tekstinvoerveld met de naam Vervangen en klik op de knop om alleen de geaccentueerde tekst te vervangen, of de knop om de gezochte tekst in het hele document te vervangen.
U kunt het gedrag van zoeken en vervangen wijzigen door onderin de balk verschillende opties te kiezen. Het kiezen van
resulteert in alleen die tekenreeksen waarvan elke letter overeenkomt met de hoofdletter of kleine letter zoals opgegeven in de zoekopdracht.
zal alleen binnen de huidige selectie zoeken en vervangen. De knop Alles zoeken accentueert alle overeenkomsten in het document en toont het aantal gevonden resultaten in een klein popup-venster.
Klik op de knop
rechts in de balk zoeken en vervangen om over te schakelen naar de incrementele zoekbalk.
- → → (Ctrl+6)
Beweeg de cursor naar het bijbehorende openings- of sluithaakje.
- → → (Ctrl+Shift+6)
Selecteert de tekst tussen het overeenkomstige openings- en sluithaakje.
- → →
Regels die zijn gewijzigd na het openen van het bestand worden gewijzigde regels genoemd. Deze actie springt naar de vorige gewijzigde regel.
- → →
Regels die zijn gewijzigd na het openen van het bestand worden gewijzigde regels genoemd. Deze actie springt naar de volgende gewijzigde regel.
- → → (Ctrl+G)
Dit opent onderaan het venster de balk Ga naar regel, waarmee u de cursor een sprong kunt laten maken naar een bepaalde regel (door een getal op te geven) in het document. U kunt het regelnummer direct invoeren in het tekstinvoerveld of u kunt klikken op de pijltjes naar boven en beneden naast het tekstinvoerveld. Het pijltje naar boven verhoogt het regelnummer, en het pijltje naar beneden verlaagt het. U sluit de balk door te klikken op de knop met het pictogram links op de balk.

- →
Maak een nieuw venster aan met het huidige document als inhoud. Alle wijzigingen in het document in het ene venster worden meegenomen in het andere en vice versa.
- → (F7)
Toont de commandoregel van KatePart onderaan het venster. Typ
help
op de commandoregel om hulp te krijgen enhelp list
voor een lijst met commando's. Voor meer informatie over de commandoregel, zie De commandoregel van de bewerkingscomponent.- → (Ctrl++)
Dit vergroot de lettertekens die getoond worden.
- → (Ctrl+-)
Dit verkleint de lettertekens die getoond worden.
- →
Dit menu toont de beschikbare kleurschema's. U kunt hier het schema wijzigen voor de huidige weergave, om het standaard schema te wijzigen moet u de pagina Lettertypen & kleuren van de instellingendialoog gebruiken.
- → → (F10)
Schakelt dynamisch regelafbreking in/uit in de huidige weergave. Dynamische regelafbreking maakt alle tekst in een weergave zichtbaar zonder de noodzaak voor horizontaal schuiven door een actuele regel, indien nodig, op meer zichtbare regels af te beelden.
- → →
Kies wanneer en hoe de dynamische-regelafbreking-indicators moeten worden getoond. Dit is alleen beschikbaar wanneer de optie Dynamische regelafbreking is aangevinkt.
- → →
Wanneer deze optie is aangevinkt, verschijnt er een verticale lijn in de regelafbrekingkolom zoals gedefinieerd op het tabblad Bewerking van de → . Merk op dat de regelafbrekingmarkering alleen getoond wordt wanneer u een niet-proportioneel lettertype gebruikt.
- → → (F6)
Dit is een wissel-item. Als het is aangevinkt wordt de pictogramrand zichtbaar links van de actieve editor en omgekeerd. De pictogramrand geeft de positie weer van de gemarkeerde lijnen in de bewerker.
- → → (F11)
Dit is een wisselitem. Als het is aangevinkt verschijnt er aan de linkerkant van de actieve editor een paneel waarin de regelnummers van het document worden getoond, en vice versa.
- → →
Wanneer deze optie geactiveerd is, worden in de huidige weergave markeringen getoond op de verticale schuifbalk. Deze markeringen zijn gelijk aan de markeringen op de Pictogramrand.
- → →
Dit vervangt de schuifbalk door een visualisatie van het huidige document. Voor meer informatie over de schuifbalk-minimap, zie de paragraaf met de naam “De schuifbalk met mini-map”
- →
Deze opties behoren bij code invouwen.
- (F9)
Schakelt het tonen van het paneel voor invouwen in/uit aan de linkerzijde van de weergave.
Vouw het gebied dat de cursor bevat in.
Vouw het gebied dat de cursor bevat uit.
- (Ctrl+Shift+-)
Vouw alle gebieden van het bovenste niveau in het document in. Klik op het naar rechts wijzende driehoekje om alle gebieden op het hoogste niveau uit te vouwen.
- (Ctrl+Shift++)
Vouw alle gebieden van het bovenste niveau in het document uit.
Omringend vak rond niet-afdrukbare spaties tonen/verbergen.

Onder de items die hier beschreven worden, wordt elke bladwijzer in het document vermeld. De tekst bestaat uit de eerste woorden van de gemarkeerde regel. Selecteer een bladwijzer om de cursor naar het begin van die regel te verplaatsen. De editor zal te tekst opschuiven om de regel zichtbaar te maken.
- → (Ctrl+B)
Plaatst een bladwijzer op de huidige regel in het actieve document (als er al een bladwijzer is, wordt deze verwijderd).
- →
Deze opdracht verwijdert alle bladwijzers uit het document evenals de lijst met bladwijzers die onderaan dit menu-item hangt.
- → (Alt+PgUp)
Hiermee verplaatst u de cursor naar het begin van de regel met de eerste bovenliggende bladwijzer. In de tekst van het menu-item staat het regelnummer en het eerste stuk tekst op die regel. Dit item is alleen beschikbaar wanneer er een bladwijzer in een regel boven de cursor bestaat.
- → (Alt+PgDown)
Hiermee verplaatst u de cursor naar het begin van de volgende regel met een bladwijzer. In de tekst van het menu-item staat het regelnummer en het eerste stuk tekst op die regel. Dit item is alleen beschikbaar wanneer er een bladwijzer in een regel onder de cursor bestaat.

- →
Stel het huidige document in op Alleen lezen. Dit voorkomt dat er tekst wordt toegevoegd of wijzigingen in de opmaak worden aangebracht.
- →
Kies het gewenste bestandstype voor het actieve document. Dit overschrijft alleen voor het huidige document het globale bestandstype ingesteld bij → op het tabblad Bestandstypen in de sectie Openen/opslaan.
- →
Kies het gewenste accentueringsschema voor het actieve document. Dit overschrijft alleen voor het huidige document de globale accentueringregels ingesteld bij → .
- →
Kies de gewenste manier van inspringen voor het actieve document. Dit overschrijft alleen voor het huidige document de globale inspringmodus ingesteld bij → .
- →
U kunt de standaardcodering, ingesteld bij → in de pagina Openen/opslaan om een andere codering in te stellen voor het huidige document. De codering die u hier instelt zal alleen gelden voor het huidige document.
- →
Kies de gewenste regeleindemodus voor het actieve document. Dit overschrijft alleen voor het huidige document de globale einderegelmodus ingesteld bij → .
- →
Door deze actie aan te vinken kunt u expliciet een bytevolgordemarkering voor documenten gecodeerd in unicode toevoegen. De bytevolgordemarkering (BOM) is een Unicode-teken dat gebruikt wordt om de "endianness" (byte-volgorde) van een tekstbestand of stream aan te geven. Zie voor meer informatie: Byte Order Mark.
- →
Dit submenu bevat een lijst met alle acties in scripts. De lijst kan gemakkelijk worden gewijzigd door uw eigen scripts te schrijven. Op deze manier kan KatePart worden uitgebreid met gebruikergedefinieerde hulpmiddelen.
- → →
- → →
- → → →
De geselecteerde tekst of het gehele document sorteren in oplopende volgorde.
- → → → (Ctrl+Shift+Omlaag)
Geselecteerde regels omlaag verplaatsen.
- → → → (Ctrl+Shift+Omhoog)
Geselecteerde regels omhoog verplaatsen.
- → → → (Ctrl+Alt+Omlaag)
De geselecteerde regels omlaag dupliceren.
- → → → (Ctrl+Alt+Omhoog)
De geselecteerde regels omhoog dupliceren.
- → → →
Codeert de geselecteerde tekst zodat het gebruikt kan worden als onderdeel van een zoektekst in een URL, waarbij de selectie vervangen wordt door de gecodeerde tekst.
- → → →
Als een deel van de zoektekst van een URL is geselecteerd, dan zal dit het decoderen en de selectie vervangen door de originele ruwe tekst.
- → →
- → → →
Converteert de geselecteerde tekst naar een paar HTML of XML openings- en sluittags. Bijvoorbeeld, als
div
is geselecteerd, zal dit item dat vervangen door<div></div>
.- → → →
Omgeeft de geselecteerde tekst met de tag op de opdrachtregel.
- → → →
Als de cursor zich binnen een HTML/XML-openingstag bevindt, dan zal dit item deze naar de sluittag verplaatsen. Als de cursor zich binnen de sluittag bevindt, zal deze in plaats daarvan naar de openingstag verplaatsen.
- → → →
Wanneer de cursor zich binnen een paar HTML/XML-tags bevindt, zal deze optie de selectie wijzigen zodat de inhoud tussen die HTML/XML-tags, zonder de tags zelf, wordt geselecteerd.
- → → →
Wanneer de cursor zich binnen een paar HTML/XML-tags bevindt, zal dit item de selectie wijzigen zodat de inhoud tussen die HTML/XML-tags, inclusief de tags zelf, worden geselecteerd.
- → → →
Als het geselecteerde deel geen commentaar is, dan zal dit item dat deel in HTML/XML commentaar insluiten (bijv.
<!-- geselecteerde tekst -->
). Als het geselecteerde deel een commentaar is, zullen de commentaar-tags worden verwijderd.- → → →
Als de cursor nu binnen een HTML/XML-tag zich bevindt, dan zal dit item de gehele tag verwijderen.
- → → →
Dit item zal één aftrekken van de nu geselecteerde tekst, als het een getal is. Als bijvoorbeeld
5
is geselecteerd, zal het4
worden.- → → →
Dit item zal tien aftrekken van de nu geselecteerde tekst, als het een getal is. Als bijvoorbeeld
15
is geselecteerd, zal het5
worden.- → → →
Dit item zal 0.1 aftrekken van de nu geselecteerde tekst, als het een getal is. Als bijvoorbeeld
4.5
is geselecteerd, zal het4.4
worden.- → → →
Dit item zal één optellen bij de nu geselecteerde tekst, als het een getal is. Als bijvoorbeeld
5
is geselecteerd, zal het6
worden.- → → →
Dit item zal tien optellen bij de nu geselecteerde tekst, als het een getal is. Als bijvoorbeeld
5
is geselecteerd, zal het15
worden.- → → →
Dit item zal 0.1 optellen bij de nu geselecteerde tekst, als het een getal is. Als bijvoorbeeld
4.5
is geselecteerd, zal het4.6
worden.
- → (Ctrl+Spatie)
Roep handmatig commando-aanvulling aan, meestal door een sneltoets te gebruiken die verbonden is met deze actie.
- →
(Ctrl+9) en (Ctrl+8) vullen de huidige getypte tekst aan door vanaf de huidige cursorpositie vooruit en achteruit te zoeken naar woorden die overeenkomen. geeft een lijst met overeenkomsten.
- → → (Ctrl+Shift+O)
Wanneer ingeschakeld is, wordt tijdens het typen fout gespelde tekst onderstreept.
- → →
Dit initialiseert het programma Spellingcontrole - een programma gemaakt om de gebruiker te helpen bij het ondervangen en corrigeren van spelfouten. Door te klikken op dit item start u de spellingcontrole en opent u het dialoogvenster Spellingcontrole, waarmee u het proces kunt aansturen. Verticaal in het middel van het dialoogvenster treft u onder elkaar drie instellingen met links ervan hun overeenkomstige labels. Beginnend bovenin zijn dat:
- Onbekend woord:
Hier toont de spellingcontrole het huidige woord dat nagekeken wordt. Dit gebeurt wanneer de spellingcontrole een woord tegenkomt dat niet voorkomt in het woordenboek - een bestand bestaande uit een lijst met correct gespelde woorden waarmee elk woord in de editor vergeleken wordt.
- Vervangen door:
Als er in het woordenboek van de spellingcontrole vergelijkbare woorden staan, zal het eerste hier verschijnen. De gebruiker kan de suggestie accepteren, zijn of haar eigen correctie intypen, of een andere suggestie kiezen uit de keuzelijst.
- Taal:
Indien u meerdere woordenboeken geïnstalleerd hebt, kunt u hier kiezen welk woordenboek/taal gebruikt moet worden.
Rechts van het dialoogvenster bevinden zich 6 knoppen waarmee de gebruiker het proces van de spellingcontrole kan aansturen. Deze zijn:
Door op deze knop te klikken wordt Onbekend woord toegevoegd aan het woordenboek van de spellingcontrole. Dit betekent dat de spellingcontrole dit woord in het vervolg altijd beschouwt als correct gespeld.
- Suggestie
De spellingcontrole kan hier een aantal mogelijke woorden tonen ter vervanging van het woord dat nagekeken wordt. Door te klikken op één van de suggesties zal dat woord opgenomen worden in het invoerveld Vervangen door.
Met deze knop vervangt de spellingcontrole het woord dat nagekeken wordt in het document door het woord in het invoerveld Vervangen door.
Met deze knop vervangt de spellingcontrole niet alleen het huidige Onbekend woord: maar zorgt er automatisch voor dat ditzelfde woord overal in het document vervangen wordt.
Door deze knop te activeren gaat de spellingcontrole verder zonder een verandering te hebben aangebracht.
Deze knop zorgt ervoor dat de spellingcontrole niets doet met het huidige Onbekend woord:, en dat geldt tevens voor ditzelfde woord elders in het document.
Opmerking
Dit geldt alleen voor de spellingcontrole die op dat moment loopt. Wanneer de spellingcontrole later opnieuw gestart wordt, zal die weer bij ditzelfde woord stilstaan.
Horizontaal onderin het dialoogvenster van de spellingcontrole bevinden zich nog drie knoppen. Deze zijn:
Dit roept het KDE helpsysteem op met de hulppagina van deze dialoog.
Met deze knop beëindigt u het proces van de spellingcontrole en keert u terug naar het document.
Met deze knop annuleert u het proces van de spellingcontrole, alle wijzigingen worden teruggedraaid en u keert terug naar het document.
- → →
Hiermee start u het programma spellingcontrole, maar het begint bij de cursor in plaats van aan het begin van het document.
- → →
Controleert de spelling van de huidige selectie.
- → →
Toont onderaan het venster een keuzelijst met alle beschikbare woordenboeken voor de spellingcontrole. Hierdoor kunt u eenvoudig wisselen van spellingcontrole-woordenboek bijv. voor automatische spellingcontrole van tekst in verschillende talen.
- →
Dit schoont het inspringen voor de huidige selectie of voor de regel waarin zich de cursor bevindt op. Inspringen opschonen maakt dat alle geselecteerde tekst de inspringmethode van uw keuze krijgt.
- →
De huidige regel of geselecteerde regels worden opnieuw uitgelijnd, waarbij gebruik gemaakt wordt van de inspringmethode en inspring-instellingen in het document.
- → (Ctrl+D)
Dit voegt één spatie toe aan het begin van de regel waar de tekstcursor zich bevindt of aan het begin van geselecteerde regels.
- → (Ctrl+Shift+D)
Dit verwijdert één spatie (indien aanwezig) aan het begin van de regel waar de tekstcursor zich bevindt of aan het begin van geselecteerde regels.
- → (Ctrl+U)
Zet de geselecteerde tekst of de letter na de cursor om in hoofdletters.
- → (Ctrl+Shift+U)
Zet de geselecteerde tekst of de letter na de cursor om in kleine letters.
- → (Ctrl+Alt+U)
Laat de geselecteerde tekst of het huidige woord met een hoofdletter beginnen.
- → (Ctrl+J)
Voegt de geselecteerde regels samen, of de huidige regel en de regel eronder, met één spatie als scheidingsteken. Overtollige witruimte in de samengevoegde regels wordt verwijderd.
- →
Pas statische regelafbreking toe voor het hele document. Dat betekent dat er automatisch een nieuwe tekstregel gestart wordt wanneer de huidige regel de lengte overschrijdt die opgegeven is bij de optie Regels afbreken op: op het tabblad Bewerken bij de →

KatePart heeft de standaard menu van KDE en , lees voor meer informatie de secties over het Menu Instellingen en Help Menu van de KDE Fundamentals.

Met de commando's en in het menu kunt u commentaarmarkering aan geselecteerde regels toevoegen of eruit verwijderen, mits commentaren door het bestandsformaat waar u aan werkt worden ondersteund. Als er geen tekst geselecteerd is wordt de huidige regel gebruikt.
De regels over de wijze waarop commentaar ingevoegd wordt, zijn vastgelegd in de syntaxisdefinities. Als syntaxisaccentuering niet gedefinieerd is, zal commentaar invoegen/verwijderen niet mogelijk zijn.
Sommige syntaxisdefinities definiëren commentaarmarkeringen per regel, sommige definiëren markeringen die over meedere regels kunnen lopen, en sommige definiëren beide. Indien er per regel gemarkeerd wordt, is het niet mogelijk om een selectie te markeren waarvan de laatste regel niet volledig is geselecteerd.
Wanneer commentaarmarkering per regel mogelijk is, dan zal dit de voorkeur hebben. Het voorkomt namelijk problemen met genest commentaar (commentaar binnen commentaar).
Wanneer commentaar verwijderd wordt, mogen er geen regels geselecteerd zijn die geen commentaar bevatten. Wanneer er commentaar dat over meerdere regels loopt verwijderd wordt, zullen eventuele spaties aan het begin en einde genegeerd worden.
Om een gedeelte te markeren als commentaar kiest u het menu → . U kunt ook de sneltoets gebruiken, de standaard is Ctrl+D.
Om commentaar te verwijderen kiest u het menu → . U kunt ook de sneltoets gebruiken, de standaard is Ctrl+Shift+D.

De editor-component van KatePart beschikt over een interne commandoregel, zodat u diverse commando's direct, zonder uitgebreide GUI, kunt uitvoeren. De commandoregel bevindt zich onder het editor-gedeelte. Om hiermee te werken gebruikt u het menu → of drukt u op F7. De commando's van de editor worden hieronder beschreven, extra commando's kunnen door plugins geleverd worden.
Om een commando uit te voeren, typt u het commando en daarna drukt u op de Enter-toets. Op de commandoregel verschijnt een melding over het al dan niet slagen van de opdracht. Als u de commandoregel via F7 geopend hebt, zal deze automatisch na een paar seconden verdwijnen. Om de melding te verwijderen en een nieuw commando te typen drukt u nogmaals op F7.
Typ help om de ingebouwde help van de commandoregel te zien. Typ help list om een lijst met beschikbare commando's te zien. Om de help voor een specifiek commando te zien, typt u help commando
.
De commandoregel houdt de geschiedenis van ingetypte commando's bij in een lijst, zodat u eerder getypte commando's opnieuw kunt gebruiken. Gebruik de toetsen Pijl omhoog en Pijl omlaag om door de lijst te navigeren. Wanneer een commando uit de lijst getoond wordt, is het argument-gedeelte geselecteerd, zodat u dit gemakkelijk kunt overschrijven.
Argumenttypen
- BOOLEAN
Dit wordt gebruikt met commando's die iets aan- of uitzetten. Toegestane waarden zijn
on
,off
,true
,false
,1
of0
.- INTEGER
Een geheel getal.
- STRING
Een tekenreeks, omgeven door quotes (') of aanhalingstekens (") wanneer deze spaties bevat.
Deze commando's worden door de editor-component geleverd en maken het mogelijk om instellingen voor het actieve document en het beeld te maken. Dit kan nuttig zijn als u andere dan de standaardinstellingen wilt gebruiken, bijvoorbeeld voor het inspringen.
set-tab-width {INTEGER width}
Stelt de tablengte in op
width
.set-indent-width {INTEGER width}
Stelt de breedte voor het inspringen in op
width
. Gebruik dit alleen als u met spaties inspringt.set-word-wrap-column {INTEGER width}
Stelt de regellengte in op
width
. Dit wordt gebruikt als u tekst automatisch laat afbreken.set-icon-border {BOOLEAN enable}
Toont of verbergt de pictogramrand.
set-folding-markers {BOOLEAN enable}
Toont of verbergt de vouwmarkeringen.
set-line-numbers {BOOLEAN enable}
Toont of verbergt de regelnummering.
set-replace-tabs {BOOLEAN enable}
Als deze optie ingeschakeld is, worden tabs door spaties vervangen terwijl u typt.
set-remove-trailing-space {BOOLEAN enable}
Als deze optie ingeschakeld is, wordt witruimte aan het einde van de regel verwijderd als de cursor naar een andere regel gaat.
set-show-tabs {BOOLEAN enable}
Als deze optie ingeschakeld is, worden tabs en spaties aan het einde van de regel zichtbaar gemaakt door middel van een punt.
set-show-indent {BOOLEAN enable}
Als deze optie ingeschakeld is, wordt inspringen zichtbaar gemaakt door middel van een verticale lijn van puntjes.
set-indent-spaces {BOOLEAN enable}
Als deze optie ingeschakeld is, zal de editor elk inspringniveau met
indent-width
spaties laten inspringen in plaats van met tabs.set-mixed-indent {BOOLEAN enable}
Als deze optie ingeschakeld is, zal KatePart tabs en spaties gebruiken voor het inspringen. Elk inspringniveau zal het aantal spaties hebben dat bij
indent-width
is ingesteld en meerdere inspringniveaus zullen geoptimaliseerd worden door zoveel mogelijk tabs te gebruiken.Wanneer dit commando uitgevoerd wordt, zal ook het inspringen met spaties ingeschakeld worden. Als de inspringbreedte niet gespecificeerd is, zal deze op de helft van
tab-width
voor het document ingesteld worden.set-word-wrap {BOOLEAN enable}
Schakelt dynamische regelafbreking in of uit, afhankelijk van
enable
.set-replace-tabs-save {BOOLEAN enable }
Als deze optie ingeschakeld is, zullen tabs vervangen worden door spaties zodra het document opgeslagen wordt.
set-remove-trailing-space-save {BOOLEAN enable}
Als deze optie ingeschakeld is, zullen spaties aan het einde van elke regel verwijderd worden zodra het document opgeslagen wordt.
set-indent-mode {STRING name}
Stelt de automatische inspringmodus in op
naam
. Alsnaam
onbekend is, wordt "none" (geen) gebruikt. Geldige modi zijn 'none', 'normal', 'cstyle', 'haskell', 'lilypond', 'lisp', 'python', 'ruby' en 'xml'.set-auto-ident {BOOLEAN script}
Automatisch inspringen in- of uitschakelen.
set-highlight {STRING highlight}
Stelt de accentuering van syntaxis in voor het document. Het argument moet een geldige naam zijn, zoals die in het menu → staat. Bij dit commando is automatische aanvulling beschikbaar voor het argument.
reload-scripts
Alle door Kate gebruikte JavaScript-scripts herladen, inclusief indenteerders en commandoregelscripts.
set-mode {STRING modus}
Het bestandstypeschema voor het huidige document kiezen.
nn[oremap] {STRING original} {STRING mapped}
Laat de
originele
toetsenreeks overeenkomen met deovereenkomstige
.
Deze commando's wijzigen het huidige document.
indent
Laat de geselecteerde regels of de huidige regel inspringen.
unindent
Verwijdert de inspringing van de geselecteerde regels of van de huidige regel.
cleanindent
Schoont de inspringing van de geselecteerde regels of van de huidige regels op, in overeenstemming met de instellingen in het document.
comment
Voegt commentaarmarkeringen aan de geselecteerde regels of aan de huidige regel toe, in overeenstemming met de tekstopmaak zoals die gedefinieerd is voor de syntaxisaccentuering van het document.
uncomment
Verwijdert commentaarmarkeringen van de geselecteerde regels of van de huidige regel, in overeenstemming met de tekstopmaak zoals die gedefinieerd is voor de syntaxisaccentuering van het document.
kill-line
Verwijdert de huidige regel.
replace { STRING pattern} {STRING replacement}
Vervangt tekst die overeenkomt met
pattern
doorreplacement
. Als u spaties inpattern
wilt gebruiken, moet u ompattern
en omreplacement
enkele of dubbele aanhalingstekens zetten. Als er geen aanhalingstekens om de argumenten staan, wordt het eerste woord alspattern
gebruikt en de rest alsreplacement
. Alsreplacement
geen tekens bevat, wordt elk gevondenpattern
verwijderd.U kunt extra opties aan de zoekopdracht meegeven door een dubbele punt toe te voegen, gevolgd door één of meer letters die elk een optie vertegenwoordigen. De zoekopdracht krijgt de vorm
replace:options pattern replacement
. Beschikbare opties zijn:b
Zoek achterwaarts.
c
Zoek vanaf de cursorpositie.
e
Zoek alleen in de geselecteerde tekst.
r
Gebruik een reguliere expressie in de zoekopdracht. In dit geval kunt u ook
N
gebruiken, N is een getal dat het aantal overeenkomsten in de vervangende tekenreeks vertegenwoordigt.s
De zoekopdracht is hoofdlettergevoelig.
p
Vraag om toestemming om de volgende overeenkomst te vervangen.
w
Zoek alleen naar hele woorden.
date {STRING format}
Voegt een datum/tijd in volgens de gespecificeerde
format
, of in de opmaak “yyyy-MM-dd hh:mm:ss” als er geen opmaak gespecificeerd is. De mogelijke vormen vanformat
en de resulterende interpretatie:d
De dag als een getal zonder voorloopnul (1-31). dd
De dag als een getal met voorloopnul (01-31). ddd
De verkorte gelokaliseerde dagnaam ('Ma'..'Zo'). dddd
De lange gelokaliseerde dagnaam ('Maandag'..'Zondag'). M
De maand als een getal zonder voorloopnul (1-12). MM
De maand als een getal met voorloopnul (01-12). MMMM
De lange gelokaliseerde maandnaam (bijv. 'januari'..'december'). MMM
De verkorte gelokaliseerde maandnaam ('Jan'..'Dec'). yy
Het jaar als een getal van twee cijfers (00-99). yyyy
Het jaar als een getal van vier cijfers (1752-8000). h
Het uur zonder voorloopnul (0..23 of 1..12 als AM/PM gebruikt wordt). hh
Het uur met voorloopnul (00..23 of 01..12 als AM/PM gebruikt wordt). m
De minuut zonder voorloopnul (0..59). mm
De minuut met voorloopnul (00..59). s
De seconde zonder voorloopnul (0..59). ss
De seconde met voorloopnul (00..59). z
De milliseconden zonder voorloopnul (0..999). zzz
De milliseconden met voorloopnul (000..999). AP
Gebruik AM/PM. AP wordt vervangen door "AM" of "PM". ap
Gebruik am/pm. ap wordt vervangen door "am" of "pm". char {STRING identifier}
Met behulp van dit commando kunt u tekens invoegen door het intypen van een decimaal, octaal of hexadecimaal getal. Open het dialoogvenster "Bewerkcommando's" en typ
char: [number]
in het invoerveld, klik daarna op .- s///[ig] %s///[ig]
Dit commando voert een zoeken/vervangen-opdracht op de manier van sed uit op de huidige regel of in het gehele bestand (%s///).
Kort gezegd gebeurt er het volgende: In de tekst wordt naar de eerstvolgende overeenkomst met het zoekpatroon gezocht, de reguliere expressie tussen de eerste en de tweede slash, en wanneer een overeenkomst gevonden is, wordt het overeenkomende gedeelte van de tekst vervangen door de expressie tussen de tweede en de laatste slash. Haakjes in het zoekpatroon (search pattern) vertegenwoordigen terugverwijzingen, dit betekent dat het commando onthoudt welk gedeelte overeenkomt met het gedeelte tussen de haakjes; deze tekenreeksen kunnen opnieuw in de vervangende tekst gebruikt worden,
\1
verwijst naar de eerste set haakjes,\2
naar de tweede set, enzovoort.Om naar een
(
of)
te zoeken moet u het teken vooraf laten gaan door een backslash:\(\)
Als u een
i
aan het einde van de expressie toevoegt, maakt de zoekopdracht geen verschil tussen hoofd- en kleine letters. Als u eeng
aan het einde toevoegt, worden alle overeenkomsten met het zoekpatroon vervangen, anders wordt alleen de eerste overeenkomst in een regel vervangen.Voorbeeld 5.2. Tekst vervangen in de huidige regel
Uw aardige compiler is zojuist gestopt met de mededeling dat de class
myClass
in regel 3902 in uw bronbestand niet gedefinieerd is."Kreukels nog an toe!" denkt u, het is natuurlijk
MyClass
. U gaat naar regel 3902 en in plaats van te proberen het woord in de tekst te vinden, opent u het dialoogvenster "Bewerkcommando's", u typts/myclass/MyClass/i
, klikt op , slaat het bestand op en compileert – ditmaal zonder fouten.Voorbeeld 5.3. Tekst vervangen in het gehele bestand
Stel dat u aan een bestand werkt waarin de naam “Anna Jensen” verscheidene keren voorkomt. Dan hoort u van iemand dat ze pasgeleden getrouwd is met “Harry Jones”. U wilt natuurlijk overal in het bestand “Anna Jensen” vervangen door “Anna Jones-Jensen”.
Open de commandoregel en typ
%s/Anna Jensen/Anna Jones-Jensen/
en druk op de Enter-toets; dat was alles.Voorbeeld 5.4. Een iets ingewikkelder voorbeeld
In dit voorbeeld gebruiken we zowel terugverwijzingen als teken-class (als u niet weet wat dit is, lees dan de uitleg hieronder).
Stel dat u de volgende regel hebt:
void MyClass::DoStringOps( String &foo, String &bar, String *p, int &a, int &b )
U bedenkt dat dit geen nette code is en besluit dat u het sleutelwoord
const
wilt gebruiken voor alle “adressen van” argumenten, herkenbaar aan de operator & voor de naam van het argument. U wilt ook de witruimte (de spaties of tabs) aanpassen, zodat er overal slechts één witruimteteken tussen de woorden staat.Open het dialoogvenster "Bewerkcommando's" en typ:
s/\s+(\w+)\s+(&)/ const \1 \2/g
, klik daarna op . Deg
aan het einde van de expressie zorgt ervoor dat de reguliere expressie voor elke overeenkomst opnieuw opgebouwd wordt om de terugverwijzingen te behouden.Uitvoer:
void MyClass::DoStringOps( const String &foo, const String &bar, String *p, const int &a, const int &b )
Taak volbracht! Wat is er nu gebeurd? We hebben gezocht naar witruimte (
\s+
) gevolgd door één of meer lettertekens (\w+
) gevolgd door nog meer witruimte (\s+
) gevolgd door een ampersand, en tegelijkertijd hebben we de lettertekens en de ampersand opgeslagen voor hergebruik bij het vervangen. Daarna hebben we het overeenkomende gedeelte van de regel vervangen door één spatie gevolgd door “const” gevolgd door één spatie gevolgd door de opgeslagen lettertekens (\1
) gevolgd door één spatie gevolgd door de opgeslagen ampersand (\2
).Nu waren de lettertekens op sommige plaatsen “String”, op andere plaatsen “int”, het gebruik van de tekenklasse
\w
en het bepalingsteken+
bleek een handig hulpmiddel.sort
De geselecteerde tekst of het gehele document sorteren.
natsort
De geselecteerde regels of het gehele document op een natuurlijke manier sorteren.
Voorbeeld 5.5. sort vs. natsort
sort(a10, a1, a2)
resulteert ina1, a10, a2
natsort(a10, a1, a2)
resulteert ina1, a2, a10
moveLinesDown
Geselecteerde regels omlaag verplaatsen.
moveLinesUp
Geselecteerde regels omhoog verplaatsen.
uniq
Dubbele regels uit de geselecteerde tekst of het gehele document verwijderen.
rtrim
Spaties aan het eind van de regel uit de geselecteerde tekst of het gehele document verwijderen.
ltrim
Spaties aan het begin van de regel uit de geselecteerde tekst of het gehele document verwijderen.
join [STRING separator]
Geselecteerde regels of het gehele document samenvoegen. Neemt optioneel een parameter die een scheidingsteken definieert, bijvoorbeeld:
join ', '
rmblank
Alle spaties uit de geselecteerde tekst of het gehele document verwijderen.
unwrap
Alle regelafbrekingen uit de geselecteerde tekst of het gehele document ongedaan maken.
each {STRING script}
Met een JavaScript-functie als argument, roep die aan voor de lijst met geselecteerde regels en vervang ze met de terugkeerwaarde van die aanroep.
Voorbeeld 5.6. Geselecteerde regels samenvoegen
each 'function(lines){return lines.join(", ")}'
Of, korter:
each 'lines.join(", ")'
filter {STRING script}
Met een JavaScript-functie als argument, roep die aan voor de lijst met geselecteerde regels en verwijder ze als de terugkeerwaarde van die aanroep 'false' is.
Voorbeeld 5.7. Blanco regels verwijderen
filter 'function(1){return 1.length > 0;}'
Of, korter:
filter 'line.length > 0'
map {STRING script}
Met een JavaScript-functie als argument, roep die aan voor de lijst met geselecteerde regels en vervang de regel met de terugkeerwaarde van die aanroep.
Voorbeeld 5.8. Blanco regels verwijderen
map 'function(line){return line.replace(/^s+/,"");}'
Of, korter:
map 'line.replace(/^s+/,"")'
duplicateLinesUp
De geselecteerde regels boven de huidige selectie dupliceren.
duplicateLinesDown
De geselecteerde regels onder de huidige selectie dupliceren.
goto {INT line}
Dit commando plaatst de cursor op de gespecificeerde regel.
grep {STRING pattern}
Doorzoek het document met de reguliere expressie
patroon
. Voor meer informatie, zie Bijlage A, Reguliere expressiesfind {STRING pattern}
Dit commando plaatst de cursor bij de eerstgevonden overeenkost met
pattern
, afhankelijk van de eventuele opties. Volgende overeenkomsten kunnen gevonden worden door het menu → te gebruiken of door op F3 te drukken.Het gedrag van de zoekopdracht kan ingesteld worden door een dubbele punt gevolgd door één of meer opties aan het commando toe te voegen:
find:options pattern
. De volgende opties kunnen gebruikt worden:b
Zoek achterwaarts.
c
Zoek vanaf de cursorpositie.
e
Zoek alleen in de geselecteerde tekst.
r
Gebruik een reguliere expressie in de zoekopdracht. In dit geval kunt u ook
N
gebruiken, N is een getal dat het aantal overeenkomsten in de vervangende tekenreeks vertegenwoordigt.s
De zoekopdracht is hoofdlettergevoelig.
w
Zoek alleen naar hele woorden.
ifind {STRING pattern}
Met behulp van dit commando kunt u zoeken “terwijl-u-typt”. Het gedrag van de zoekopdracht kan ingesteld worden door een dubbele punt gevolgd door één of meer opties aan het commando toe te voegen:
ifind:options patroon
. De volgende opties kunnen gebruikt worden:b
Zoek achterwaarts.
r
Gebruik een reguliere expressie in de zoekopdracht.
s
De zoekopdracht is hoofdlettergevoelig.
c
Zoek vanaf de cursorpositie.
w
Het huidige document opslaan.
wa
Alle huidige geopende documenten opslaan.
q
Het huidige document sluiten.
qa
Sluit alle geopende documenten.
wq
Het huidige document opslaan en sluiten.
wqa
Alle huidige open documenten opslaan en sluiten.
x
Het huidige document alleen opslaan en sluiten als het is gewijzigd.
x
Alleen alle huidige geopende documenten opslaan en sluiten als ze zijn gewijzigd.
bp
Naar het vorige document in de documentenlijst gaan.
bn
Naar het volgende document in de documentenlijst gaan.
new
Een nieuw document openen in horizontaal gesplitste weergave.
vnew
Een nieuw document openen in verticaal gesplitste weergave.
e
Het huidige document herladen als het op de schijf is gewijzigd.
enew
Een nieuw document bewerken.
print
Het printerdialoogvenster openen om het huidige document af te drukken.

Code invouwen stelt u in staat om delen van een document in de editor te verbergen, waarmee het gemakkelijker is om overzicht te houden over grote documenten. In KatePart worden de invouwbare gebieden berekend met regels gedefinieerd in de definities van syntaxis accentuering en zijn daarom alleen beschikbaar in sommige formaten - typisch broncode van programma's, XML-markup en vergelijkbaar. De meeste definities voor accentuering met ondersteuning van code invouwen laten u ook handmatig invouwbare gebieden definiëren, typisch met de BEGIN
en END
sleutelwoorden.
Om de functie codeinvouwen te gebruiken, activeert u de invouwmarkering met het menu-item → als ze nog niet zichtbaar zijn. Het paneel voor invouwmarkeringen links op het scherm toont een grafische weergave van de invouwgebieden, met driehoekssymbolen om de mogelijke bewerking op een gegeven gebied aan te geven: een naar beneden gerichte driehoek geeft aan dat het gebied niet is ingevouwen, erop klikken zal het gebied invouwen en een naar rechts wijzende driehoek zal in plaats daarvan worden getoond.
Er zijn drie commando's die de status van invouwgebieden veranderen, zie de menudocumentatie.
De ingevouwen regels worden herinnerd wanneer een bestand wordt gesloten, dus bij het opnieuw openen van het bestand zullen de ingevouwen nodes nog steeds ingevouwen zijn. Dit is ook van toepassing bij herladen.
Als u geen gebruik wilt maken van code invouwen, dan kunt u de optie Invouwmarkering tonen (indien beschikbaar) in de pagina Uiterlijk van de editorconfiguratie.

Zoals elke geavanceerde tekstbewerkercomponent biedt KatePart een aantal manieren om zijn functionaliteit uit te breiden. U kunt eenvoudige scripts schrijven om functionaliteit toe te voegen met JavaScript. Tenslotte, wanneer u Kate, hebt uitgebreid, bent u welkom om met ons mee te doen en uw verbeteringen te delen met de wereld!

Accentuering van syntaxis zorgt er voor dat de tekstbewerker automatisch tekst in verschillende stijlen/kleuren laat zien, afhankelijk van de functie van de tekenreeks in relatie tot het doel van het bestand. In broncode voor programma's bijvoorbeeld, kunnen besturingsstatements vet worden weergegeven, terwijl typen gegevens en commentaar een andere kleur krijgen dan de rest van de tekst. Dit verbetert de leesbaarheid van de tekst enorm en helpt de auteur dus om efficiënter en productiever te zijn.

Een Perl-functie, weergegeven met syntaxisaccentuering.

Dezelfde Perl-functie, weergegeven zonder accentuering.
Welke van de twee voorbeelden is gemakkelijker te lezen?
KatePart komt met een flexibel, te configureren en capabel systeem voor accentuering van de syntaxis en de standaard distributie levert definities voor een brede reeks van programmeer-, script- en markup-talen en andere formaten van tekstbestanden. Bovendien kunt u uw eigen definities leveren in eenvoudige XML-bestanden.
KatePart zal automatisch de juiste syntaxisregels detecteren wanneer u een bestand opent, gebaseerd op het MIME-type van het bestand, bepaald door zijn extensie of, als deze er geen heeft, de inhoud. Ervaart u een foute keuze, dan kunt u handmatig de te gebruiken syntaxis instellen uit het menu → .
De stijlen en kleuren die door elke definitie voor syntaxisaccentuering kan worden ingesteld met het tabblad Accentuering van tekststijlen van de Instellingendialoog, terwijl de MIME-types en bestandsextensies waarvoor ze gebruikt zouden moeten worden, worden behandeld door het tabblad Modi & bestandstypen.
Opmerking
Syntaxisaccentuering is er om de leesbaarheid van correcte tekst te verhogen, maar u kunt het niet vertrouwen om uw tekst te valideren. Tekst markeren voor syntaxis is moeilijk, afhankelijk van het formaat dat u gebruikt en in sommige gevallen zullen de auteurs van de syntaxisregels trots zijn als 98% van de tekst juist wordt weergegeven, hoewel u meestal een zeldzame stijl nodig hebt om de onjuiste 2% tegen te komen.
Tip
U kunt bijgewerkte of extra definities voor syntaxisaccentuering downloaden van de KatePart-website door op de knop te klikken in het tabblad Modi & bestandstypen van de Instellingendialoog.
Deze sectie zal het mechanisme voor syntaxisaccentuering van KatePart in meer detail laten zien. Het is er voor u als u er iets over wilt weten of als u syntaxis-definities wilt veranderen of aanmaken.
Wanneer u een bestand opent, is een van de eerste dingen die de tekstbewerker KatePart doet, het detecteren van welke syntaxis-definitie voor het bestand moet worden gebruikt. Terwijl de tekst van het bestand wordt ingelezen en terwijl u het intypt, zal het systeem voor syntaxisaccentuering de tekst analyseren met de regels gedefinieerd door de syntaxis-definitie en het markeren waar verschillende contexten en stijlen beginnen en eindigen.
Tijdens het typen van het document wordt de nieuwe tekst geanalyseerd en direct gemarkeerd, zodat wanneer u een teken verwijdert die is gemarkeerd als het begin van einde van een context, de stijl van de tekst er omheen overeenkomstig wijzigt.
De syntaxis-definities die door het systeem voor syntaxisaccentuering van KatePart wordt gebruikt zijn XML-bestanden, bevattende
Regels voor detecteren van de rol van tekst, georganiseerd in contextblokken
Lijsten met sleutelwoorden
Definities van stijl-items
Bij het analyseren van de tekst worden de detectieregels geëvalueerd in de volgorde waarin ze zijn gedefinieerd en, als het begin van de huidige tekenreeks overeenkomt met een regel, wordt de gerelateerde context gebruikt. Het beginpunt in de tekst wordt verplaatst naar het eindpunt waarop die regel overeenkomt en een nieuwe ronde van de regels begint, beginnend in de context ingesteld door de overeenkomende regel.
De detectieregels zijn het hart van het detectiesysteem voor accentuering. Een regel is een tekenreeks, teken of reguliere expressie waartegen de tekst die wordt geanalyseerd wordt vergeleken. Het bevat informatie over welke stijl te gebruiken voor het overeenkomende deel van de tekst. Het kan de in werking zijnde context van het system omschakelen ofwel naar een expliciet genoemde context of naar de vorige context in gebruik bij de tekst.
Regels zijn georganiseerd in contextgroepen. Een contextgroep wordt gebruikt voor hoofdtekstconcepten in het formaat, bijvoorbeeld tekenreeksen tussen aanhalingstekens of commentaarblokken in broncode van programma's. Dit zorgt ervoor dat het accentueringssysteem niet door alle regels hoeft te doorlopen wanneer het niet noodzakelijk is en dat sommige tekenreeksen in de tekst anders kan worden behandeld afhankelijk van de huidige context.
Contexts kunnen dynamisch worden gegenereerd om het gebruik van specifieke gegevens bij toestanden in regels toe te staan.
In sommige programmeertalen worden door de compiler (het programma dat de broncode vertaald in een binair uitvoerbaar programma) gehele getallen anders behandeld dan drijvendekommagetallen en er kunnen tekens zijn met een speciale betekenis in een tekenreeks tussen aanhalingsteken. In zulke gevallen, is het zinvol om ze verschillend weer te geven in hun omgeving zodat ze gemakkelijk zijn te identificeren bij het lezen van de tekst. Dus zelfs als ze speciale contexts representeren, kunnen ze als zodanig door het systeem voor accentuering van syntaxis worden gezien, zodat ze gemarkeerd kunnen worden voor een anders weergeven.
Een syntaxis-definitie kan zoveel stijlen bevatten als nodig is om de concepten van het formaat te dekken waarvoor het wordt gebruikt.
In vele formaten zijn er lijsten woorden die een specifiek concept representeren. Bijvoorbeeld in programmeertalen, zijn controlstatements een concept, namen van gegevenstypen een andere en ingebouwde functies van de taal een derde. Het accentueringssysteem voor syntaxis van KatePart kan zulke lijsten gebruiken om woorden in de tekst te detecteren en te markeren om concepten te accentueren van de tekstformaten.
Als u in KatePart een C++ bronbestand, een Java™ bronbestand en een HTML document opent, dan zult u zien dat zelfs wanneer de formaten verschillend zijn en dus verschillende woorden voor een speciale behandeling worden gekozen, de gebruikte kleuren hetzelfde zijn. Dit komt omdat KatePart een voorgedefinieerde lijst met standaard stijlen heeft die worden gebruikt bij de individuele definities van syntaxis.
Dit maakt het gemakkelijk om gelijkvormige concepten in verschillende tekstformaten te herkennen. Bijvoorbeeld: commentaar is in bijna elk programma, script of markup-language aanwezig en wanneer ze in alle talen op dezelfde manier worden weergegeven, dan hoeft u niet meer na te denken om ze in de tekst te herkennen.
Tip
Alle stijlen in een syntaxisdefinitie gebruiken een van de standaard stijlen. Een paar syntaxisdefinities gebruiken meer stijlen dan er standaarden zijn, dus als u een format vaak gebruikt kan het het waard zijn om de instellingendialoog te starten om te zien of sommige concepten dezelfde stijl gebruiken. Er is bijvoorbeeld slechts één standaard stijl voor tekenreeksen, maar de Perl programmeertaal werkt met twee typen tekenreeksen, u kunt het accentueren verbeteren door ze enigszins verschillend in te stellen. Alle beschikbare standaard stijlen zullen later worden verklaard.
KatePart gebruikt het framework voor accentuering van sysntaxis uit KDE Frameworks. De standaard xml-bestanden voor accentuering geleverd met KatePart zijn standaard gecompileerd in de bibliotheek voor accentuering van syntaxis.
Deze sectie is een overzicht van het formaat van 'Highlight Definition XML'. Het zal de hoofdcomponenten, hun betekenis en gebruik beschrijven op basis van een klein voorbeeld. De volgende sectie zal in detail de accentueringdetectieregels uitleggen.
De formele definitie, ook bekend als XSD kunt u vinden in Opslagruimte voor accentuering van syntaxis in het bestand taal.xsd
Zelf gemaakte .xml
bestanden voor definitie van accentuering zijn geplaatst in org.kde.syntax-highlighting/syntax/
in uw gebruikersmap te vinden met qtpaths
die gebruikelijk --paths GenericDataLocation
is $HOME
/.local/share
Op Windows® zijn deze bestanden gelokaliseerd in %USERPROFILE%/AppData/Local/org.kde.syntax-highlighting/syntax
. %USERPROFILE%
wordt gewoonlijk C:\\Users\\
.gebruiker
Hoofdsecties van bestanden voor accentueringsdefinities van KatePart
- Een bestand voor accentuering bevat een kop die de XML-versie instelt:
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
- De basis van het definitiebestand is het element
language
. Beschikbare attributen zijn: Vereiste attributen:
name
stelt de naam van de taal in. Het verschijnt nadien in de menu's en dialogen.section
specificeert de categorie.extensions
definieert bestandsextensies, zoals "*.cpp;*.h"versie
specificeert de huidige revisie van het definitiebestand in termen van een geheel getal. Wanneer u een geaccentueerd definitiebestand wijzigt, verzeker u ervan dat dit getal wordt verhoogt.kateversion
specificeert de laatst ondersteunde versie van KatePart.Optionele attributen:
mimetype
associeert ket MIME-type van bestanden.casesensitive
definieert of de sleutelwoorden gevoelig zijn voor hoofd- en kleine letters.priority
is nodig als een andere bestand met accentueringsdefinities dezelfde extensies gebruiken. De hogere prioriteit wint.author
bevat de naam van de auteur en zijn/haar e-mailadres.license
bevat de licentie, gewoonlijk de MIT licentie voor nieuwe bestanden met accentuering van syntaxis.style
bevat de geleverde taal en wordt gebruikt door de indenteerders voor het attribuutrequired-syntax-style
.hidden
definieert of de naam moet verschijnen in de menu's van KatePart.De volgende regel kan er als volgt uitzien:
<language name="C++" version="1" kateversion="2.4" section="Sources" extensions="*.cpp;*.h" />
- Vervolgens komt het element
highlighting
, die het optionele elementlist
bevat en de vereiste elementencontexts
enitemDatas
. Elementen
list
bevatten een lijst met sleutelwoorden. In dit geval zijn de sleutelwoorden class en const. U mag zoveel elementen 'list' toevoegen als nodig is.Het element
contexts
bevat alle contexten. De eerste context is per definitie het begin van de accentuering. Er zijn twee regels in de context Normal Text, die overeenkomt met de lijst sleutelwoorden met de naam somename en een regel die een aanhalingsteken detecteert en de context om schakelt naar String. Om meer over regels te leren, leest u het volgende hoofdstuk.Het derde deel is het element
itemDatas
. Het bevat alle kleur- en lettertypestijlen nodig voor de contexten en regels. In dit voorbeeld wordenitemData
Normal Text, String en Keyword gebruikt.<highlighting> <list name="somename"> <item> class </item> <item> const </item> </list> <contexts> <context attribute="Normal Text" lineEndContext="#pop" name="Normal Text" > <keyword attribute="Keyword" context="#stay" String="somename" /> <DetectChar attribute="String" context="string" char=""" /> </context> <context attribute="String" lineEndContext="#stay" name="string" > <DetectChar attribute="String" context="#pop" char=""" /> </context> </contexts> <itemDatas> <itemData name="Normal Text" defStyleNum="dsNormal" /> <itemData name="Keyword" defStyleNum="dsKeyword" /> <itemData name="String" defStyleNum="dsString" /> </itemDatas> </highlighting>
- Het laatste deel van een accentueringsdefinitie is de optionele sectie
general
. Het mag informatie over sleutelwoorden, vouwen van code, commentaar en inspringen bevatten. De sectie
comment
definieert met welke tekenreeks een enkele regel commentaar wordt aangegeven. U kunt ook commentaar op meerdere regels definiëren met multiLine met het additionele attribuut end. Dit wordt gebruikt als de gebruiker op de bijbehorende sneltoets voor comment/uncomment drukt.De sectie
keywords
definieert of lijsten met sleutelwoorden onderscheid maken tussen hoofd- en kleine letters. Andere attributen zullen later worden verklaard.<general> <comments> <comment name="singleLine" start="#"/> </comments> <keywords casesensitive="1"/> </general> </language>
Dit deel zal alle beschikbare attributen voor contexten beschrijven, itemDatas, sleutelwoorden, commentaar, code opvouwen en inspringen.
- Het element
context
behoort tot de groepcontexts
. Een context zelf definieert context specifieke regels zoals wat zou moeten gebeuren als het systeem voor accentuering het eind van een regel bereikt. Beschikbare attributen zijn: name
geeft de contextnaam aan. Regels zullen deze naam gebruiken om de context te specificeren om om te schakelen als de regel overeenkomt.lineEndContext
definieert de context waarnaar het systeem voor accentuering omschakelt als het einde van een regel wordt bereikt. Dit kan of de naam van een andere context zijn,#stay
om de context niet om te schakelen (bijv.. niets doen) of#pop
wat de oorzaak is van het verlaten van deze context. Het is mogelijk om bijvoorbeeld#pop#pop#pop
te gebruiken om drie keer te poppen of zelfs#pop#pop!AndereContext
om twee keer te poppen en om te schakelen naar de context genaamdAndereContext
.lineEmptyContext
definieert de context als een lege regel wordt bereikt. Standaard: #stay.fallthrough
definieert of het systeem voor accentuering omschakelt naar de context gespecificeerd in fallthroughContext als er geen regel overeenkomt. Standaard: false.fallthroughContext
specificeert de volgende context als geen regel overeenkomt.dynamic
indien true, dan herinnert de context tekenreeksen/plaatshouders opgeslagen door dynamische regels. Dit is bijvoorbeeld nodig voor HIER-documenten. Standaard: false.- Het element
itemData
is in de groepitemDatas
. Het definieert de lettertypestijl en kleuren. Het is dus mogelijk om uw eigen stijlen en kleuren te definiëren. Wij bevelen echter aan om, indien mogelijk, bij de standaard stijlen te blijven zodat de gebruiker altijd dezelfde zal zien in verschillende talen. Soms is er echter geen andere manier en is het noodzakelijk de kleur- en lettertypeattributen te wijzigen. De attributen naam en defStyleNum zijn vereist, de anderen zijn optioneel. Beschikbare attributen zijn: name
stelt de naam van het itemData in. Contexten en regels zullen deze naam in hun attribuut attribute gebruiken om naar een itemData te verwijzen.defStyleNum
definieert welke standaard stijl te gebruiken. Beschikbare standaard stijlen worden later in detail verklaard.color
definieert een kleur. Geldige formaten zijn '#rrggbb' of '#rgb'.selColor
definieert de selectiekleur.italic
indien true, de tekst zal cursief worden.bold
indien true, de tekst zal vet worden.underline
indien true, de tekst zal onderstreept worden.strikeout
indien true, door de tekst zal een streep worden gezet.spellChecking
indien true, de tekst zal gecontroleerd worden op spelling.- Het element
keywords
in de groepgeneral
definieert sleutelwoordeigenschappen. Beschikbare attributen zijn: casesensitive
mag true of false zijn. Indien true, worden alle sleutelwoorden met onderscheid tussen hoofd- en kleine letters met elkaar vergelekenweakDeliminator
is een lijst met tekens die niet als scheiding tussen woorden werken. Bijvoorbeeld: de punt'.'
is een scheider van woorden. Als een sleutelwoord in eenlist
een punt bevat, dan zal die alleen overeenkomen als u de punt als een zwak scheidingsteken specificeert.additionalDeliminator
definieert extra scheidingstekens.wordWrapDeliminator
definieert tekens waarna een regel mag afbreken.Standaard scheidingstekens en regelafbreektekens zijn de tekens
.():!+,-<=>%&*/;?[]^{|}~\
, spatie (' '
) en tab ('\t'
).- Het element
comment
in de groepcomments
definieert eigenschappen van commentaar die gebruikt worden voor → en → . Beschikbare attributen zijn: name
is either singleLine or multiLine. If you choose multiLine the attributes end and region are required.start
definieert de gebruikte tekenreeks om commentaar te laten beginnen. In C++ zou dit "/*" zijn.end
definieert de gebruikte tekenreeks om commentaar te laten eindigen. In C++ zou dit "*/" zijn.region
moet de naam van het opvouwbare multiregel commentaar. U hebt beginRegion="Comment" ... endRegion="Comment" in uw regels, u zou region="Comment" moeten gebruiken. Op deze manier werkt verwijderen zelfs als u niet alle tekst van het multiregel commentaar selecteert. De cursor hoeft alleen in het multiregel commentaar te staan.- Het element
folding
in de groepgeneral
definieert de eigenschappen van het invouwen van broncode. Beschikbare attributen zijn: De markeringen voor code opvouwen, als
indentationsensitive
true is, zullen worden toegevoegd gebaseerd op inspringen, zoals in de scripttaal Python. Het is gewoonlijk niet nodig dit in te stellen omdat de standaard false is.- Het element
indentation
in de groepgeneral
definieert welke inspringing gebruikt zal worden. We bevelen ten zeerste aan om dit element over te slaan, omdat de inspringing gewoonlijk ingesteld zal worden door ofwel een Bestandstype of door een modusregel toe te voegen aan het tekstbestand. Als u toch een inspringing definieert, forceert u een specifieke inspringing op de gebruiker, die hij helemaal niet wil. Beschikbare attributen zijn: mode
is de naam van de inspringing. Beschikbare inspringingen op dit moment zijn: normal, cstyle, haskell, lilypond, lisp, python, ruby en xml.
Standaard stijlen zijn al verklaard, als een korte samenvatting: Standaard stijlen zijn voorgedefinieerde lettertypen- en kleurstijlen.
- Algemene standaard stijlen:
dsNormal
, wanneer geen speciale accentuering is vereist.dsKeyword
, ingebouwde sleutelwoorden van taal.dsFunction
, functie-aanroepen en definities.dsVariable
, indien van toepassing: namen van variabelen (bijv. $eenVar in PHP/Perl).dsControlFlow
, sleutelwoorden voor flowcontrol zoals if, else, switch, break, return, yield, ...dsOperator
, operatoren zoals + - * / :: < >dsFunction
, ingebouwde functies, klassen en objecten.dsExtension
, algemene extensies, zoals Qt klassen en functies/macro's in C++ en Python.dsPreprocessor
, preprocessor statements of macro-definities.dsAttribute
, annotaties zoals @override en __declspec(...).- Standaard stijlen gerelateerd aan tekenreeksen
dsChar
, enkele tekens, zoals 'x'.dsSpecialChar
, tekens met een speciale betekenis in tekenreeksen zoals escapes, substituties of regex-operatoren.dsString
, tekenreeksen zoals "hello world".dsVerbatimString
, letterlijke of raw-tekenreeksen zoals 'raw \backlash' in Perl, CoffeeScript en shells, evenals r'\raw' in Python.dsSpecialString
, SQL, regexes, HERE-docs, LaTeX math mode, ...dsImport
, import, include, require van modulen.- Standaard stijlen gerelateerd aan getallen:
dsDataType
, ingebouwde typen gegevens zoals int, void, u64.dsDecVal
, decimale waarden.dsBaseN
, waarden met een andere basis dan 10.dsFloat
, drijvende-komma waarden.dsConstant
, ingebouwde en gebruikergedefineerde constanten zoals pi.- Standaard stijlen gerelateerd aan commentaar en documentatie:
dsComment
, commentaar.dsDocumentation
, /** Documentatie commentaar */ of """docstrings""".dsAnnotation
, documentatiecommando's zoals @param, @brief.dsCommentVar
, de in bovenstaande commando's gebruikte namen van variabelen, zoals "foobar" in @param foobar.dsRegionMarker
, gebiedsmarkeringen zoals//BEGIN, //END in commentaar.- Andere standaard stijlen:
dsInformation
, notities en tips zoals @note in doxygen.dsWarning
, waarschuwingen zoals @warning in doxygen.dsAlert
, speciale woorden zoals TODO, FIXME, XXXX.dsError
, accentuering van fouten en foute syntaxis.dsOthers
, wanneer niets anders past.
Deze paragraaf beschrijft de syntaxis van detectieregels.
Elke regel kan nul of meer tekens aan het begin van de tekenreeks bevatten, waartegen ze worden getest. Als de regel overeenkomt worden de overeenkomstige tekens toegekend aan de stijl of attribuut gedefinieerd door de regel en een regel kan vragen de huidige context om te schakelen.
Een regel ziet er als volgt uit:
<RuleName attribute="(identifier)" context="(identifier)" [regelspecifieke attributen] />
Het attribute identificeert de te gebruiken stijl voor overeenkomende tekens bij naam en de context identificeert de vanaf hier te gebruiken context.
De context kan worden geïdentificeerd door:
Een identifier, wat de naam is van de andere context.
Een opdracht die de engine vertelt om in de huidige context te blijven (
#stay
) of terug te gaan naar een eerdere context met in de tekenreeks (#pop
).Om meer stappen terug te gaan kan het #pop commando worden herhaald:
#pop#pop#pop
Een order gevolgd door een uitroepteken (!) en een identifier, die er voor zorgt dat de engine eerst de order volgt en dan omschakelt naar de andere context, bijv.
#pop#pop!AndereContext
.
Sommige regels kunnen dochterregels hebben die dan alleen worden geëvalueerd als de ouderregel overeenkomt. De gehele overeenkomende tekenreeks zal het attribuut worden gegeven die is gedefinieerd door de ouderregel. Een regel met dochterregels ziet er als volgt uit:
<RuleName (attributen)> <ChildRuleName (attributen) /> ... </RuleName>
Specifieke attributen van regels variëren en zijn beschreven in de volgende secties.
Gezamenlijke attributen
Alle regels hebben de volgende gezamenlijke attributen en zijn beschikbaar wanneer (common attributes)
verschijnt. attribute en context zijn vereiste attributen, alle andere zijn optioneel.
attribute: Een attribuut komt overeen met een gedefinieerd itemData.
context: Specificeer de context waarnaar het accentueringssysteem omschakelt als de regel overeenkomt.
beginRegion: Start een invouwblok voor code. Standaard: niet ingesteld.
endRegion: Sluit een invouwblok voor code. Standaard: niet ingesteld.
lookAhead: Indien true, zal het accentueringssysteem niet de overeenkomende lengte verwerken. Standaard: false.
firstNonSpace: Komt alleen overeen als de tekenreeks de eerste niet-witruimte in de regel. Standaard: false.
column: Komt alleen overeen als de kolom overeenkomt. Standaard: niet ingesteld.
Dynamische regels
Sommige regels staan het optionele attribuut dynamic
toe van het type boolean dat standaard de waarde false heeft. Als dynamic true is kan een regel plaatshouders bevatten die de tekst representeren die overeenkomt met een reguliere expressie die schakelt naar de huidige context in zijn attributen tekenreeks
of teken
. In een tekenreeks
wordt de plaatshouder %N
(waar N is a getal is) vervangen door de overeenkomstige vangst N
uit de aanroepende reguliere expressie. In een teken
moet de plaatshouder een getal N
zijn en het zal worden vervangen door het eerste teken van de overeenkomstige vangst N
uit de aanroepende reguliere expressie. Wanneer een regel dit attribuut toestaat zal het een (dynamic) bevatten.
dynamic: kan (true|false) zijn.
- DetectChar
Detecteert een enkele specifiek teken. Gewoonlijk gebruikt, bijvoorbeeld om het einde van een tekenreeks tussen accenten of aanhalingstekens.
<DetectChar char="(teken)" (common attributes) (dynamic) />
Het attribuut
char
definieert het teken dat moet overeenkomen.- Detect2Chars
Detecteert twee specifieke tekens in een gedefinieerde volgorde.
<Detect2Chars char="(teken)" char1="(teken)" (common attributes) (dynamic) />
Het attribuut
char
definieert het eerste teken dat moet overeenkomen,char1
the tweede.- AnyChar
Detecteer één teken van een set van gespecificeerde tekens.
<AnyChar String="(tekenreeks)" (common attributes) />
Het attribuut
String
definieert de set tekens.- StringDetect
Detecteert een exacte tekenreeks.
<StringDetect String="(tekenreeks)" [insensitive="true|false"] (common attributes) (dynamic) />
Het attribuut
String
definieert de overeen te komen tekenreeks. Het attribuutinsensitive
is standaard false en wordt doorgegeven aan de vergelijkingsfunctie van de tekenreeks. Als de waarde true is wordt 'insensitive' vergelijking gebruikt.- WordDetect
Detecteert een exacte tekenreeks maar vereist extra woordgrenzen zoals een punt
'.'
of witruimte aan het begin en eind van het woord. Denk aan\b<tekenreeks>\b
in termen van een reguliere expressie, het is echter sneller dan de regelRegExpr
.<WordDetect String="(tekenreeks)" [insensitive="true|false"] (common attributes) (dynamic) />
Het attribuut
String
definieert de overeen te komen tekenreeks. Het attribuutinsensitive
is standaard false en wordt doorgegeven aan de vergelijkingsfunctie van de tekenreeks. Als de waarde true is wordt 'insensitive' vergelijking gebruikt.Sinds: Kate 3.5 (KDE 4.5)
- RegExpr
Komt overeen met een reguliere expressie.
<RegExpr String="(tekenreeks)" [insensitive="true|false"] [minimal="true|false"] (common attributes) (dynamic) />
Het attribuut
String
definieert de reguliere expressie.insensitive
is standaard false en wordt doorgegeven aan de engine voor de reguliere expressie.minimal
is standaard false en wordt doorgegeven aan de engine voor de reguliere expressie.Omdat de regels altijd vergeleken worden met het begin van de huidige tekenreeks, zal een reguliere expressie die begint met een dakje (
^
) aangeven dat de regel alleen overeen moet komen met het begin van een regel.Zie Reguliere expressies voor meer informatie hierover.
- trefwoord
Detecteert een sleutelwoord uit een gespecificeerde lijst.
<keyword String="(lijstnaam)" (common attributes) />
Het attribuut
String
identificeert de lijst met sleutelwoorden met een naam. Een lijst met die naam moet bestaan.Het systeem voor accentuering bewerkt sleutelwoordregels op een zeer geoptimaliseerde manier. Dit maakt het absoluut noodzakelijk dat elk te vinden sleutelwoord omgeven wordt door gedefinieerde scheidingstekens, ofwel impliciet (de standaard scheidingstekens) of expliciet gespecificeerd binnen de eigenschap additionalDeliminator van de sleutelwoord-tag.
Als een te vinden sleutelwoord een scheidingsteken moet bevatten, dan moet dit teken toegevoegd worden aan de eigenschap weakDeliminator van de sleutelwoord-tag. Dit teken zal dan zijn eigenschap scheidingsteken in alle sleutelwoord-regels verliezen.
- Int
Detecteert een geheel getal.
<Int (common attributes) (dynamic) />
Deze regel heeft geen specifieke attributen. Dochterregels worden typisch gebruikt om combinaties met
L
enU
na het getal te detecteren, die het type geheel getal in programmacode aangeeft. Alle dochterregels zijn toegestaan als dochterregels, hoewel de DTD alleen de dochterregelStringDetect
toestaat.Het volgende voorbeeld laat overeenkomst zien met gehele getallen gevolgd door het teken 'L'.
<Int attribute="Decimal" context="#stay" > <StringDetect attribute="Decimal" context="#stay" String="L" insensitive="true"/> </Int>
- Zwevend
Een drijvende kommagetal detecteren.
<Drijvende komma (algemene attributen) />
Deze regel heeft geen specifieke attributen.
AnyChar
is toegestaan als een dochterregel en wordt typisch gebruikt om combinaties te detecteren, zie de regelInt
als referentie.- HlCOct
Detecteert de representatie van een octaal puntgetal.
<HlCOct (common attributes) />
Deze regel heeft geen specifieke attributen.
- HlCHex
Detecteert de representatie van een hexadecimaal getal.
<HlCHex (common attributes) />
Deze regel heeft geen specifieke attributen.
- HlCStringChar
Detecteer een escaped teken.
<HlCStringChar (common attributes) />
Deze regel heeft geen specifieke attributen.
Komt overeen met de letterlijke representatie van tekens, gewoonlijk gebruikt in programmacode, bijvoorbeeld
\n
(nieuwe-regel) of\t
(TAB).De volgende tekens zullen overeenkomen als ze volgen op een backslash (
\
):abefnrtv"'?\
. Bovendien escaped hexadecimale getallen zoals bijvoorbeeld\xff
en escaped octale getallen, zoals bijvoorbeeld\033
zullen overeenkomen.- HlCChar
Detecteer een C-teken.
<HlCChar (gezamenlijke attributen) />
Deze regel heeft geen specifieke attributen.
Komt overeen met een C-teken tussen accenten (Bijvoorbeeld:
'c'
). De accenten kunnen een eenvoudig teken zijn of een escaped teken. Zie HlCStringChar voor overeenkomende reeksen van escaped tekens.- RangeDetect
Detecteert een tekenreeks met gedefinieerde begin- en eindtekens.
<RangeDetect char="(teken)" char1="(teken)" (gezamenlijke attributen) />
char
defines the character starting the range,char1
the character ending the range.Bruikbaar om bijvoorbeeld kleine tekenreeksen of zoiets te detecteren, maar merk op dat de accentiëringsengine werkt op één regel tegelijk, hierdoor zullen tekenreeksen over meerdere regels niet gevonden worden.
- LineContinue
Komt overeen met een gespecificeerd teken aan het eind van een regel.
<LineContinue (gezamenlijke attributen) [char="\"] />
char
optioneel teken dat moet overeenkomen, standaard is de backslash ('\'
). Nieuw sinds KDE 4.13.Deze regel is bruikbaar voor het omschakelen van context aan het einde van een regel. Dit is bijvoorbeeld nodig in C/C++ om macro's of tekenreeksen door te laten lopen.
- IncludeRules
Voeg regels in uit een ander context- of taalbestand.
<IncludeRules context="contextlink" [includeAttrib="true|false"] />
Het attribuut
context
definieert welke context in te voegen.Als het een eenvoudige tekenreeks is dan zijn alle gedefinieerde regels in de huidige context ingevoegd, bijvoorbeeld:
<IncludeRules context="anotherContext" />
Als de tekenreeks
##
bevat zal het accentueringssysteem zoeken naar een context uit een andere taaldefinitie met de gegeven naam, bijvoorbeeld<IncludeRules context="String##C++" />
zou de context String uit de accentueringsdefinitie van C++ invoegen.
Als attribuut
includeAttrib
true is, dan wijzigt het doelattribuut naar die van de bron. Dit is vereist om bijvoorbeeld het aanbrengen van commentaar te laten werken als tekst die overeenkomt met de ingevoegde context een verschillende accentuering is van de host-context.- DetectSpaces
Detecteert witruimte.
<DetectSpaces (gezamenlijke attributen) />
Deze regel heeft geen specifieke attributen.
Gebruik deze regel als u weet dat er verschillende witruimtes aankomen, bijvoorbeeld aan het begin van inspringende regels. Deze regel slaat alle witruimte in een keer over, in plaats van testen met meerdere regels en een voor een overslaan vanwege geen overeenkomst.
- DetectIdentifier
Detecteer tekenreeksen voor een identifier (als een reguliere expressie: [a-zA-Z_][a-zA-Z0-9_]*).
<DetectIdentifier (gezamenlijke attributen) />
Deze regel heeft geen specifieke attributen.
Gebruik deze regel om een reeks woordtekens in een keer over te slaan, in plaats van deze te testen met meerdere regels en ze een voor een over te slaan omdat er geen overeenkomst is.
Als u hebt begrepen hoe het omschakelen van context werkt zal het gemakkelijk zijn om definities voor accentuering te schrijven. Hoewel u zeer zorgvuldig moet controleren welke regel u kiest in welke situatie. Reguliere expressies zijn erg krachtig, maar ze zijn langzaam vergeleken met de andere regels. Dus zou u de volgende tips nog eens moeten bekijken.
Als u alleen twee tekens wilt laten overeenkomen gebruik dan
Detect2Chars
in plaats vanStringDetect
. Hetzelfde is van toepassing opDetectChar
.Reguliere expressies zijn gemakkelijk te gebruiken maar vaak is er een andere veel snellere manier om hetzelfde resultaat te behalen. U wilt alleen een overeenkomst vinden met het teken
'#'
als het het eerste teken is in de regel. Een oplossing gebaseerd op een reguliere expressie zou er zo uit zien:<RegExpr attribute="Macro" context="macro" String="^\s*#" />
. U kunt hetzelfde veel sneller bereiken door te gebruiken:
<DetectChar attribute="Macro" context="macro" char="#" firstNonSpace="true" />
. Als u de reguliere expressie
'^#'
wilt laten vereen komen dan kunt u nog steedsDetectChar
gebruiken met het attribuutcolumn="0"
. Het attribuutcolumn
telt tekens zodat een tab nog één teken is.U kunt van contexts wisselen zonder tekens te bewerken. Neem aan dat u van context wilt wisselen wanneer u de tekenreeks
*/
tegenkomt, maar u moet die tekenreeks in de volgende context bewerken. De onderstaande regel zal overeenkomen en het attribuutlookAhead
zal de overeenkomende tekenreeks voor accentuering bewaren voor de volgende context.<Detect2Chars attribute="Comment" context="#pop" char="*" char1="/" lookAhead="true" />
Gebruik
DetectSpaces
als u weet dat er veel witruimtes zijn.Gebruik
DetectIdentifier
in plaats van de reguliere expressie'[a-zA-Z_]\w*'
.Gebruik standaard stijlen wanneer dat kan. Op deze manier vindt de gebruiker een bekende omgeving.
Kijk in andere XML-bestanden om te zien hoe andere mensen ingewikkelde regels implementeren.
U kunt elk XML-bestand valideren met de opdracht validatehl.sh language.xsd mySyntax.xml. De bestanden
validatehl.sh
entaal.xsd
zijn beschikbaar in Opslagruimte voor accentuering van syntaxis.Als u complexe reguliere expressies erg vaak gebruikt dan kunt u ENTITIES gebruiken. Voorbeeld:
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?> <!DOCTYPE language SYSTEM "language.dtd" [ <!ENTITY myref "[A-Za-z_:][\w.:_-]*"> ]>
Nu kunt u &myref; gebruiken in plaats van de reguliere expressie.

De editor-component van KatePart is eenvoudig uit te breiden met scripts. De scripttaal is ECMAScript (breed bekend als JavaScript). KatePart ondersteunt twee soorten scripts: inspringen en commandoregelscripts.
Inspringscripts - ook genoemd indenteerders - laten de broncode inspringen bij het typen van tekst. Na het indrukken van de toets Enter zal het inspringniveau vaak toenemen.
De volgende secties beschrijven stap voor stap hoe het skelet voor een eenvoudige indenteerder te maken. Als eerste stap, maak een nieuw bestand *.js
aan, bijv. met de naam javascript.js
in de lokale thuismap $
. Waarin de omgevingsvariabele XDG_DATA_HOME
/katepart5/script/indentationXDG_DATA_HOME
typisch expandeert tot ofwel ~/.local
of ~/.local/share
.
Op Windows® zijn deze bestanden gelokaliseerd in %USERPROFILE%\AppData\Local\katepart5\indentation
. %USERPROFILE%
wordt gewoonlijk C:\\Users\\
.gebruiker
De kop van het bestand javascript.js
is ingebed als JSON aan het begin van het document als volgt:
var kate-script = { * "name": JavaScript * "author": Voorbeeldnaam <voorbeeld.naam@een.adres.org>, * "license": "BSD License" * "revision": 1, * "kate-version": "5.1", * "required-syntax-style": javascript, * "indent-languages": ["javascript"], * "priority": 0, *}; // kate-script-header, moet aan het begin van het bestand staan zonder commentaar
Elk item wordt nu in detail uitgelegd:
name
[vereist]: Dit is de naam van de indenteerder die in het menu → verschijnt en in de configuratiedialoog.author
[optioneel]: De naam van de auteur en contactinformatie.license
[optioneel]: Korte vorm van de licentie, zoals BSD License of LGPLv3.revision
[vereist]: De revisie van het script. Dit getal moet verhoogd worden wanneer het script wordt gewijzigd.kate-version
[required]: Minimaal vereiste versie van KatePart.required-syntax-style
[optioneel]: De vereiste stijl voor de syntaxis, die overeenkomt met de gespecificeerdestyle
in bestanden voor accentuering van syntaxis. Dit is belangrijk voor indenteerders die vertrouwen op specifieke informatie voor accentuering in het document. Als een vereiste syntaxisstijl is gespecificeerd, zal de indenteerder alleen beschikbaar zijn wanneer het juiste programma voor accentuering actief is. Dit voorkomt “ongedefinieerd gedrag” veroorzaakt door de indenteerder te gebruiken zonder het verwachte schema voor accentuering. De Ruby indenteerder, bijvoorbeeld, maakt hier gebruik van in de bestandenruby.js
enruby.xml
.indent-languages
[optioneel]: JSON array van syntaxis stijlen die de indenteerder correct kan laten inspringen, bijv.:["c++", "java"]
.priority
[optioneel]: Als verschillende indenteerders geschikt zij voor een bepaald bestand om te accentueren, dan bepaalt de prioriteit welke indenteerder als standaard wordt gekozen.
Nadat de header is gespecificeerd, legt deze sectie uit hoe het script voor inspringen zelf werkt. Het basis sjabloon van de inhoud ziet er uit als volgt:
// vereiste js-bibliotheken van katepart, bijv. range.js als u Range gebruikt require ("range.js"); triggerCharacters = "{}/:;"; function indent(line, indentWidth, ch) { // aangeroepen voor elk teken nieuwe-regel (ch == '\n') en alle tekens gespecificeerd in // de globale variabele triggerCharacters. Bij het aanroepen van → // is de variabele ch leeg, i.e. ch == ''. // // zie ook: Scripting API return -2; }
De functie indent()
heeft drie parameters:
line
: de regel die moet inspringenindentWidth
: de inspringbreedte in aantal spatiesch
: of een teken nieuwe-regel (ch == '\n'
), het activeringsteken gespecificeerd intriggerCharacters
of leeg als de gebruiker de actie → heeft gestart.
De terugkeerwaarde van de functie indent()
specificeert hoe de regel zal worden ingesprongen. Als de terugkeerwaarde een eenvoudig geheel getal is, wordt deze geïnterpreteerd als volgt:
terugkeerwaarde
-2
: niets doenterugkeerwaarde
-1
: behoudthet inspringen (zoekt naar voorgaande niet-blanko regel)terugkeerwaarde
0
: getallen >= 0 specificeer de insringdiepte in spaties
Alternatief, een reeks van twee elementen kan worden teruggegeven:
geef [ indent, align ] terug;
In dit geval is het eerste element de inspringdiepte zoals hierboven met dezelfde betekenis van de speciale waarden. Het tweede element is een absolute waarde die een kolom aangeeft voor “uitlijning”. Als deze waarde groter is dan de inspringwaarde, dan is het verschil een aantal spaties dat na het inspringen van de eerste parameter moet worden toegevoegd. Anders wordt het tweede getal genegeerd. Tabs en spaties voor inspringen gebruiken wordt vaak “gemengde modus” genoemd.
beschouw het volgende voorbeeld: Neem aan dat tabs worden gebruikt voor inspringen en tabbreedte is ingesteld op 4. <tab> vertegenwoordigt hier een tab-teken en '.' een spatie:
1: <tab><tab>foobar("hello", 2: <tab><tab>......."world");
Bij inspringen van regel 2 zal de functie indent()
[8, 15] als terugkeerwaarde geven. Als resultaat worden hier twee tabs ingevoegd om in te springen tot kolom 8 en worden 7 spaties toegevoegd om de tweede parameter uit te lijnen onder de eerste, zodat het uitgelijnd blijft als het bestand wordt bekeken met een andere tabbreedte.
Een standaard KDE installatie levert bij KatePart verschillende indenteerders. De overeenkomstige JavaScript broncode kan worden gevonden in $
.XDG_DATA_DIRS
/katepart5/script/indentation
Op Windows® zijn deze bestanden gelokaliseerd in %USER%\AppData\Local\katepart5\indentation
. %USER%
wordt gewoonlijk C:\\Users\\
. user
Ontwikkeling van een indenteerder vereist herladen van de scripts om te zien of de wijzigingen zich netjes gedragen. In plaats van het opnieuw opstarten van de toepassing, schakel eenvoudig om naar de commandoregel en start het commando reload-scripts.
Als u bruikbare scripts ontwikkeld overweeg dan deze aan het KatePart-project bij te dragen door kontact op te nemen via de e-maillijst.
Omdat het moeilijk is om aan de noden van iedereen te voldoen, ondersteunt KatePart kleine hulpmiddelen voor snelle tekstmanipulatie via de ingebouwde commandoregel. Het commando sort is bijvoorbeeld geïmplementeerd als een script. Deze sectie legt uit hoe *.js
bestanden aan te maken om KatePart uit te breiden met willekeurige hulpscripts.
Commandoregelscripts staan in dezelfde map als inspringscripts. Dus als eerste stap maakt u een nieuw *.js
bestand aan genaamd myutils.js
in de lokale map $
. De omgevingsvariabele XDG_DATA_HOME
/katepart5/script/commandsXDG_DATA_HOME
daarin expandeert typisch tot ofwel ~/.local
of ~/.local/share
.
Op Windows® zijn deze bestanden gelokaliseerd in %USER%\AppData\Local\katepart5\commands
. %USER%
wordt gewoonlijk C:\\Users\\
. user
De header van elke commandoregelscript is ingebed in JSON aan het begin van het script als volgt:
var katescript = { "author": "Voorbeeldnaam <voorbeeld.naam@een.adres.org>", "license": "LGPLv2+", "revision": 1, "kate-version": "5.1", "functions": ["sort", "moveLinesDown"], "actions": [ { "function": "sort", "name": "Sort Selected Text", "category": "Editing", "interactive": "false" }, { "function": "moveLinesDown", "name": "Move Lines Down", "category": "Editing", "shortcut": "Ctrl+Shift+Down", "interactive": "false" } ] }; // kate-script-header, moet zich bevinden aan het begin van het bestand zonder commentaar
Elk item wordt nu in detail uitgelegd:
author
[optioneel]: De naam van de auteur en contactinformatie.license
[optioneel]: Korte vorm van de licentie, zoals BSD licentie of LGPLv2.revision
[vereist]: De revisie van het script. Dit getal moet verhoogd worden wanneer het script wordt gewijzigd.kate-version
[required]: Minimaal vereiste versie van KatePart.functions
[vereist]: JSON-array met commando's in het script.actions
[optioneel]: JSON Array van JSON objecten die de acties definiëren die verschijnen in het menu van de toepassing. Gedetailleerde informatie wordt in de sectie Koppelen van sneltoetsen.
Omdat de waarde van functions
een JSON array is, is een enkel script in staat een willekeurig aantal commandoregels te bevatten. Elke functie is beschikbaar via ingebouwde commandoregel van KatePart.
Alle in de kop gespecificeerde functies moeten worden geïmplementeerd in het script. Het script-bestand uit het bovenstaande voorbeeld moet de twee functies sort en moveLinesDown implementeren. Alle functies hebben de volgende syntaxis:
// vereiste js-bibliotheken van katepart, bijv. range.js als u Range gebruikt require ("range.js"); function <naam>(arg1, arg2, ...) { // ... implementatie, zie ook: Scripting API }
De argumenten in de commandoregel worden doorgegeven naar de functie als arg1
, arg2
, etc. Om documentatie voor elk commando te leveren, implementeert u eenvoudig de functie 'help
' als volgt:
function help(cmd) { if (cmd == "sort") { return i18n("Sort the selected text."); } else if (cmd == "...") { // ... } }
uitvoeren van help sort in de commandoregel roept deze help-functie op met het argument cmd
ingesteld op het gegeven commando, bijv. cmd == "sort"
. KatePart laat dan de teruggeleverde tekst zien als documentatie voor de gebruiker. Zorg er voor dat de tekenreeksen vertaald zijn.
Ontwikkeling van een commandoregelscript vereist herladen van de scripts om te zien of de wijzigingen zich netjes gedragen. In plaats van het opnieuw opstarten van de toepassing, schakel eenvoudig om naar de commandoregel en start het commando reload-scripts.
Om de scripts toegankelijk te maken in het menu van de toepassing en sneltoetsen toe te kunnen, moet het script een juiste script-header leveren. In het bovenstaande voorbeeld, verschijnen beide functies sort
en moveLinesDown
in het menu vanwege het volgende deel in de script-header:
var katescript = { ... "actions": [ { "function": "sort", "name": "Sort Selected Text", "icon": "", "category": "Editing", "interactive": "false" }, { "function": "moveLinesDown", "name": "Move Lines Down", "icon": "", "category": "Editing", "shortcut": "Ctrl+Shift+Down", "interactive": "false" } ] };
De velden voor een actie zijn als volgt:
function
[vereist]: De functie die zou moeten verschijnen in het menu → .name
[vereist]: De tekst verschijnt het script-menu.icon
[optioneel]: Het pictogram verschijnt naast de tekst in het menu. Alle pictogramnamen van KDE kunnen hier worden gebruikt.category
[optioneel]: Als een categorie wordt gespecificeerd, verschijnt het script in een submenu.shortcut
[optioneel]: De hier gegeven sneltoets is de standaard sneltoets. Voorbeeld:Ctrl+Alt+t
. Zie de Qt documentatie voor verdere details.interactive
[optioneel]: Als het script invoer van de gebruiker in de commandoregel nodig heeft, zet dit dan optrue
.
Als u bruikbare scripts ontwikkeld overweeg dan deze aan het KatePart-project bij te dragen door kontact op te nemen via de e-maillijst.
De API voor scripts hier aanwezig is beschikbaar voor alle scripts, bijv. scripts voor inspringen en opdrachtregels. De klassen Cursor
en Range
worden geleverd door biblitheekbestanden in $
. Als u ze in uw script wilt gebruiken, wat nodig is om bepaalde XDG_DATA_DIRS
/katepart5/librariesDocument
of View
-functies te gebruiken, voeg dan de benodigde bibliotheek in met:
// vereiste js-bibliotheken van katepart, bijv. range.js als u Range gebruikt require ("range.js");
Om de standaard API voor scripting uit te breiden met uw eigen functies en prototypen, maak gewoon een nieuw bestand aan in de lokale configuratiemap van KDE $
en voeg deze in in uw script met: XDG_DATA_HOME
/apps/katepart5/libraries
require ("mijnscriptnaamhier.js");
Op Windows® zijn deze bestanden gelokaliseerd in %USER%\AppData\Local\katepart5\libraries
. %USER%
wordt gewoonlijk C:\\Users\\
.user
Om bestaande prototypes zoals Cursor
of Reeks
uit te breiden, os de aanbevolen manier om niet de globale *.js
bestanden te wijzigen. In plaats daarvan wijzigt u het prototype Cursor
in JavaScript nadat cursor.js
is ingevoegd in uw script via require
.
Omdat KatePart is een tekstbewerker is, is alles voor de API voor scripting, waar mogelijk, gebaseerd op cursors en reeksen. Een cursor is een eenvoudig een paar (regel, kolom)
die een tekstpositie in het document weergeeft. Een reeks omspant tekst van een begincursorpositie tot een eincursorpositie. De API wordt in de volgende secties in detail uitgelegd.
Cursor();
Constructor. Levert een cursor terug op positie
(0, 0)
.Voorbeeld:
var cursor = new Cursor();
Cursor(
int
,regel
int
);kolom
Constructor. Levert een cursor terug op positie (regel, kolom).
Voorbeeld:
var cursor = new Cursor(3, 42);
Cursor(
Cursor
);andere
Constructor kopiëren. Geeft een kopie van de cursor
andere
.Voorbeeld:
var copy = nieuwe cursor(andere);
Cursor Cursor.clone();
Geeft een kloon van de cursor terug.
Voorbeeld:
var clone = cursor.clone();
Cursor.setPosition(
int
,regel
int
);kolom
Stel de cursorpositie in op
regel
enkolom
.Sinds: KDE 4.11
bool Cursor.isValid();
Controleert of de cursor geldig is. De cursor is ongeldig indien lijn en/of kolom ingesteld zijn op
-1
.Voorbeeld:
var valid = cursor.isValid();
Cursor Cursor.invalid();
Geeft een nieuwe ongeldige cursor op locatie
(-1, -1)
.Voorbeeld:
var invalidCursor = cursor.invalid();
int Cursor.compareTo(
Cursor
);andere
Vergelijkt deze cursor met de cursor
andere
. Geeft terug-1
, indien deze cursor zich bevindt voor de cursorandere
,0
, indien beide cursors gelijk zijn+1
, als deze cursor gelokaliseerd is na de cursorandere
.
bool Cursor.equals(
Cursor
);andere
Geeft
true
terug, als deze cursor en de cursorandere
gelijk zijn, andersfalse
.String Cursor.toString();
Geeft de cursor terug als een tekenreeks met de vorm “
Cursor(regel, kolom)
”.
Range();
Constructor. Aanroepen van
new Range()
geeft een bereik op (0, 0) - (0, 0) terug.Range(
Cursor
,begin
Cursor
);eind
Constructor. Aanroepen van
new Range(
geeft de Reeks (begin
,eind
)begin
,eind
) terug.Range(
int
,beginRegel
int
,beginKolom
int
,eindRegel
int
);eindKolom
Constructor. Aanroepen van
new Range(
geeft de Reeks van (beginRegel
,beginKolom
,eindeRegel
,eindKolom
)beginRegel
,beginKolom
) tot (eindeRegel
,eindKolom
).Range(
Range
);andere
Constructor kopiëren. Geeft een kopie terug van Range
andere
.Reeks Range.clone();
Geeft een kloon van de reeks terug.
Voorbeeld:
var clone = range.clone();
bool Range.isEmpty();
Geeft
true
terug, als zowel begin als einde cursor gelijk zijn.Voorbeeld:
var empty = range.isEmpty();
Sinds: KDE 4.11
bool Range.isValid();
Geeft
true
terug, als zowel begin als einde cursor geldig zijn, andersfalse
.Voorbeeld:
var valid = range.isValid();
Range Range.invalid();
Geeft de Reeks van (-1, -1) tot (-1, -1) terug.
bool Range.contains(
Cursor
);cursor
Geeft
true
terug, als de reeks de cursorpositie bevat, andersfalse
.bool Range.contains(
Range
);andere
Geeft
true
terug, als deze reeks de Reeksandere
bevat, andersfalse
.bool Range.containsColumn(
int
);kolom
Geeft
true
terug, alskolom
zich in het half open interval[start.column, end.column)
bevindt, andersfalse
.bool Range.containsLine(
int
);regel
Geeft
true
terug, alsregel
zich in het half open interval[start.line, end.line)
bevindt, andersfalse
.bool Range.overlaps(
Range
);overig
Geeft
true
terug, als deze reeks en de reeksoverig
een gebied delen, andersfalse
.bool Range.overlapsLine(
int
);regel
Geeft
true
terug, alsregel
zich in het interval[start.line, end.line)
bevindt, andersfalse
.bool Range.overlapsColumn(
int
);kolom
Geeft
true
terug, alskolom
zich in het interval[start.column, end.column)
bevindt, andersfalse
.bool Range.onSingleLine();
Geeft
true
terug, als zowel begin als einde van de reeks op dezelfde regel, bijv. alsRange.start.line == Range.end.line
.Sinds: KDE 4.9
bool Range.equals(
Range
);overig
Geeft
true
terug, als deze reeks de Reeksandere
gelijk zijn, andersfalse
.String Range.toString();
Geeft de reeks terug als een tekenreeks van de vorm “
Range(Cursor(line, column), Cursor(line, column))
”.
Deze sectie geeft een lijst met alle globale functies.
String read(
String
);bestand
Zal het gegeven
bestand
zoeken relatief ten opzichte van de mapkatepart/script/files
en en de inhoud teruggeven als een tekenreeks.
void require(
String
);bestand
Zal het gegeven
bestand
zoeken relatief ten opzichte van de mapkatepart/script/libraries
en het evalueren.require
is intern beschermd tegen meervoudig invoegen van hetzelfdebestand
.Sinds: KDE 4.10
void debug(
String
);tekst
Stuurt
tekst
naarstdout
in de console na het starten van de toepassing.
Om volledige lokalisatie te ondersteunen zijn er verschillende functies om tekenreeksen in scripts te vertalen, namelijk i18n
, i18nc
, i18np
en i18ncp
. Deze functies gedragen zich op precies dezelfde manier zoals in Vertalingsfuncties van KDE.
De vertalingfuncties vertalen de omwikkelde tekenreeksen via het vertalingssysteem van KDE naar de in de toepassing gebruikte taal. Tekenreeksen in scripts die worden ontwikkeld in de officiële broncode van KatePart worden automatisch geëxtraheerd en vertaalbaar gemaakt. Met andere woorden, als ontwikkelaar van KatePart hoeft u zich niet bezig te houden met extraheren en vertalen. Opgemerkt moet echter worden dat de vertaling alleen werkt binnen de infrastructuur van $kde;. Dat wil zeggen dat nieuwe tekenreeksen in scripts van derden ontwikkeld buiten KDE niet worden vertaald. Neem dus in overweging om uw scripts aan Kate bij te dragen zodat vertaling mogelijk wordt.
void i18n(
String
,tekst
arg1
, ...);Vertaalt
text
in de taal die wordt gebruikt door de toepassing. De argumentenarg1
, ..., zijn optioneel en worden gebruikt om plaatshouders%1
,%2
, etc. te vervangen.void i18nc(
String
,context
String
,tekst
arg1
, ...);Vertaalt
text
in de taal die wordt gebruikt door de toepassing. Bovendien is de tekenreekscontext
zichtbaar voor de vertalers, zodat zij een betere vertaling kunnen produceren. De argumentenarg1
, ..., zijn optioneel en worden gebruikt om plaatshouders%1
,%2
, etc. te vervangen.void i18np(
String
,enkelvoud
String
,meervoud
int
,nummer
arg1
, ...);Vertaalt ofwel
enkelvoud
ofmeervoud
in de taal die wordt gebruikt door de toepassing, afhankelijk van het gegevennummer
. De argumentenarg1
, ..., zijn optioneel en worden gebruikt om plaatshouders%1
,%2
, etc. te vervangen.void i18ncp(
String
,context
String
,eenvoud
String
,meervoud
int
,nummer
arg1
, ...);Vertaalt
enkelvoud
ofmeervoud
in de taal die wordt gebruikt door de toepassing, afhankelijk van het gegeven nummer. Bovendien is de tekenreekscontext
zichtbaar voor de vertalers, zodat zij een betere vertaling kunnen produceren. De argumentenarg1
, ..., zijn optioneel en worden gebruikt om plaatshouders%1
,%2
, etc. te vervangen.
Wanneer een script wordt uitgevoerd, dan is er een globale variabele “view
” die de huidige actieve editor-view representeert. Het volgende is een lijst met alle beschikbare weergavefuncties.
Cursor view.cursorPosition()
Geeft de huidige cursorpositie in het beeld terug.
void view.setCursorPosition(
int
,line
int
); void view.setCursorPosition(column
Cursor
);cursor
Stelt de huidige cursorpositie in op ofwel (regel, kolom) of op de gegeven cursor.
Cursor view.virtualCursorPosition();
Geeft de virtuele cursorpositie terug waarin elke tab telt voor de overeenkomstige hoeveelheid spaties afhankelijk van de huidige tabbreedte.
void view.setVirtualCursorPosition(
int
,line
int
); void view.setVirtualCursorPosition(column
Cursor
);cursor
Stelt de huidige virtuele cursorpositie in op (regel, kolom) of op de gegeven cursor.
String view.selectedText();
Geeft de geselecteerde tekst terug. Als er geen tekst is geselecteerd dan is de tekenreeks leeg.
bool view.hasSelection();
Geeft
true
terug, als het beeld geselecteerde tekst heeft, andersfalse
.Range view.selection();
Geeft de geselecteerde tekstreeks terug. Als er geen tekst is geselecteerd dan is de tekenreeks ongeldig.
void view.setSelection(
Range
);reeks
Stelt de geselecteerde tekst in op de gegeven reeks.
void view.removeSelectedText();
Verwijder de geselecteerde tekst. Als het beeld geen geselecteerde tekst bevat, dan doet dit niets.
void view.selectAll();
Selecteert de gehele tekst in het document.
void view.clearSelection();
Wist de tekstselectie zonder de tekst te verwijderen.
Wanneer een script uitgevoerd wordt is er een globale variabele “document
” die het huidige actieve document representeert. Het volgende is een lijst met alle beschikbare documentfuncties.
String document.fileName();
Geeft de bestandsnaam van het document terug of een lege tekenreeks voor niet opgeslagen tekstbuffers.
String document.url();
Geeft de volledige url van het document terug of een lege tekenreeks voor niet opgeslagen tekstbuffers.
String document.mimeType();
Geeft het mime-type van het document terug of het mime-type
application/octet-stream
als er geen toepasselijk mime-type gevonden kan worden.String document.encoding();
Geeft de nu gebruikte codering terug om het bestand op te slaan.
String document.highlightingMode();
Geeft de gebruikte globale accentueringmodus terug voor het gehele document.
String document.highlightingModeAt(
Cursor
);pos
Geeft de gebruikte accentueringmodus terug op de gegeven positie in het document.
Array document.embeddedHighlightingModes();
Geeft een reeks van accentueringmodi terug ingebed in dit document.
bool document.isModified();
Geeft
true
terug, als het document niet opgeslagen wijzigingen heeft(gemodificeerd), andersfalse
.String document.text();
Geef de gehele inhoud van het document terug in een enkele tekenreeks. Nieuwe regels zijn gemarkeerd met het teken nieuw-regel “
\n
”.String document.text(
int
,vanafRegel
int
,vanafKolom
int
,totRegel
int
); String document.text(totKolom
Cursor
,vanaf
Cursor
); String document.text(tot
Range
);bereik
Geeft de tekst terug in het gegeven bereik. Het is aanbevolen de cursor te gebruiken en een versie gebaseerd op bereik voor betere leesbaarheid van de broncode.
String document.line(
int
);regel
Geeft de gegeven tekstregel terug als tekenreeks. De tekenreeks is leeg als de gevraagde regel buiten het bereik ligt.
String document.wordAt(
int
,regel
int
); String document.wordAt(kolom
Cursor
);cursor
Geeft het woord terug op de gegeven cursorpositie.
-
Range document.wordRangeAt(
int
,regel
int
); Range document.wordRangeAt(kolom
Cursor
);cursor
Geeft de reeks van het woord op de gegeven cursorpositie terug. De teruggeven reeks is ongeldig (zie Range.isValid()), als de tekstpositie zich na het eind van een regel bevindt. Als er geen woord is op de gegeven cursorpositie, zal een lege reeks worden teruggegeven.
Sinds: KDE 4.9
String document.charAt(
int
,regel
int
); String document.charAt(kolom
Cursor
);cursor
Geeft het teken terug op de gegeven cursorpositie.
String document.firstChar(
int
);regel
Geeft het eerste teken in de gegeven
regel
terug die geen witruimte is. Het eerste teken is in kolom 0. Als de regel leeg of alleen witruimte bevat, dan is de teruggegeven tekenreeks leeg.String document.lastChar(
int
);regel
Geeft het laatste teken in de gegeven
regel
terug die geen witruimte is. Als de regel leeg of alleen witruimte bevat, dan is de teruggegeven tekenreeks leeg.bool document.isSpace(
int
,regel
int
); bool document.isSpace(kolom
Cursor
);cursor
Geeft
true
terug, als het teken op de gegeven cursorpositie gelijk is aan een witruimte, andersfalse
.bool document.matchesAt(
int
,regel
int
,kolom
String
); bool document.matchesAt(tekst
Cursor
,cursor
String
);tekst
Geeft
true
terug, als de gegeventekst
overeenkomt met de overeenkomstige cursorpositie, andersfalse
.bool document.startsWith(
int
,regel
String
,tekst
bool
);skipWhiteSpaces
Geeft
true
terug als de regel begint mettekst
, andersfalse
. Het argumentskipWhiteSpaces
bepaalt of voorloopwitruimte genegeerd worden.bool document.endsWith(
int
,regel
String
,tekst
bool
);skipWhiteSpaces
Geeft
true
terug als de regel eindigt mettekst
, andersfalse
. Het argumentskipWhiteSpaces
bepaalt of witruimte achteraan genegeerd wordt.bool document.setText(
String
);tekst
Stelt de gehele documenttekst in.
bool document.clear();
Verwijdert de gehele tekst uit het document.
bool document.truncate(
int
,regel
int
); bool document.truncate(kolom
Cursor
);cursor
Kap de gegeven regel op de gegeven kolom of cursorpositie af. Geeft
true
terug bij succes offalse
als de gegeven regel geen deel is van het documentbereik.bool document.insertText(
int
,regel
int
,kolom
String
); bool document.insertText(tekst
Cursor
,cursor
String
);tekst
Voeg de
tekst
op de cursorpositie in. Geefttrue
terug bij succes offalse
, als het document alleen-lezen is.bool document.removeText(
int
,vanafRegel
int
,vanafKolom
int
,totRegel
int
); bool document.removeText(totKolom
Cursor
,vanaf
Cursor
); bool document.removeText(tot
Range
);bereik
Verwijdert de tekst in het gegeven bereik. Geeft
true
terug bij succes offalse
, als het document alleen-lezen is.bool document.insertLine(
int
,regel
String
);tekst
Voegt tekst in de gegeven regel in. Geeft
true
terug bij succes offalse
, als het document alleen-lezen is of de regel niet in het documentbereik ligt.bool document.removeLine(
int
);regel
Verwijdert de gegeven tekstregel. Geeft
true
terug bij succes offalse
, als het document alleen-lezen is of de regel niet in het documentbereik ligt.bool document.wrapLine(
int
,regel
int
); bool document.wrapLine(kolom
Cursor
);cursor
Breekt de regel op de gegeven cursorpositie op. Geeft
true
terug bij succes, andersfalse
, bijv. als regel < 0.Sinds: KDE 4.9
void document.joinLines(
int
,beginRegel
int
);eindRegel
Voegt de regels vanaf
beginRegel
toteindRegel
samen. Twee elkaar opvolgende tekstregels worden altijd gescheiden door een enkele spatie.int document.lines();
Geeft het aantal regels in het document terug.
bool document.isLineModified(
int
);regel
Geeft
true
terug, alsregel
nu niet opgeslagen gegevens bevat.Sinds: KDE 5.0
bool document.isLineSaved(
int
);regel
Geeft
true
terug, alsregel
is gewijzigd, maar het document is opgeslagen. Dus bevat de regel nu geen niet opgeslagen gegevens.Sinds: KDE 5.0
bool document.isLineTouched(
int
);regel
Geeft
true
terug, alsregel
nu niet opgeslagen gegevens bevat of eerder is gewijzigd.Sinds: KDE 5.0
void document.findTouchedLine(
int
,beginRegel
bool
);oplaag
Zoek naar de volgende aangeraakte regel beginnend bij
regel
. Het zoeken wordt uitgevoerd ofwel omhoog of omlaag afhankelijk van de zoekrichting gespecificeerd inomlaag
.Sinds: KDE 5.0
int document.length();
Geeft het aantal tekens in het document terug.
int document.lineLength(
int
);regel
Geeft de lengte van de
regel
terug.void document.editBegin();
Begint een bewerkingsgroep voor groepering van ongedaan maken/opnieuw doen. Controleer altijd of
editEnd()
is aangeroepen als ueditBegin()
aanroept. Aanroepen vaneditBegin()
gebruikt intern een referentieteller, bijv. deze aanroep kan genest worden.void document.editEnd();
Beëindigt een bewerkingsgroep. De laatst aanroep van
editEnd()
(bijv. diegene voor de eerste aanroep vaneditBegin()
) beëindigt de bewerkingsstap.int document.firstColumn(
int
);regel
Geeft de eerste niet-witruimte kolom in de gegeven
regel
terug. Als er alleen witruimte in de regel bevindt, dan is de terugkeerwaarde-1
.int document.lastColumn(
int
);regel
Geeft de laatste niet-witruimte kolom in de gegeven
regel
terug. Als er alleen witruimte in de regel bevindt, dan is de terugkeerwaarde-1
.int document.prevNonSpaceColumn(
int
,regel
int
); int document.prevNonSpaceColumn(kolom
Cursor
);cursor
Geeft de kolom terug met een niet-witruimte teken beginnend bij de gegeven cursorpositie en achterwaarts zoeken.
int document.nextNonSpaceColumn(
int
,regel
int
); int document.nextNonSpaceColumn(kolom
Cursor
);cursor
Geeft de kolom terug met een niet-witruimte teken beginnend bij de gegeven cursorpositie en voorwaarts zoeken.
int document.prevNonEmptyLine(
int
);regel
Geeft de volgende niet-lege regel terug met een niet-witruimte tekens en achterwaarts zoeken.
int document.nextNonEmptyLine(
int
);regel
Geeft de volgende niet-lege regel terug met een niet-witruimte teken en voorwaarts zoeken.
bool document.isInWord(
String
,teken
int
);attribuut
Geeft
true
terug, als het gegeventeken
met het gegevenattribuut
deel van een woord kan zijn, andersfalse
.bool document.canBreakAt(
String
,teken
int
);attribuut
Geeft
true
terug, als het gegeventeken
met het gegevenattribuut
geschikt is om een regel af te breken, andersfalse
.bool document.canComment(
int
,beginAttribuut
int
);eindAttribuut
Geeft
true
terug, als een bereik beginnend en eindigend met de gegeven attributen geschikt is om als commentaar te worden aangemerkt, andersfalse
.String document.commentMarker(
int
);attribuut
Geeft de markeerder voor commentaar terug voor commentaar op een enkele regel voor een gegeven
attribuut
.String document.commentStart(
int
);attribuut
Geeft de markeerder voor commentaar terug voor begin van commentaar over meerdere regels voor een gegeven
attribuut
.String document.commentEnd(
int
);attribuut
Geeft de markeerder voor commentaar terug voor het einde van commentaar over meerdere regels voor een gegeven
attribuut
.Range document.documentRange();
Geeft een reeks terug die het gehele document omvat.
Cursor documentEnd();
Geeft een cursor terug gepositioneerd in de laatste kolom van de laatste regel in het document.
bool isValidTextPosition(
int
,regel
int
); bool isValidTextPosition(kolom
Cursor
);cursor
Geeft
true
terug, als de gegeven cursorpositie is gepositioneerd op een geldige tekstpositie. Een tekstpositie is alleen geldig als het is gelokaliseerd aan het begin, in het midden, of aan het eind van een geldige regel. Verder is een tekstpositie ongeldig als het is gelokaliseerd in een Unicode-surrogaat.Sinds: KDE 5.0
int document.attribute(
int
,regel
int
); int document.attribute(kolom
Cursor
);cursor
Geeft het attribuut terug op de gegeven cursorpositie.
bool document.isAttribute(
int
,regel
int
,kolom
int
); bool document.isAttribute(attribuut
Cursor
,cursor
int
);attribuut
Geeft
true
terug, als het attribuut op de gegeven cursorpositie gelijk is aanattribuut
, andersfalse
.String document.attributeName(
int
,regel
int
); String document.attributeName(kolom
Cursor
);cursor
Geeft de attribuutnaam terug als leesbare tekst. Dit is gelijk aan de
itemData
-naam in de syntaxis-accentuering-bestanden.bool document.isAttributeName(
int
,regel
int
,kolom
String
); bool document.isAttributeName(naam
Cursor
,cursor
String
);naam
Geeft
true
terug, als de attribuutnaam op een bepaalde cursorpositie overeenkomt met de gegevennaam
, andersfalse
.String document.variable(
String
);sleutel
Geeft de waarde terug van de gevraagde documentvariabele
sleutel
. Als de documentvariabele niet bestaat, wordt een lege tekenreeks teruggegeven.void document.setVariable(
String
,sleutel
String
);waarde
Stelt de waarde in van de gevraagde documentvariabele
sleutel
.Zie ook: Documentvariabelen van Kate
Sinds: KDE 4.8
int document.firstVirtualColumn(
int
);regel
Geeft de virtuele kolom terug van het eerste niet-witruimte-teken in de gegeven regel of
-1
, als de regel leeg is of alleen witruimte-tekens bevat.int document.lastVirtualColumn(
int
);regel
Geeft de virtuele kolom terug van het laatste niet-witruimte-teken in de gegeven regel of
-1
, als de regel leeg is of alleen witruimte-tekens bevat.int document.toVirtualColumn(
int
,regel
int
); int document.toVirtualColumn(kolom
Cursor
); Cursor document.toVirtualCursor(cursor
Cursor
);cursor
Converteert de gegeven “echte” cursorpositie naar een virtuele cursorpositie, geeft ofwel een int terug of een cursor-object.
int document.fromVirtualColumn(
int
,regel
int
); int document.fromVirtualColumn(virtueleKolom
Cursor
); Cursor document.fromVirtualCursor(virtueleCursor
Cursor
);virtueleCursor
Converteert de gegeven virtuele cursorpositie naar een “echte” cursorpositie, geeft ofwel een int terug of een cursor-object.
Cursor document.anchor(
int
,regel
int
,kolom
Char
); Cursor document.anchor(teken
Cursor
,cursor
Char
);teken
Zoekt achterwaarts naar het gegeven teken te beginnen vanaf de gegeven cursor. Als voorbeeld, als '(' als teken wordt meegegeven, dan geeft deze functie de positie terug van de openingings '('. Dit houdt rekening met aantallen, bijv. andere '(...)' worden genegeerd.
Cursor document.rfind(
int
,regel
int
,kolom
String
,tekst
int
); Cursor document.rfind(attribuut
= -1Cursor
,cursor
String
,tekst
int
);attribuut
= -1Zoek de gegeven tekst achterwaarts met het juiste
attribuut
. Het argumentattribuut
wordt genegeerd als het is ingesteld op-1
. De teruggegeven cursor is ongeldig, als de tekst niet is gevonden.int document.defStyleNum(
int
,regel
int
); int document.defStyleNum(kolom
Cursor
);cursor
Geeft de standaard stijl terug op de gegeven cursorpositie.
bool document.isCode(
int
,regel
int
); bool document.isCode(kolom
Cursor
);cursor
Geeft
true
terug, als het attribuut op de gegeven cursorpositie niet gelijk is aan alle volgende stijlen:dsComment
,dsString
,dsRegionMarker
,dsChar
,dsOthers
.bool document.isComment(
int
,regel
int
); bool document.isComment(kolom
Cursor
);cursor
Geeft
true
terug, als het attribuut van het teken op de cursorpositie gelijk is aandsComment
, andersfalse
.bool document.isString(
int
,regel
int
); bool document.isString(kolom
Cursor
);cursor
Geeft
true
terug, als het attribuut van het teken op de cursorpositie gelijk is aandsString
, andersfalse
.bool document.isRegionMarker(
int
,regel
int
); bool document.isRegionMarker(kolom
Cursor
);cursor
Geeft
true
terug, als het attribuut van het teken op de cursorpositie gelijk is aandsRegionMarker
,andersfalse
.bool document.isChar(
int
,regel
int
); bool document.isChar(kolom
Cursor
);cursor
Geeft
true
terug, als het attribuut van het teken op de cursorpositie gelijk is aandsChar
, andersfalse
.bool document.isOthers(
int
,regel
int
); bool document.isOthers(kolom
Cursor
);cursor
Geeft
true
terug, als het attribuut van het teken op de cursorpositie gelijk is aandsOthers
, andersfalse
.

Met het kiezen van → uit het menu verschijnt het dialoogvenster Instellen. Dit dialoogvenster kan gebruikt worden om een aantal verschillende instellingen te wijzigen. Welke instellingen gewijzigd kunnen worden hangt af van de categorie die u kiest uit een verticale lijst links van het dialoogvenster. Door middel van drie knoppen onderaan het venster kan de gebruiker het proces aansturen.
U kunt het Helpsysteem aanroepen, de huidige instellingen accepteren en het dialoogvenster sluiten met de knop , of het proces . De categorieën Uiterlijk, Lettertypen & Kleuren, Bewerking, Openen/opslaan en Extensies worden hieronder besproken.
Deze groep bevat alle pagina's gerelateerd aan de tekstbewerkercomponent van Kate. De meeste instellingen hier zijn standaards, zij kunnen overschreven worden door een bestandstype te definiëren door Documentvariabelen of door ze per document te wijzigen in een bewerkingssessie.
- Dynamische regelafbreking
Wanneer deze optie aangevinkt is, zullen de tekstregels afgebroken worden aan de rechter rand van het editorvenster.
- Dynamische regelafbreking-indicators (indien van toepassing)
Kies wanneer de dynamische regelafbreking-indicators getoond moeten worden, ofwel Uit, Volg regelnummers of Altijd aan.
- Dynamisch afgebroken regels uitlijnen op inspringpositie:
Dynamisch afgebroken regels kunnen verticaal worden uitgelijnd op het inspringniveau van de eerste regel. Dit kan helpen code en markup leesbaarder te maken.
Bovendien kunt u hier een maximale breedte van het venster, als percentage, instellen waarna dynamisch afgebroken regels niet langer verticaal worden uitgelijnd. Ingesteld op bijvoorbeeld 50 % zullen regels, waarvan het inspringniveau groter is dan 50 % van de vensterbreedte, na afbreking niet verticaal worden uitgelijnd.
- Witruimte accentueren
- Tabulators accentueren
De editor zal het symbool » tonen om de aanwezigheid van een tab in de tekst aan te geven.
- Spaties aan het einde van de regel accentueren
De tekstbewerker zal punten tonen om het aanwezig zijn van witruimte aan het eind van regels aan te geven.
- Grootte van markering van accentueren
De schuifregelaar gebruiken om de grootte van de zichtbare markering van accentuering te wijzigen.
- Geavanceerd
- Inspronglijnen tonen
Wanneer dit aangevinkt is, toont de editor verticale lijnen om ingesprongen regels beter te herkennen.
- Bereik tussen geselecteerde haakjes accentueren
Wanneer dit ingeschakeld is, zal het bereik tussen de geselecteerde, bij elkaar horende haakjes geaccentueerd worden.
- Overeenkomende vierkante haken animeren
Indien ingeschakeld, plaatsing op de haken ({, [, ], },( of )) zal snel de overeenkomstige haak animeren.
- Eerste regel invouwen
Indien ingeschakeld zal de eerste regel invouwen zijn, indien mogelijk. Dit is nuttig, als het bestand begint met een commentaarregel, zoals een copyright
- Aantal woorden tonen
Toont het aantal woorden en tekens in het document en in de huidige selectie.
- Randen
- Invouwmarkeringen tonen
Wanneer deze optie is aangevinkt, zullen in de huidige weergave markeringen voor code-invouwing getoond worden indien code-invouwing beschikbaar is.
- Voorbeeld van de ingevouwen code tonen
Als deze optie is geselecteerd zal met de muis over het ingevouwen gebied gaan een voorbeeld van de ingevouwen tekst laten zien in een pop-up.
- Pictogramrand tonen
Wanneer dit aangevinkt is, ziet u links een pictogramrand. In de pictogramrand ziet u bijvoorbeeld bladwijzerpictogrammen.
- Regelnummering tonen
Wanneer dit aangevinkt is, ziet u links regelnummers.
- Markeringen voor wijzigingen in regels tonen
Als dit is geactiveerd zullen markeringen voor wijzigingen in regels zichtbaar zijn. Voor meer informatie, zie de paragraaf met de naam “Markeringen voor wijzigingen in regels”.
- Schuifbalkmarkeringen tonen
Wanneer deze optie aangevinkt is, worden in de huidige weergave markeringen getoond op de verticale schuifbalk. Deze markeringen tonen bijvoorbeeld bladwijzers.
- Voorbeeld van tekst laten zien op de schuifbalk
Als deze optie is geactiveerd en u zweeft met de muiswijzer boven de schuifbalk dan zal een klein tekstvoorbeeld met enkele regels van het huidige document rond de cursorpositie worden getoond. Dit stelt u in staat om snel te schakelen naar een ander gedeelte van het document.
- Schuifbalk van mini-weergave tonen
Als u deze optie selecteert zal elke nieuwe weergave een mini-map van het document op de verticale schuifbalk tonen.
Voor meer informatie over de schuifbalk met mini-map, zie de paragraaf met de naam “De schuifbalk met mini-map”.
- Breedte van mini-weergave
Pas de breedte van de schuifbalk van mini-weergave aan, gedefinieerd in pixels.
- Zichtbaarheid van schuifbalken
Schakel de schuifbalk aan, uit of toon de schuifbalk alleen indien nodig. Druk met de
op de blauwe rechthoek om de reeks regelnummers van het getoonde document te tonen op het scherm. Houd de ingedrukt buiten de blauwe rechthoek om automatisch door het document te rollen.
- Bladwijzermenu sorteren
- Op aanmaakdatum
Elke nieuwe bladwijzer zal onderaan worden toegevoegd, onafhankelijk van waar die geplaatst is in het document.
- Op positie
De bladwijzers zullen geordend worden volgens de regelnummers waarin ze staan.
In deze sectie van het dialoogvenster kunt u alle lettertypen en kleuren in elk kleurenschema waarover u beschikt configureren. Tevens kunt u nieuwe schema's creëren of bestaande schema's wissen. Elk schema heeft instellingen voor kleuren, lettertypen en stijlen voor normale en geaccentueerde tekst.
KatePart zal het huidige actieve schema voor u voorselecteren. Als u aan een ander schema wilt werken moet u dat eerst kiezen uit de keuzelijst Schema. Met de knoppen en kunt u een nieuw schema creëren of een bestaand schema verwijderen.
Onderaan de pagina kunt u de Standaard stijl voor KatePart kiezen.
KatePart zal standaard zijn kleurschema baseren op het huidige KDE-kleurenschema. U kunt een individuele kleur terugzetten op de standaard door op de resetpijl te klikken rechts van de ingang in de kleurbewerker of u kunt alle kleuren naar de standaard terugzetten door op te klikken onderaan het paneel.
Tip
U kunt het KDE-kleurenschema in de module Kleuren in Systeeminstellingen.
- Achtergrondkleuren van bewerker
- Tekstgebied
Dit is de standaard achtergrond voor het tekstgebied. Het is de dominante kleur in de editor.
- Geselecteerde tekst
Dit is de achtergrond voor geselecteerde tekst. Standaard is dit de globale kleur, ingesteld in het venster Kleuren instellen van de systeeminstellingen van KDE.
- Huidige regel
Stel de kleur in voor de huidige regel. Door de kleur iets te laten afwijken van de normale tekst wordt de focus op deze regel gericht.
- Accentuering van het gezochte
Stel de kleur in voor de tekst die overeenkomt met uw laatste zoekopdracht.
- Accentuering van vervanging
Stel de kleur in voor de tekst die overeenkomt met uw laatste vervanging.
- Pictogramrand
- Achtergrondgebied
Deze kleur wordt gebruikt voor de randen van markeringen, regelnummers en invouwmarkeringen links van de editorweergave als die getoond worden.
- Regelnummers
Deze kleur wordt gebruikt voor de regelnummers links van de weergave als die getoond worden.
- Markeringen voor regelafbreking
Deze kleur wordt gebruikt om een patroon te tekenen links van dynamisch afgebroken regels wanneer die verticaal uitgelijnd zijn, evenals voor de statische regelafbrekingmarkering.
- Code-invouwing
Deze kleur wordt gebruikt om de sectie met code te accentueren die zou worden ingevouwen wanneer u met de muis klikt op de codeinvouwpijl links van een document. Voor meer informatie, zie de documentatie over code invouwen.
- Gewijzigde regels
Deze kleur wordt gebruikt om links van een document regels te accentueren die gewijzigd zijn, maar nog niet opgeslagen. Voor meer informatie, zie de paragraaf met de naam “Markeringen voor wijzigingen in regels”
- Opgeslagen regels
Deze kleur wordt gebruikt om links van een document regels te accentueren die in deze sessie gewijzigd en opgeslagen zijn. Voor meer informatie, zie de paragraaf met de naam “Markeringen voor wijzigingen in regels”
- Tekstdecoraties
- Regel met spellingfout
Deze kleur wordt gebruikt om spelfouten aan te geven.
- Markeringen voor tabs en spaties
Deze kleur wordt gebruikt om indicators in de witruimte te tekenen, als die ingeschakeld zijn.
- Inspringregel
Deze kleur wordt gebruikt om een lijn links van de inspringende blokken te tekenen als die optie geactiveerd is.
- Accentuering van haakjes
Deze kleur wordt gebruikt voor de achtergrond van bij elkaar horende haakjes.
- Kleuren van markeringen
- Bladwijzer
Deze kleur wordt gebruikt om bladwijzers aan te geven. Voor meer informatie, zie de paragraaf met de naam “Bladwijzers gebruiken”.
- Actief breekpunt
Deze kleur wordt gebruikt door de GDB-plug-in om een actief breekpunt aan te geven. Voor meer informatie, zie de documentatie van de GDB-plug-in.
- Bereikt breekpunt
Deze kleur wordt gebruikt door de GDB-plug-in om een actief breekpunt aan te geven dat bij het debuggen is bereikt. Voor meer informatie, zie de documentatie van de GDB-plug-in.
- Uitgeschakeld breekpunt
Deze kleur wordt gebruikt door de GDB-plug-in om een inactief breekpunt aan te geven. Voor meer informatie, zie de documentatie van de GDB-plug-in.
- Uitvoering
Deze kleur wordt gebruikt door de GDB-plug-in om de huidige regel in uitvoering aan te geven. Voor meer informatie, zie de documentatie van de GDB-plug-in.
- Waarschuwing
Deze kleur wordt gebruikt door de build-plug-in om een regel aan te geven die een waarschuwing bij compilatie heeft veroorzaakt. Voor meer informatie, zie de documentatie van de Build-plug-in.
- Fout
Deze kleur wordt gebruikt door de build-plug-in om een regel aan te geven die een fout bij compilatie heeft veroorzaakt. Voor meer informatie, zie de documentatie van de Build-plug-in.
- Tekstsjablonen & -fragmenten
- Achtergrond
Deze kleur wordt door de fragmenten-plug-in van Kate gebruikt om de achtergrond van een fragment te markeren.
- Bewerkbare plaatshouder
Deze kleur wordt gebruikt door de fragmenten-plug-in van Kate om een plaatshouder te markeren, waarop u kunt klikken om deze handmatig te bewerken.
- Gefocuste bewerkbare plaatshouder
Deze kleur wordt gebruikt door de fragmenten-plug-in van Kate om de plaatshouder te markeren die u nu aan het bewerken bent.
- Niet-bewerkbare plaatshouder
Deze kleur wordt gebruikt door de Kate fragmenten-plug-in om een plaatshouder te markeren, die niet handmatig is te bewerken, zoals een die automatisch wordt gevuld. Voor meer informatie, zie de documentatie van Kate-snippets.
Klikken op deze knop zal alle bovenstaand gedefinieerde kleuren instellen om ze overeen te laten komen met het huidige kleurenschema gedefinieerd in Systeeminstellingen van KDE. Voor meer informatie, zie de documentatie voor de module kleurbeheer van KDE.
Als u de Workspaces van KDE Plasma niet gebruikt zal deze knop geen effect hebben en kan afwezig zijn.
Hier kunt u het lettertype kiezen voor het schema. U kunt kiezen uit elk beschikbare lettertype op uw systeem, en een standaardgrootte instellen. Onderaan het dialoogvenster wordt een voorbeeldtekst getoond, zodat u het effect van uw keuze kunt zien.
Voor meer informatie over het selecteren van een lettertype, zie de sectie Lettertypen kiezen van de documentatie van KDE Fundamentals.
De standaard stijlen voor tekst zijn dezelfde als de stijlen voor geaccentueerde tekst, waardoor de editor tekst op een hele consistente manier kan presenteren. Zo wordt bijvoorbeeld voor commentaartekst dezelfde stijl gebruikt in bijna alle opmaakprofielen die kunnen worden geaccentueerd in KatePart.
De naam in de lijst met stijlen gebruikt de stijl die voor dat item is ingesteld, en u krijgt onmiddellijk een voorbeeld te zien wanneer u een stijl aanpast.
Bij elke stijl kunt u algemene kenmerken kiezen en voorgrond- en achtergrondkleuren. Om een achtergrondkleur uit te zetten klikt u met rechts zodat het contextmenu verschijnt.
Hier kunt u de tekststijlen die gebruikt worden bij een specifieke accentueringsdefinitie bewerken. De editor zal de accentuering die gebruikt wordt door uw huidige document voorselecteren. Om aan een andere accentuering te werken kiest u er een in het combinatieveld Accentueren boven de lijst met stijlen.
De naam in de lijst met stijlen gebruikt de stijl die voor dat item is ingesteld, en u krijgt onmiddellijk een voorbeeld te zien wanneer u een stijl aanpast.
Bij elke stijl kunt u algemene kenmerken kiezen en voorgrond- en achtergrondkleuren. Om een achtergrondkleur uit te zetten klikt u met rechts zodat het contextmenu verschijnt. Bovendien kunt u zien of een stijl gelijk is aan de standaardstijl die voor het item gebruikt wordt en die al dan niet gebruiken.
U ziet dat vele accentueringen andere accentueringen bevatten die als groepen vertegenwoordigd zijn in de lijst met stijlen. Zo importeren bijvoorbeeld de meeste accentueringen de Alert-accentuering, en vele opmaken voor broncode importeren de Doxygen-accentuering.
- Statische regelafbreking
Regelafbreking is een functie die ervoor zorgt dat de editor automatisch een nieuwe tekstregel begint en de cursor naar het begin van die nieuwe regel verplaatst. KatePart zal automatisch een nieuwe tekstregel beginnen wanneer de huidige regel de positie bereikt opgegeven bij de optie Regels afbreken op:.
- Statische regelafbreking activeren
Schakelt statische regelafbreking in of uit.
- Statische-regelafbreking-markering tonen (indien van toepassing)
Wanneer deze optie is aangevinkt, verschijnt er een verticale lijn in de regelafbrekingkolom zoals gedefinieerd op het tabblad Bewerking van de → . Merk op dat de regelafbrekingmarkering alleen getoond wordt wanneer u een niet-proportioneel lettertype gebruikt.
- Regels afbreken op:
Wanneer de optie Statische regelafbreking activeren geselecteerd is, bepaalt de invoer hier de positie (in tekens) waarop de editor automatisch naar een nieuwe regel zal gaan.
- Invoermodus
De geselecteerde invoermethode zal geactiveerd worden wanneer er een nieuw venster wordt geopend. U kunt nog altijd schakelen tussen de een bepaald venster in het menu .
- Automatische blokhaakjes
Wanneer de gebruiker een linker haakje ([, ( of {) intypt, plaatst KatePart automatisch het rechter haakje (}, ) of ]) rechts van de cursor.
Wanneer tekst is geselecteerd, zorgt typen van één van de tekens dat de geselecteerde tekst verdeelt wordt over meer regels.
- Knippen en plakken
- Kopieer/knip de huidige regel als er geen selectie is
Als deze optie is ingeschakeld, en er geen tekst is geselecteerd, worden kopieer- en knipacties toegepast op de tekstregel waar de cursor zich bevindt.
- Tekstcursorbeweging
- Intelligente begin- en eindpositie
Wanneer dit geselecteerd is, zal bij het indrukken van de home-toets de cursor witruimte overslaan en naar het begin van de tekst in een regel gaan.
- Page Up/Page Down beweegt de cursor
Deze optie wijzigt het gedrag van de cursor wanneer de gebruiker drukt op de toets Page Up of Page Down. Wanneer deze optie niet aangevinkt is, behoudt de cursor zijn relatieve positie binnen de zichtbare tekst in KatePart zodra nieuwe tekst zichtbaar wordt ten gevolge van deze handeling. Dus, wanneer de cursor zich in het midden van de zichtbare tekst bevindt wanneer er op de toets wordt gedrukt, zal die op die positie blijven (behalve wanneer het begin of einde bereikt wordt), Wanneer deze optie aangevinkt is, zorgt de eerste druk op de toets ervoor dat de cursor naar het begin of einde van de zichtbare tekst wordt verplaatst zodra een nieuwe pagina met tekst getoond wordt.
- Cursor automatisch centreren:
Stelt het aantal regels in die zichtbaar blijven boven en onder de cursor indien mogelijk.
- Tekstselectiemodus
- Normaal
Selecties worden overschreven door getypte tekst en worden opgeheven bij verplaatsing van de cursor.
- Blijvend
Selecties blijven bestaan, ook na verplaatsen van de cursor en typen.
- Sta schuiven toe verder dan het einde van het document
Met deze optie kunt u verder dan het einde van het document schuiven. Dit kan gebruikt worden om de onderkant van het document verticaal te centreren of om het bovenaan de huidige weergave te plaatsen.
- De toets backspace verwijdert het basis teken met zijn diakritische tekens
Indien geselecteerd worden samengestelde tekens verwijderd met hun diakritische tekens in plaats van alleen het basis teken te verwijderen. Dit is nuttig voor Indic taalgebieden.
- Standaard inspringmodus:
Kies de automatische inspringmodus die u als standaard wilt gebruiken. Het is ten sterkste aan te raden hier
Geen
ofNormaal
te gebruiken en bestandstypeconfiguraties te gebruiken om andere inspringmodi in te stellen voor tekstformaten zoals C/C++ code of XML.- Inspringen gebruikt
- Tabulators
Wanneer dit ingeschakeld is, zal de editor tab-tekens invoegen wanneer u de Tab-toets indrukt of gebruikautomatisch inspringen.
- Spaties
Wanneer dit ingeschakeld is, zal de editor een bepaald aantal spaties invoegen, afhankelijk van de positie in de tekst en de instelling
tabbreedte
, wanneer u op de Tabtoets drukt of gebruik automatisch inspringen.- Tabulators en spaties
Als dit is ingeschakeld zal de tekstbewerker spaties invoegen zoals hierboven beschreven bij inspringen of Tab indrukken aan het begin van een regel, maar voegt tabulators in bij het indrukken van de Tab-toets in het midden of einde van een regel.
- Tabbreedte:
Dit stelt het aantal spaties in dat wordt getoond in plaats van een tab-teken.
- Inspringbreedte:
De inspringbreedte is het aantal spaties dat gebruikt wordt om een regel in te springen. Wanneer is ingesteld dat tab-teken moet worden gebruikt, dan wordt er een tab-teken ingevoegd als de insprong deelbaar is door de tabbreedte.
- Inspringeigenschappen
- Extra spaties behouden
Wanneer deze optie uitgeschakeld is en het inspringniveau gewijzigd wordt, zal de regel uitgelijnd worden op een veelvoud van de breedte opgegeven bij Inspringbreedte.
- Inspringen aanpassen van tekst geplakt vanaf het klembord
Wanneer deze optie geactiveerd is, springt tekst die van het klembord geplakt wordt in. Door te kiezen voor wordt het inspringen verwijderd.
- Inspringacties
- Backspace-toets in eerste witruimte maakt insprong ongedaan
Wanneer deze optie aangevinkt is, verlaagt de Backspace-toets het inspringniveau als de cursor in de witruimte aan het begin van de regel staat.
- Tab-toets-actie (als er niets is geselecteerd)
Als u wilt dat Tab de huidige regel uitlijnt in het huidige codeblok zoals in emacs, maak dan van Tab een sneltoets voor de actie .
- Altijd naar volgende tab-positie gaan
Wanneer deze optie geselecteerd is, voegt de Tab-toets altijd witruimte in zodat de volgende tab-positie wordt bereikt. Wanneer de optie Spaties in plaats van tabs invoegen op het tabblad Algemeen in de sectie Bewerking geactiveerd is, worden er spaties ingevoegd; anders wordt een enkele tabsprong ingevoegd.
- Altijd inspringniveau vergroten
Wanneer deze optie geselecteerd is, wordt met de Tab-toets de huidige regel altijd ingesprongen met het aantal tekens opgegeven bij Inspringbreedte.
- Inspringniveau vergroten wanneer in voorgaande witruimte
Wanneer deze optie geselecteerd is, zorgt de Tab-toets voor het inspringen van de huidige regel of de cursor gaat naar de volgende tab-positie. Als het invoegpunt zich op of voor het eerste niet-witruimteteken in de regel bevindt, of wanneer er een selectie is, wordt de huidige regel ingesprongen met het aantal tekens opgegeven bij Inspringbreedte. Bevindt het invoegpunt zich achter het eerste niet-witruimteteken in de regel en er is geen selectie, dan wordt er witruimte ingevoegd zodat de volgende tabpositie bereikt wordt: Wanneer de optie Spaties in plaats van tabs invoegen op het tabblad Algemeen in de sectie Bewerking geactiveerd is, worden er spaties ingevoegd; anders wordt een enkele tabsprong ingevoegd.
- Algemeen
- Automatisch aanvullen activeren
Indien geactiveerd komt er automatisch een vakje met aanvullingen te voorschijn bij het intypen die een lijst met teksten toont om de huidige tekst onder de cursor aan te vullen.
- Minimale woordlengte aan te vullen
Tijdens het typen zoekt Woordaanvulling in het document naar woorden beginnend met de reeds getypte tekst. Deze optie stelt het minimum aantal tekens in, nodig om Woordaanvulling te activeren en een aanvullingslijst te tonen.
- Achterste gedeelte bij aanvullen verwijderen
Verwijder het achterste deel van een vorig woord wanneer het aangevulde item is gekozen uit een lijst.
- Automatische aanvulling van sleutelwoorden
Indien ingeschakeld gebruikt de ingebouwde automatische aanvulling de sleutelwoorden gedefinieerd door de accentuering van syntaxis.
Deze instelopties worden beschreven in de documentatie voor de Systeeminstellingen-module Spellingcontrole.
- Algemeen
- VI-commando's in plaats van Kate-sneltoetsen gebruiken
Wanneer dit aangevinkt is, zullen VI-commando's de ingebouwde commando's van KatePart vervangen. Bijvoorbeeld: Ctrl+R voert het commando Opnieuw uit in plaats van de standaard actie (het tonen van het dialoogvenster Zoeken en vervangen).
- Relatieve regelnummers tonen
als dit ingeschakeld is verwijst de huidige regel altijd naar lijn 0. Bovenliggende en onderliggende lijnen verhogen het regelnummer relatief.
- Toetsmapping
Sneltoetsen instellen wordt gebruikt om de functie van toetsen te wijzigen. Hierdoor kunt u opdrachten aan andere toetsen toekennen of speciale toetsaanslagen maken voor het uitvoeren van een reeks opdrachten.
Voorbeeld:
F2 ->
I--
EscHiermee wordt
I--
voor een regel gezet wanneer F2 wordt ingedrukt.
- Bestandsformaat
- Codering
Dit definieert de standaard te gebruiken codering om bestanden te openen/op te slaan, indien niet gewijzigd in de dialoog openen/opslaan of door een commandoregel-optie te gebruiken.
- Codering detecteren
Selecteer een item uit de keuzelijst: u kunt automatisch detecteren uitschakelen of Universeel gebruiken om het automatisch detecteren in te schakelen voor alle coderingen. Omdat dit mogelijk alleen utf-8/utf-16 detecteert, zal het kiezen van een regio waarbij aangepaste heuristieken worden gebruikt tot betere resultaten leiden. Als noch de hierboven standaard gekozen codering, noch de codering gespecificeerd op de commandoregel overeenkomen met de inhoud van het bestand, dan zal deze detectie worden uitgevoerd.
- Terugvalcodering
Dit definieert de te proberen terugvalcodering bij het openen van bestanden als noch de boven als standaard gekozen codering, noch de codering gespecificeerd in de dialoog voor openen/opslaan, noch de codering gespecificeerd op de commandoregel overeenkomt met de inhoud van het bestand. Voordat dit wordt gebruikt, wordt een poging gedaan om te kijken naar een bytevolgordemarkering aan het begin van het bestand voor de te gebruiken codering: als deze is gevonden, wordt de juiste unicode-codering gekozen; anders wordt detectie van codering gedaan, als beide mislukken wordt terugvalcodering geprobeerd.
- Regeleinde
Kies de gewenste regeleindemodus voor het actieve document. U kunt kiezen tussen UNIX®, DOS/Windows® of Macintosh.
- Regeleinde automatisch detecteren
Vink dit aan als u wilt dat de editor automatisch het soort regeleinde detecteert. Het soort regeleinde dat het eerst gevonden wordt zal gebruikt worden voor het hele bestand.
- Bytevolgordemarkering (BOM) inschakelen
De bytevolgordemarkering is een speciale reeks aan het begin van documenten gecodeerd in unicode. Het helpt gebruikers tekstdocumenten te openen met de juiste unicode-codering. Zie voor meer informatie: Byte Order Mark.
- Limiet van de regellengte
Helaas ervaart, vanwege zwakke zaken in Qt™, KatePart slechte prestaties bij het werken met extreem lange regels. Daarom zal KatePart regels automatisch opsplitsen wanneer ze langer zijn dan het aantal hier gespecificeerde tekens. Om dit uit te schakelen stelt u dit on op
0
.
- Automatisch opschonen bij opslaan
- Spaties aan het einde van de regel tijdens het bewerken verwijderen
De bewerker zal automatisch extra spaties aan het einde van regels tekst verwijderen bij het opslaan van het bestand. U kunt Nooit kiezen om deze functie uit te schakelen, Op gewijzigde regels om dat alleen te doen op regels die u hebt gewijzigd sinds u het document eerder hebt opgeslagen of In gehele document om ze onvoorwaardelijk uit het gehele document te verwijderen.
- Nieuwe-regel aan het eind van het bestand bij opslaan
De editor zal automatisch een nieuwe-regel aan het eind van het bestand voegen, als deze niet aanwezig is wanneer het bestand wordt opgeslagen.
- Reservekopie maken bij opslaan
Het maken van een reservekopie bij opslaan houdt in dat KatePart het bestand op schijf kopieert naar <voorvoegsel><bestandsnaam><achtervoegsel> voordat wijzigingen worden opgeslagen. Het standaard achtervoegsel is ~ en standaard is het voorvoegsel leeg.
- Lokale bestanden
Vink dit aan als u reservekopieën wilt hebben van lokale bestanden wanneer die worden opgeslagen.
- Externe bestanden
Vink dit aan als u reservekopieën wilt hebben van externe bestanden wanneer die worden opgeslagen.
- Voorvoegsel
Voer het voorvoegsel in dat u wilt gebruiken voor reservekopieën.
- Achtervoegsel
Voer het achtervoegsel in dat aan de naam van de reservekopie moet worden toegevoegd.
- Opties voor swap-bestand
KatePart kan (het meeste van) wat is geschreven na een laatste opslag, in geval van een crash of stroomuitval herstellen. Een swapbestand (.swp.<bestandsnaam>) wordt aangemaakt na de eerste bewerkingsactie op een document. Als de gebruiker de wijzigingen niet opslaat en KatePart crasht, dan blijft het swapbestand op de schijf. Bij het openen van een bestand controleert KatePart of er een swapbestand voor het document bestaat en als het bestaat, dan vraagt het aan de gebruiker of hij de verloren gegevens wil herstellen of niet. De gebruiker heeft ook de mogelijkheid om de verschillen tussen het originele bestand en het herstelde te bekijken. Het swapbestand wordt verwijderd na elk opslaan en bij normaal beëindigen.
KatePart synchroniseert de swapbestanden op de schijf elke 15 seconden, maar alleen als ze zijn gewijzigd sinds de laatste synchronisatie. De gebruiker kan het synchroniseren van de swapbestanden uitschakelen, als hij dat wil, door het vakje Uitschakelen te selecteren, maar dat kan tot meer verlies van gegevens leiden.
Indien ingeschakeld worden de swapbestanden opgeslagen in dezelfde map als het bestand. Wanneer Alternatieve map is gekozen worden swapbestanden aangemaakt in de gespecificeerde map. Dit is nuttig voor netwerkbestandssystemen om onnodig netwerkverkeer te voorkomen.
Op dit tabblad kunt u de standaardconfiguratie voor documenten van specifieke mime-typen vervangen. Wanneer de editor een bestand laadt, wordt gekeken of het overeenkomt met de bestandsmaskers of mime-typen voor één van de gedefinieerde bestandstypen. Indien dat het geval is worden de gedefinieerde variabelen toegepast. Als er meerdere bestandstypen overeenkomen, zal dat met de hoogste prioriteit gebruikt worden.
- Bestandstype:
Het bestandstype met de hoogste prioriteit is het type dat in de eerste keuzelijst getoond wordt. Als er meerdere bestandstypen werden gevonden komen die ook in de lijst te staan.
- Nieuw
Dit wordt gebruikt voor het aanmaken van een nieuw bestandstype. Nadat u op deze knop gedrukt hebt, zijn de velden eronder leeg en kunt u de gewenste eigenschappen voor het nieuwe bestandstype invullen.
- Verwijderen
Om een bestaand bestandstype te verwijderen kiest u het uit de keuzelijst en drukt u op de knop Verwijderen.
- Eigenschappen van
huidige bestandstype
Het bestandstype met de hoogste prioriteit is het type dat in de eerste keuzelijst getoond wordt. Als er meerdere bestandstypen werden gevonden komen die ook in de lijst te staan.
- Naam:
De naam van het bestandstype wordt de tekst van het overeenkomstige menu-item. Deze naam wordt getoond in het menu → .
- Sectie:
De sectienaam wordt gebruikt om de bestandstypen in menus te organiseren. Deze wordt ook gebruikt in het menu → .
- Variabelen:
Met deze tekenreeks kunt u de KatePart-instellingen configureren voor de bestanden die door dit mime-type gekozen zijn, gebruik makend van KatePart-variabelen. U kunt bijna elke configuratie-optie instellen, zoals accentuering, inspringmethode, enz.
Druk op om een lijst te zien van alle beschikbare variabelen en hun beschrijving. Selecteer het keuzevakje links om een bepaalde variabele in te schakelen en stel dan de waarde van de variabele rechts in. Sommige variabelen bieden een afrolvak om mogelijke waarden te selecteren terwijl anderen vereisen dat u handmatig een waarde invoert.
Voor volledige informatie over deze variabelen, zie Configureren met documentvariabelen.
- Accentuering:
Als u een nieuw bestandstype aanmaakt, kunt u in deze keuzelijst een bestandstype selecteren voor de accentuering.
- Inspringmodus:
In de keuzelijst kunt u de inspringmodus voor nieuwe documenten selecteren.
- Bestandsextensies:
Het jokertekensmasker stelt u in staat bestanden op bestandsnaam te kiezen. Een masker bestaat vaak uit een asterisk en de extensie van het bestand, bijvoorbeeld
*.txt; *.text
. De tekenreeks bestaat uit een lijst van maskers, gescheiden door een puntkomma.- MIME-bestandstypen:
Toont een assistent waarmee u gemakkelijk mime-typen kunt selecteren.
- Prioriteit:
Stelt een prioriteit in voor dit bestandstype. Als hetzelfde bestand door meer dan één bestandstype gekozen wordt, zal het type met de hoogste prioriteit gebruikt worden.
Klik op deze knop om nieuwe of bijgewerkte beschrijvingen voor het accentueren van syntaxis te downloaden van de website van KatePart.

KatePart-variabelen is de implementatie van documentvariabelen van KatePart, vergelijkbaar met modusregels van Emacs en vi. In katepart hebben de regels het volgende formaat kate: VARIABELENAAM WAARDE; [ VARIABELENAAM WAARDE; ... ]
de regels kunnen zich natuurlijk in commentaar bevinden, als het bestand in een formaat is met commentaar. Variabelennamen zijn enkele woorden (geen witruimte) en alles tot aan de volgende puntkomma is de waarde. De puntkomma is vereist.
Hier is een voorbeeld van een variabelenregel, die instellingen voor inspringen forceert voor een bestand met C++, java of javascript:
// kate: replace-tabs on; indent-width 4; indent-mode cstyle;
Opmerking
Alleen in de eerste en laatste 10 regels worden gezocht naar variabelenregels.
Bovendien, kunnen documentvariabelen in een bestand geplaatst worden genaamd .kateconfig
in elke map en de geconfigureerde instellingen zullen worden toegepast alsof de modusregels ingevoerd zijn op elk bestand in de map en zijn submappen. Documentvariabelen in .kateconfig
gebruiken dezelfde syntax als die in modusregels, maar met uitgebreide opties.
Er zijn variabelen om bijna alle configuraties in KatePart te ondersteunen, en extra plugins kunnen variabelen gebruiken, in welk geval het gedocumenteerd zou moeten zijn in de documentatie van de plugin.
KatePart heeft ondersteuning voor het lezen van configuraties uit .editorconfig
bestanden, wanneer de bibliotheek editorconfig is geïnstalleerd. KatePart zoekt automatisch naar een .editorconfig
wanneer u een bestand opent. Het geeft echter prioriteit aan bestanden .kateconfig
.
Bij het lezen van de instellingen kijkt katepart op de volgende plaatsen (in die volgorde):
De globale instellingen.
Optionele sessiegegevens.
De instellingen voor "Bestandstype".
Documentvariabelen in
.kateconfig
.Documentvariabelen in het document zelf.
Instellingen die zijn gemaakt tijdens het bewerken uit het menu of vanaf de commandoregel.
Zoals u kunt zien hebben documentvariabelen die gewijzigd zijn tijdens uitvoering voorrang. Wanneer een document wordt opgeslagen zullen de documentvariabelen worden herlezen en zullen de wijzigingen overschrijven die zijn gemaakt door menu-items of door de commandoregel te gebruiken.
Elke variabele, die niet hieronder wordt genoemd, wordt opgeslagen in het document en kan door andere objecten, zoals plugins, worden opgevraagd, die ze voor hun eigen doeleinden kunnen gebruiken. De variabele 'indent-mode' gebruikt bijvoorbeeld documentvariabelen voor zijn configuratie.
De hier getoonde variabelen documenteren KatePart versie 5.38. Meer variabelen kunnen in de toekomst worden toegevoegd. Er zijn 3 mogelijke typen waarden voor variabelen, met de volgende geldige expressies:
BOOL - on|off|true|false|1|0
INTEGER - elk geheel getal
STRING - iets anders
auto-brackets [BOOL]
Automatische vierkante haakjes invoegen inschakelen.
auto-center-lines [INT]
Stelt het aantal autocentreer-regels in.
background-color [STRING]
Stelt de kleur in kleur in van de achtergrond van het document. De waarde moet iets zijn dat geëvalueerd kan worden tot een geldige kleur, bijvoorbeeld
#ff0000
.backspace-indents [BOOL]
Indentering in- of uitschakelen wanneer Backspace wordt ingedrukt.
block-selection [BOOL]
Zet selectie van blokken aan of uit.
bom | byte-order-mark | byte-order-marker [BOOL]
Schakelt bytevolgordemarkering (BOM) in/uit bij het opslaan van bestanden in het formaat unicode (utf8, utf16, utf32).
Sinds: Kate 3.4 (KDE 4.4)
bracket-highlight-color [STRING]
Stel de kleur in voor accentuering van haakjes. De waarde moet iets zijn dat geëvalueerd kan worden tot een geldige kleur, bijvoorbeeld
#ff0000
"current-line-color [STRING]
Stelt de kleur in van de huidige regel. De waarde moet iets zijn dat geëvalueerd kan worden tot een geldige kleur, bijvoorbeeld
#ff0000
".default-dictionary [STRING]
Stelt het standaard woordenboek in dat wordt gebruikt voor spellingcontrole.
Sinds: Kate 3.4 (KDE 4.4)
dynamic-word-wrap [BOOL]
Schakelt dynamische regelafbreking in of uit.
eol | end-of-line [STRING]
Stelt de modus van einde-regel in. Geldige instellingen zijn
unix
,mac
endos
.folding-markers [BOOL]
Zet het tonen van invouwmarkering aan of uit.
folding-preview [BOOL]
Voorbeeld van invouwen in de rand van bewerker.
font-size [INT]
Stelt de grootte van het lettertype van het document in in punten.
font [STRING]
Stelt het lettertype van het document in. De waarde moet de naam van een geldig lettertype zijn, bijvoorbeeld
courier
.hl | syntax [STRING]
Stelt de accentuering van de syntax in. Geldige tekenreeksen zijn alle namen beschikbaar in de menu's. Bijvoorbeeld voor C++, schrijf eenvoudig
C++
.icon-bar-color [STRING]
Stelt de kleur in de pictogrambalk. De waarde moet iets zijn dat geëvalueerd kan worden tot een geldige kleur, bijvoorbeeld
#ff0000
.icon-border [BOOL]
Zet het tonen van de pictogramrand aan of uit.
indent-mode [STRING]
Stelt de auto-inspringmodus in. De opties
none
,normal
,cstyle
,haskell
,lilypond
,lisp
,python
,ruby
enxml
worden herkend. Zie de sectie de paragraaf met de naam “Automatisch inspringen gebruiken” voor details.indent-pasted-text [BOOL]
Inspringen in-/uitschakelen van tekst geplakt vanaf het klembord
Sinds: Kate 3.11 (KDE 4.11)
indent-width [INT]
Stelt de inspringbreedte in.
keep-extra-spaces [BOOL]
Stelt in of extra spaties behouden blijven wanneer de inspringbreedte wordt berekend.
line-numbers [BOOL]
Zet het tonen van regelnummers aan of uit.
newline-at-eof [BOOL]
Voeg een lege regel toe aan het eind van het bestand (EOF) wanneer document wordt opgeslagen.
Sinds: Kate 3.9 (KDE 4.9)
overwrite-mode [BOOL]
Overschrijfmodus aan/uitzetten.
persistent-selection [BOOL]
Zet blijvende selecties aan of uit.
replace-tabs-save [BOOL]
Zet conversie van tab naar spatie bij opslaan aan of uit.
replace-tabs [BOOL]
Zet dynamische conversie van tab naar spatie aan of uit.
remove-trailing-spaces [TEKENREEKS]
Spaties aan het einde van de regel bij het opslaan verwijderen. Geldige opties zijn:
none
,-
of0
: nooit spaties aan het einde verwijderen.modified
,mod
,+
of1
: spaties aan het eind alleen verwijderen in gewijzigde regels. De gewijzigde regels worden gemarkeerd door het regelwijzigingssysteem.all
,*
or2
: spaties aan het eind in het gehele document verwijderen.
Sinds: KDE 4.10
scrollbar-minimap [BOOL]
Schuifbalk met mini-weergave tonen
scrollbar-preview [BOOL]
Voorbeeld op schuifbalk tonen
scheme [STRING]
Stelt het kleurenschema in. De tekenreeks moet de naam van een kleurenschema zijn dat in uw configuratie bestaat om enig effect te hebben.
selection-color [STRING]
Stelt de kleur van een selectie in. De waarde moet iets zijn dat geëvalueerd kan worden tot een geldige kleur, bijvoorbeeld
#ff0000
.show-tabs [BOOL]
Zet het visuele tab-teken aan of uit.
smart-home [BOOL]
Zet intelligent navigeren naar de basismap aan of uit.
tab-indents [BOOL]
Zet het inspringen met de Tab-toets aan of uit.
tab-width [INT]
Stelt de weergavebreedte van het tab-teken in.
undo-steps [INT]
Stelt het aantal te herinneren stappen in.
Opmerking: Verouderd sinds Kate 3 in KDE4. Deze variabele wordt genegeerd. Het maximum aantal stappen voor terugdraaien is ongelimiteerd.
word-wrap-column [INT]
Stelt breedte in van statische regelafbreking.
word-wrap-marker-color [TEKENREEKS]
Stelt de kleur in van de marker voor regelafbreking. De waarde moet iets zijn dat geëvalueerd kan worden tot een geldige kleur, bijvoorbeeld
#ff0000
.word-wrap [BOOL]
Zet statische regelafbreking aan of uit.
KatePart zoekt altijd naar een .kateconfig
bestand voor locale bestanden (geen bestanden op afstand). Bovendien is het mogelijk opties in te stellen gebaseerd op jokers (bestandsextensies) als volgt:
kate: tab-width 4; indent-width 4; replace-tabs on; kate-wildcard(*.xml): indent-width 2; kate-wildcard(Makefile): replace-tabs off;
In dit voorbeeld gebruiken alle bestanden een tab-breedte van 4 spaties, een indentatiebreedte van 4 spaties en tabs worden vervangen door spaties. Voor alle *.xml
bestanden, is de indentatiebreedte ingesteld op 2 spaties. En Makefiles gebruiken tabs, bijv. tabs worden niet vervangen door spaties.
Jokers worden gescheiden door puntkomma's, bijv. u kunt ook meerdere bestandsextensies specificeren als volgt:
kate-wildcard(*.json;*.xml): indent-width 2;
U kunt verder ook het MIME-type te gebruiken om overeen te laten komen, bijv. om alle C++ bronbestanden te indenteren met 4 spaties, u kunt schrijven:
kate-mimetype(text/x-c++src): indent-width 4;
Opmerking
Naast de ondersteuning in .kateconfig
bestandstypen, worden jokers en MIME-type afhankelijke documentvariabelen ook ondersteund in de bestandstype zelf als as commentaar.

KatePart en KWrite Copyright 2001-2014 door het Kate-team.
Gebaseerd op het originele KWrite, waarvoor geldt: Copyright 2000 door Jochen Wilhelmy (digisnap AT cs.tu-berlin.de)
Bijdragen:
Christoph Cullmann
(cullmann AT kde.org)
Michael Bartl
(michael.bartl1 AT chello.at)
Phlip
(phlip_cpp AT my-deja.com)
Anders Lund
(anders AT alweb.dk)
Matt Newell
(newellm AT proaxis.com)
Joseph Wenninger
(kde AT jowenn.at)
Jochen Wilhely
(digisnap AT cs.tu-berlin.de)
Michael Koch
(koch AT kde.org)
Christian Gebauer
(gebauer AT kde.org)
Simon Hausmann
(hausmann AT kde.org)
Glen Parker
(glenebob AT nwlink.com)
Scott Manson
(sdmanson AT altel.net)
John Firebaugh
(jfirebaugh AT kde.org)
De documentatie van KatePart is gebaseerd op de originele documentatie van KWrite, gewijzigd om relevant te zijn voor alle KatePart gebruikers.
De originele documentatie van KWrite is geschreven door Thad McGinnis (ctmcginnis AT compuserve.com)
, met veel wijzigen van Christian Tibirna (tibirna AT kde.org)
. Geconverteerd naar docbook/proofreading door Lauri Watts (lauri AT kde.org)
en bijgewerkt door Anne-Marie Mahfouf (annma AT kde.org)
en Anders Lund (anders AT alweb.dk)
De huidige documentatie van KatePart wordt onderhouden door T.C. Hollingsworth (tchollingsworth AT gmail.com)
. Stuur commentaar of suggesties naar de e-maillijst voor ontwikkeling van KatePart op (kwrite-devel AT kde.org)
of rapporteer een bug in het KDE Bugtracking Systeem.
Op- of aanmerkingen over de vertalingen van de toepassing en haar documentatie kunt u melden op http://www.kde.nl/bugs.
Dit document is vertaald in het Nederlands door Niels Reedijk.
Dit document is vertaald in het Nederlands door Tom Albers.
Dit document is vertaald in het Nederlands door Hannie Lafeber-Dumoleyn.
Deze documentatie valt onder de bepalingen van de GNU vrije-documentatie-licentie.
Deze toepassing valt onder de bepalingen van de GNU General Public License.

Het doel van de VI-modus is niet om een volledige vervanging voor Vim te zijn en alle functies van Vim te ondersteunen. Zijn doel is om het op “Vim manier” van tekstbewerken te doen - en de geleerde Vim-gewoonten - beschikbaar te maken voor programma's die de tekstbewerker KatePart als hun interne editor gebruiken.
Het doel van de VI-modus is te integreren netjes met het programma en wijkt af van het gedrag van Vim als dat zinvol is. Bijvoorbeeld :w
zal een dialoog voor opslaan openen in de VI-modus van KatePart.
Om de VI-invoermodus voor alle nieuwe weergaven in te schakelen, gaat u naar → + → . Op dit tabblad kunt u opties instellen voor de VI-invoermodus en de toetsenmapping definiëren en bewerken in deze modus. VI-invoermodus kan ook omgeschakeld worden met de instelling in het menu . (De standaard sneltoets is Meta+Ctrl+V - waar Meta gewoonlijk de toets Windows is).
Opmerking
Veel toetsenbordcommando's in vi-modus zijn, anders dan de meeste sneltoetsen van KDE, gevoelig voor hoofd- en kleine letters. Dit betekent dan y
en Y
verschillende commando's zijn. Om het y
(yank) commando in te voeren, moet u controleren dat Caps Lock is uitgeschakeld en Y indrukken. Om het commando Y
(yank tot het eind van de regel), voert u Shift+Y uit.
Dit is niet van toepassing op commando's die de toets Ctrl gebruiken, die mogen worden ingevoerd onafhankelijk van de modus van Caps Lock en zonder Shift in te drukken. Sommige commando's vereisen het gebruik van een Ctrl-toetscombinatie gevolgd door een andere toets die wel gevoelig is voor hoofd- en kleine letters. Om “Ctrl+W, h
” (omschakelen naar het rechter gespleten beeld) in te voeren, controleert u of Caps Lock is uitgeschakeld, drukt u Ctrl+W in, laat u los en drukt dan H in.
Er zijn slechts een paar functies van de VI-modus van KatePart die incompatibel zijn met Vim (dingen die ontbreken niet meegenomen). Zij worden hieronder getoond samen met de respectievelijke redenen.
KatePart:
U
en Ctrl+R is opnieuw doen.Vim: Ctrl+R is normaal opnieuw doen, U wordt gebruikt om alle laatste wijzigingen op één regel ongedaan te maken.
De reden om U te laten reageren als opnieuw in de vi-modus van KatePart is dat de sneltoets Ctrl+R standaard in KatePart is ingenomen door de functie (zoeken en vervangen). De vi-modus zal standaard de sneltoetsen van KatePart niet overschrijven (dit kan ingesteld worden in → + → ), daarom moet een opnieuw-actie ook beschikbaar zijn als een “reguliere” toets. Het gedrag van het
U
commando in Vim, dit terzijde, gaat niet goed samen met het interne opnieuw-systeem van KatePart, het is dus niet triviaal om het te ondersteunen.KatePart:
print
toont de dialoog Afdrukken.Vim:
print
drukt de regels in de gegeven reeks af zoals zijn voorouder ed.Commando's zoals
:print
zijn niet alleen beschikbaar in vi-modus maar ook voor gebruikers van het “reguliere” KatePart - daarom opent het commando:print
de printdialoog - volgens het principe van het minst verrassend, in plaats van het gedrag van Vim nadoen.KatePart:
Y
yanks tot het einde van de regel.Vim:
Y
yanks de gehele regel, net alsy
y
.Het gedrag van vi op het commando
Y
is in de praktijk een bug. De beide commando's wijzigen en verwijderen,c
c
/d
d
doen hun actie op de huidige regel enC
/D
werken van de cursor tot het regeleinde. Echter, zowely
y
enY
'yanks' (kopiëren de huidige regel. In de vi-modus van KatePart kopieertY
tot het einde van de regel. Dit wordt als “logischer” beschreven in de documentatie van Vim.KatePart:
O
eno
opent [aantal
] nieuwe regels en plaatst u in invoegmodus.Vim:
O
eno
opent een nieuwe regel en voegt een [aantal
] keren tekst in bij het verlaten van de invoegmodus.Dit is hoofdzakelijk gedaan als gevolg van het zien van velen die in verwarring zijn door dit gedrag van een vim-irc-kanaal (#vim op freenode).
Normale modus stelt u in staat om commando's in te voeren om te navigeren of een document te bewerken en is de standaard modus. U kunt er naar terug keren vanuit elke andere modus door Esc in te drukken.
Visuele modus stelt u in staat tekst in een document te accentueren. De meeste commando's in Normale modus zijn ook geldig in deze modus. U kunt ze invoeren door
v
in te drukken om tekens te selecteren ofV
om regels te selecteren.Invoegmodus stelt u in staat om het document direct te bewerken. U kunt in deze modus komen door
i
in te drukken of één van de verschillende andere onderstaande commando's.Commandomodus roept de commandoregel van KatePart op, waarmee u vele commando's kunt uitvoeren die beschikbaar zijn in Vi-implementaties evenals sommige specifiek voor KatePart. Voor meer informatie over deze commando's, zie de paragraaf met de naam “De commandoregel in de editor”. Om ze te gebruiken, druk op :, voer het commando in en druk op Enter.
Visuele modus wordt automatisch ingegaan wanneer er tekst wordt geselecteerd met de muis. Deze modus wordt ook ingegaan wanneer functies van Kate worden gebruikt die tekst selecteren, zoals 'Alles selecteren' (ofwel uit het menu of via Ctrl+A.)
Vi markeringen en Bladwijzers van Kate zijn geïntegreerd. Wanneer een markering aangemaakt is in Vi-modus, dan wordt er een overeenkomstige bladwijzer in Kate aangemaakt en verschijnt het in het menu . Wanneer er een bladwijzer in Kate wordt aangemaakt, dan zal er een overeenkomstige Vi-markering op de 0-kolom worden aangemaakt.
| Ga naar invoermodus; na de cursor invoegen |
| Ga naar invoermodus; na de regel invoegen |
| Ga naar invoermodus; voor de cursor invoegen |
Invoegen | Ga naar invoermodus; voor de cursor invoegen |
| Ga naar invoermodus; voor de eerste niet-blanco teken op de regel invoegen |
| Ga naar invoermodus; voor de plek invoegen waar de laatste invoermodus werd verlaten |
| Ga naar zichtmodus; selecteer tekens |
| Ga naar zichtmodus; selecteer regels |
Ctrl+v | Ga naar zichtmodus; selecteer blokken |
| Ga naar zichtmodus; selecteer opnieuw de laatste selectie |
| Open een nieuwe regel onder de huidige regel |
| Open een nieuwe regel boven de huidige regel |
| Regels samenvoegen |
| Wijziging: gevolgd door een beweging om te verwijderen en in invoegmodus te gaan |
| Wijzig tot het eind van de regel: verwijder tot het eind van de regel en ga naar invoermodus |
| Wijzig de regel: verwijder de regel en ga naar invoermodus |
| Teken vervangen |
| Regel vervangen |
| Regel verwijderen |
| Gevolgd door een beweging om te verwijderen |
| Tot het einde van de regel verwijderen |
| Verwijder teken rechts van de cursor |
Verwijderen | Verwijder teken rechts van de cursor |
| Verwijder teken links van de cursor |
| Gevolgd door een beweging om een kleine letter te maken |
| Maak de huidige regel geheel kleine letters |
| Gevolgd door een beweging om hoofdletter te maken |
| Maak de huidige regel geheel hoofdletters |
| Gevolgd door een beweging voor “yank” (kopiëren) |
| Yank (kopieer) regel |
| Yank (kopieer) regel |
| Na cursor plakken |
| Voor cursor plakken |
| Na de cursor ingesprongen plakken |
| Voor de cursor ingesprongen plakken |
| Gevolg door een teken dat het teken na de cursor vervangt |
| In vervang-modus gaan |
| In commando-modus gaan |
| Zoeken |
| Ongedaan maken |
Ctrl+R | Opnieuw |
| Opnieuw |
| Stel een markering in (kan later worden gebruikt door verplaatsingen) |
| Volgende zoeken |
| Vorige zoeken |
| Regel in laten springen |
| Inspringen in regel verwijderen |
| Regels in laten springen |
| Inspringen in regels verwijderen |
Ctrl+F | Pagina omlaag |
Ctrl+B | Pagina omhoog |
| Toon de ASCII-waarde van het teken |
| Laatste wijziging herhalen |
| commandoRegelUitlijnen |
| commandoRegelsUitlijnen |
| Keer de hoofd-/kleine letter om |
Ctrl+S | Splits het beeld horizontaal |
Ctrl+V | Beeld verticaal splitsen |
Ctrl+W, | Ga rond naar het volgende gespleten venster |
Ctrl+W, Ctrl+W Links | Ga naar het linker gespleten venster |
Ctrl+W, Ctrl+W Rechts | Ga naar het rechter gespleten venster |
Ctrl+W, Ctrl+W Omhoog | Ga naar het bovenste gespleten venster |
Ctrl+W, Ctrl+W Omlaag | Ga naar het onderste gespleten venster |
Deze kunnen gebruikt worden om in een document rond te gaan in normale of visuele modus of in samenhang met een van de boven genoemde commando's. Ze kunnen vooraf gaan met een aantal, die aangeven hoe vaak de van toepassing zijnde verplaatsingen gemaakt moeten worden.
| Left |
Left | Left |
Backspace | Left |
| Omlaag |
Omlaag | Omlaag |
| Up |
Omhoog | Up |
| Rechts |
Rechts | Rechts |
Spatie | Rechts |
| Einde van regel |
End | Einde van regel |
| Eerste teken van de regel (kolom 0) |
Home | Eerste teken van de regel |
| Eerste niet-witruimte-teken van de regel |
| Gevolgd door het teken om naar rechts van de cursor te gaan |
| Gevolgd door het teken om naar links van de cursor te gaan |
| Gevolgd door het teken om naar rechts van de cursor te gaan en de cursor op het teken ervoor te plaatsen |
| Gevolgd door het teken om naar links van de cursor te gaan en de cursor op het teken ervoor te plaatsen |
| Eerste regel |
| Laatste regel |
| Volgende woord |
| Volgende woord gescheiden door witruimte |
| Vorige woord |
| Vorige woord gescheiden door witruimte |
| Einde van woord |
| Einde van woord gescheiden door witruimte |
| Einde van vorige woord |
| Einde van vorige woord gescheiden door witruimte |
| Gevolgd door een kolomnummer om naar die kolom te gaan |
| Gevolgd door een item om naar dat item te gaan |
| Markeren |
| Eerste niet-witruimte-teken van de regel waarop een markering zit |
| Vorig recht openingshaakje |
| Volgend recht openingshaakje |
| Vorig recht sluithaakje |
| Volgend recht sluithaakje |
Ctrl+I | Naar de volgende locatie springen |
Ctrl+O | Ga terug naar de vorige locatie |
| Ga naar de eerste regel op het scherm |
| Ga naar de middelste regel op het scherm |
| Ga naar de laatste regel op het scherm |
| Ga naar het gespecificeerde percentage in het document |
| Ga één zichtbare regel omhoog (bij gebruik van dynamische regelafbreking) |
| Ga één zichtbare regel omlaag (bij gebruik van dynamische regelafbreking) |
Ctrl+Links | Eén woord naar links |
Ctrl+Rechts | Eén woord naar rechts |
Deze kunnen gebruikt worden om een bepaald gedeelte van een document te selecteren.
| Inwendig woord: woord inclusief witruimte |
| Een woord: woord exclusief witruimte |
| Vorig aanhalingsteken ( |
| Vorig aanhalingsteken ( |
| Vorig accent ( |
| Vorig accent ( |
| Vorig rond openingshaakje[ |
| Vorig rond openingshaakje [ |
| Vorig recht openingshaakje ( |
| Vorig recht openingshaakje ( |
| Vorige startaccolade ( |
| Vorige startaccolade ( |
| Vorig kleiner-dan-teken ( |
| Vorig kleiner-dan-teken ( |
| Vorig accent-achterover ( |
| Vorig accent-achterover ( |
Ctrl+D | Inspringen verwijderen |
Ctrl+T | Inspringen |
Ctrl+E | Van onderaf invoegen |
Ctrl+Y | Woord verwijderen |
Ctrl+W | Woord verwijderen |
Ctrl+U | Regel verwijderen |
Ctrl+J | Nieuwe regel |
Ctrl+H | Teken achterwaarts verwijderen |
Ctrl+Home | Ga naar het eerste teken in het document |
Ctrl+R | De inhoud van register n invoegen |
Ctrl+O, | Normale modus voor één commando ingaan |
Ctrl+A | Nu geselecteerd getal met één verhogen |
Ctrl+X | Nu geselecteerd getal met één verlagen |
Dit object ontbreekt in Vim. Het kommatekstobject maakt het gemakkelijk om parameterlijsten in C-achtige talen en andere kommagescheidenlijsten. Het is in de basis het gebied tussen twee komma's of tussen een komma en een haakje. In de in de illustratie getoonde regel lichten de drie bereiken, die deze tekstobjecten kunnen overspannen, op.

Inhoudsopgave
Deze Appendix bevat een beknopte maar hopelijk voldoende en dekkende introductie tot de wereld van reguliere expressies. Het documenteert reguliere expressies in de vorm beschikbaar in KatePart, wat niet compatibel is met de reguliere expressies van perl, noch met die van bijvoorbeeld grep.
Reguliere expressies bieden ons een manier om mogelijke inhoud van een tekenreeks te beschrijven zodat deze verstaan wordt door een klein stukje software, waarmee het kan nagaan of een tekst overeenkomt en ook in het geval van geavanceerde toepassingen met de middelen om stukjes overeenkomende tekst op te slaan.
Een voorbeeld: Zeg dat u naar een tekst in paragrafen wilt zoeken die begint met ofwel de namen “Hendrik” of “Piet” gevolgd door een werkwoordsvorm “zegt”.
Met een normale zoekopdracht, zou u beginnen met te zoeken naar de eerste naam, “Hendrik” misschien gevolgd door “ze” zoals dit: Hendrik ze
en, terwijl u zoekt naar overeenkomsten, moet u diegene negeren die niet het begin van een paragraaf zijn, evenals die waarin het woord beginnend met de letters “ze” niet ofwel “zegt”, “zei” of zoiets is. En dan natuurlijk dat alles herhalen met de volgende naam...
Met reguliere expressies kan die taak worden gedaan met een enkele zoekopdracht en met een grotere graad van precisie.
Om dit te bereiken definieert Reguliere Expressies regels voor het uitdrukken van details op een generaliserende manier van een overeenkomst met een tekenreeks. Ons voorbeeld, die we letterlijk als volgt uitdrukken: “Een regel beginnend met ofwel ‘Hendrik’ of ‘Piet’ (mogelijk gevolgd door tot 4 spaties of een tab) gevolgd door een witruimte gevolgd door ‘ze’ en dan ofwel ‘gt’ of ‘i’” kan worden uitgedrukt met de volgende reguliere expressie:
^[ \t]{0,4}(Hendrik|Piet) ze(gt|i)
Het bovenstaande voorbeeld demonstreert alle vier belangrijkste concepten van moderne reguliere expressies namelijk:
Patronen
Toekenningen
Aantallen
Achterwaartse verwijzingen
Het dakje (^
) waarmee de uitdrukking begint is een toekenning, die alleen waar is als de volgende overeenkomende tekenreeks zich aan het begin van de regel bevindt.
De tekenreeksen [ \t]
en (Hendrik|Piet) ze(gt|i)
zijn patronen. De eerste is een tekenklasse die ofwel overeenkomt met een spatie of een teken (horizontale) tab; het andere patroon bevat eerst een subpatroonn overeenkomend met ofwel Hendrik
of Piet
, daarna iets wat exact overeenkomt met de tekenreeks ze
en tenslotte een subpatroon overeenkomend met ofwel gt
of e
De tekenreeks {0,4}
is een aantal dat aangeeft “ergens van 0 t/m 4 van de vorige”.
Omdat software voor reguliere expressies, die het concept van achterwaartse verwijzingen ondersteunt, het gehele deel van de tekenreeks, dat overeenkomt, evenals subpatronen tussen haakjes, opslaat, geeft dus ook toegang tot die verwijzingen, zodat we onze handen kunnen leggen op ofwel de gehele overeenkomst (bij het zoeken in een tekstdocument in een tekstbewerker met een reguliere expressie, die vaak gemarkeerd is als geselecteerd) of ofwel de gevonden naam of het laatste deel van de zin.
Samenvattend zal de uitdrukking overeenkomen met wat we willen waarmee deze moet overeenkomen en alleen daarmee.
De volgende secties zullen in detail beschrijven hoe patronen, tekenklassen, toekenningen, aantallen en achterwaartse verwijzingen, te construeren en te gebruiken en de laatste sectie zal een paar bruikbare voorbeelden geven.

Patronen bestaan uit letterlijke tekenreeksen en tekenklassen. Patronen mogen subpatronen bevatten, die patronen zijn tussen haakjes.
In patronen evenals in tekenklassen hebben sommige tekens een speciale betekenis. Om zulke tekens letterlijk overeen te laten komen met deze tekens, moeten ze zo gemarkeerd worden of escaped om de software voor reguliere expressies te laten weten dat het zulke tekens letterlijk moet interpreteren.
Dit wordt gedaan door het teken vooraf te laten gaan door een backslash (\
).
De software voor reguliere expressies zal stilletjes een teken met een escape-teken ervoor negeren die geen speciale betekenis heeft in de context, dus, bijvoorbeeld, een “j” met een escape ervoor (\j
) is veilig. Als u er niet zeker van bent of een teken een speciale betekenis heeft, dan kunt u er veilig een escape-teken voor zetten.
Met het escape-teken werken omvat natuurlijk ook het teken backslash zelf, om letterlijk dat teken weer te geven, moet u schrijven \\
.
Een tekenklasse is een uitdrukking die overeenkomt met een gedefinieerde set tekens. In Reguliere Expressies, worden tekenklassen gedefinieerd door de toegestane tekens voor de klasse tussen rechte haken te zetten, []
, of door een van de hieronder beschreven afgekorte klassen te gebruiken.
Eenvoudige tekenklassen bevatten letterlijk een of meer tekens, bijvoorbeeld [abc]
(komt overeen met een van de letters “a”, “b” of “c”) of [0123456789]
(komt overeen met een cijfer).
Omdat letters en cijfers een logische volgorde hebben, kunt u deze afbreken door er reeksen van te specificeren: [a-c]
is gelijk aan [abc]
en [0-9]
is gelijk aan [0123456789]
. Combineren van deze constructies, bijvoorbeeld [a-fynot1-38]
is geheel toegestaan (de laatste zou natuurlijk overeenkomen met ofwel “a”,“b”,“c”,“d”, “e”,“f”,“y”,“n”,“o”,“t”,“1”,“2”,“3” of “8”).
Omdat hoofdletters andere tekens zijn dan hun kleine letter equivalenten, is het nodig om overeenkomsten zonder onderscheid van hoofd- en kleine letters te maken tussen “a” of “b”, moet u het schrijven als [aAbB]
.
Het is natuurlijk mogelijk om een “negatieve” klasse overeenkomst te maken zoals “alles behalve”. Er moet dan een dakje (^
) aan het begin van de klasse staan:
[^abc]
komt overeen met elk teken behalve “a”, “b” of “c”.
Naast letterlijke tekens, zijn er ook enige afkortingen gedefinieerd, om het leven een beetje gemakkelijker te maken:
\a
Dit komt overeen met het ASCII bel-teken (BEL, 0x07).
\f
Dit komt overeen met het ASCII formfeed-teken (FF, 0x0C).
\n
Dit komt overeen met het ASCII linefeed-teken (LF, 0x0A, Unix nieuwe-regel).
\r
Dit komt overeen met het ASCII carriage-return-teken (CR, 0x0D).
\t
Dit komt overeen met het ASCII horizontale tab-teken (HT, 0x09).
\v
Dit komt overeen met het ASCII verticale tab-teken (VT, 0x0B).
\xhhhh
Dit komt overeen met het Unicode-teken overeenkomend met het hexadecimale getal hhhh (tussen 0x0000 en 0xFFFF). \0ooo (bijv., \zero ooo) komt overeen met het ASCII/Latin-1 teken overeenkomend met het octale getal ooo (tussen 0 en 0377).
.
(punt)Dit komt overeen met elk teken (inclusief nieuwe-regel).
\d
Dit komt overeen met een cijfer. Gelijk aan
[0-9]
\D
Dit komt overeen met een niet-cijfer. Gelijk aan
[^0-9]
of[^\d]
\s
Dit komt overeen met een witruimte-teken. Praktisch gelijk aan
[ \t\n\r]
\S
Dit komt overeen met een niet-witruimte-teken. Praktisch gelijk aan
[^ \t\r\n]
en gelijk aan[^\s]
\w
Komt overeen met elk “woordteken” - in dit geval elke letter of cijfer. Merk op dat underscore (
_
) niet overeenkomt, evenals in het geval van reguliere expressie in perl. Gelijk aan[a-zA-Z0-9]
\W
Dit komt overeen met een niet-woord-teken - alles behalve letters en cijfers. Gelijk aan
[^a-zA-Z0-9]
of[^\w]
De afgekorte klassen kunnen in een zelf gemaakte klasse worden gezet, bijvoorbeeld om overeen te komen met een woord-teken, een spatie of een punt, u kunt dan schrijven [\w \.]
Opmerking
De POSIX-notatie van klassen, [:<class name>:]
wordt op dit moment niet ondersteund.
De volgende tekens hebben een speciale betekenis binnen de constructie “[]” van de tekenklasse en er moet een escape-teken voor om letterlijk ingevoegd te worden in een klasse:
]
Beëindigt de tekenklasse. Moet een escape-teken voor tenzij het het allereerste teken in de klasse is (mag na een dakje zonder escape-teken)
^
(dakje)Geeft een negatieve klasse aan als het het eerste teken is. Moet een escape-teken voor om letterlijk overeen te komen als het het eerste teken in de klasse is.
-
(streepje)Geeft een logische reeks aan. Moet altijd een escape-teken voor binnen een tekenklasse.
\
(backslash)Het escape-teken. Moet altijd een escape-teken voor.
Als u met een set van alternatieve patronen overeen wilt komen, dan kunt u die scheiden door |
(teken verticale streep).
Om bijvoorbeeld ofwel “Jan” of “Harry” te zoeken, zou u een expressie Jan|Harry
moeten gebruiken.
Subpatronen zijn patronen omgeven door haakjes, ze kunnen op verschillende manieren in de wereld van de reguliere expressies worden gebruikt.
U kunt een subpatroon gebruiken om een set alternatieven in een groter patroon te groeperen. De alternatieven zijn gescheiden door het teken “|” (verticale streep).
Om de woorden “int”, “float” of “double” te laten overeenkomen, kunt u het patroon int|float|double
gebruiken. Als u het alleen wilt vinden wanneer het gevolgd wordt door enige witruimte en dan enige letters, stop de alternatieven dan in een subpatroon: (int|float|double)\s+\w+
.
Als u achterwaartse verwijzing wilt gebruiken, gebruik dan een subpatroon om het gewenste deel van het patroon te onthouden.
U wilt bijvoorbeeld twee exemplaren van hetzelfde woord gescheiden door een komma en mogelijk enige witruimte, dan kunt u schrijven (\w+),\s*\1
. Het subpatroon \w+
zou een groep tekens in een woord vinden en de gehele expressie zou overeenkomen als die gevolgd worden door een komma, 0 of meer witruimtes en dan een gelijke groep woordtekens. (De tekenreeks \1
refereert naar het eerste subpatroon ingesloten in haakjes)
Opmerking
Om meerduidigheid met het gebruik van \1
met enige cijfers erachter (bijv. \12
kan het 12de subpatroon zijn of gewoon het eerste subpatroon met 2
) we gebruiken \{12}
als syntaxis voor subpatronen met meerdere cijfers.
Voorbeelden:
\{12}1
is “gebruik subpatroon 12”\123
is “gebruik gevangen 1 daarna 23 als de normale tekst”
Een vooruitblik-toekenning is een subpatroon die begint met ofwel ?=
of ?!
.
Om bijvoorbeeld een overeenkomst te vinden met de letterlijke tekenreeks “Bill” maar alleen als deze niet wordt gevolgd door “ Gates”, dan kunt u deze expressie gebruiken: Bill(?! Gates)
. (Dit vindt “Bill Clinton” evenals “Billy the kid”, maar negeert stilletjes de andere overeenkomsten.)
Subpatronen voor toekenningen worden niet gevangen.
Zie ook Toekenningen
De volgende tekens hebben een speciale betekenis binnen een patroon en er moet een escape-teken voor om letterlijk met ze overeen te komen:
\
(backslash)Het escape-teken.
^
(dakje)Kent het begin van de tekenreeks toe.
$
Kent het einde van de tekenreeks toe.
()
(linker en rechter haakje)Geeft subpatronen aan.
{}
(linker en rechter accolade)Geeft numerieke aantallen aan.
[]
(linker en rechter rechte haakje)Geeft tekenklassen aan.
|
(verticale streep)logische OR. Scheidt alternatieven.
+
(plusteken)Aantal, 1 of meer.
*
(sterretje)Aantal, 0 of meer.
?
(vraagteken)Een optioneel teken. Kan geïnterpreteerd worden als een aantal, 0 of 1.

Aantallen biedt een reguliere expressie de mogelijkheid om een gespecificeerd aantal of reeks aantallen van ofwel een teken, tekenklasse of subpatroon.
Aantallen worden omgeven door accolades ({
en }
) en hebben de algemene vorm {[minimum-aantal][,[maximum-aantal]]}
Het gebruik wordt het beste uitgelegd door een voorbeeld:
{1}
Exact 1 keer
{0,1}
Nul of 1 keer
{,1}
Hetzelfde, met minder werk;)
{5,10}
Minstens 5 maar maximaal 10 keer.
{5,}
Minstens 5 keer, geen maximum.
Verder zijn er enkele afkortingen:
*
(sterretje)gelijk aan
{0,}
, elk aantal keren.+
(plusteken)gelijk aan
{1,}
, minstens 1 keer.?
(vraagteken)gelijk aan
{0,1}
, nul of 1 keer.
Bij het gebruik van aantallen zonder maximum, is de standaard bij reguliere expressies om overeen te komen met zo veel als mogelijk van de gezochte tekenreeks, algemeen bekend staand als happig gedrag.
Moderne software voor reguliere expressies levert de middelen om “happigheid uit te zetten”, hoewel in een grafische omgeving het aan het interface is om toegang tot deze functie te leveren. Een zoekdialoog bijvoorbeeld, die een reguliere expressie biedt bij het zoeken, kan een keuzevakje hebben met het label “Minimale overeenkomst” evenals het zou moeten aangeven of happigheid het standaard gedrag.
Hier zijn een paar voorbeelden van het gebruik van aantallen
^\d{4,5}\s
Komt overeen met de cijfers in “1234 ga” en “12345 nu”, maar niet in “567 elf” of in “223459 ergens”
\s+
Komt overeen met één of meer witruimte tekens
(bla){1,}
Komt overeen met alles van “blablabla” en de “bla” in “blackbird” of “tabla”
/?>
Komt overeen met “/>” in “<closeditem/>” evenals “>” in “<openitem>”.

Toekenningen bieden de mogelijkheid om een reguliere expressie alleen te laten overeenkomen onder bepaalde gecontroleerde condities.
Een toekenning heeft geen teken nodig om mee overeen te komen, in plaats daarvan onderzoekt het de omgeving voor een mogelijke overeenkomst alvorens deze toe te kennen. Bijvoorbeeld de woordgrens toekenning probeert geen niet-woord-teken ten opzichte van een woordteken op zijn positie te vinden, in plaats daarvan moet er geen woordteken zijn. Dit betekent dat de toekenning overeen kan komen met iets waar geen teken is, bijv. aan het eind van een te zoeken tekenreeks.
Sommige toekenningen hebben in werkelijkheid een patroon waarmee overeen gekomen moet worden, maar het deel van de overeenkomst met de tekenreeks behoort niet bij een deel van het resultaat van overeenkomst met de volledige expressie.
Reguliere expressies zoals hier gedocumenteerd ondersteunt de volgende toekenningen:
^
(dakje: begin van de tekenreeks)Komt overeen met het begin van de tekenreeks.
De expressie
^Peter
komt overeen met “Peter” in de tekenreeks “Peter, hey!” maar niet in “Hey, Peter!”$
(eind van de tekenreeks)Komt overeen met het eind van de tekenreeks.
De expressie
you\?$
komt overeen met de laatste you in de tekenreeks “You didn't do that, did you?” maar nergens in “You didn't do that, right?”\b
(woordgrens)Komt overeen als er een woordteken is aan één kant en niet aan de andere kant.
Dit is nuttig om woordeinden te vinden, bijvoorbeeld beide einden om een heel woord te vinden. De expressie
\bin\b
komt overeen met het aparte “in” in de tekenreeks “He came in through the window”, maar niet met het “in” in “window”.\B
(niet-woordgrens)Komt overeen waar “\b” dat niet doet.
Dit betekent dat het zal overeenkomen bijvoorbeeld in woorden: De expressie
\Bin\B
komt overeen in “window” maar niet in “integer” of “I'm in love”.(?=PATROON)
(Positief vooruitkijken)Een vooruitkijktoekenning kijkt naar het deel van de tekenreeks die volgt op een mogelijke overeenkomst. Het positieve vooruitkijken voorkomt dat de tekenreeks overeenkomt als de tekst die volgt op de mogelijke overeenkomst niet overeenkomt met het PATROON van de toekenning, maar voorkomt dat de tekst daarmee overeenkomt en zal niet meegenomen worden in het resultaat.
De expressie
handy(?=\w)
komt overeen met “handy” in “handyman” maar niet in “That came in handy!”(?!PATROON)
(Negatieve vooruitblik)Het negatieve vooruitkijken voorkomt dat de tekenreeks overeenkomt als de tekst die volgt op de mogelijke overeenkomst overeenkomt met het PATROON van de toekenning.
De expressie
const \w+\b(?!\s*&)
zal overeenkomen met “const char” in de tekenreeks “const char* foo” terwijl het niet kan overeenkomen met “const QString” in “const QString& bar” omdat de “&” overeenkomt met het patroon in de negatieve vooruitkijktoekenning.